Bezienswaardigheden - Nederland

deventer




inleiding


Deventer is een oude Hanzestad gelegen aan de IJssel. Deventer is een van de vijf oudste steden van Nederland. De plaats staat al in 9e eeuwse bronnen van het bisdom Utrecht vermeld. De stad heeft het oudste stenen huis, het oudste wandelpark en met de Athenaeum bibliotheek ook de oudste wetenschappelijke bibliotheek van Nederland.

 

Een deel van Deventer is een beschermd stadsgezicht; in een deel van het oude Middeleeuwse centrum wordt jaarlijks het Dickens Festijn georganiseerd. Verder zijn er in de stad en de gemeente honderden rijksmonumenten.

 

Naast alle bezienswaardigheden heeft Deventer ook een nationale lekkernij die eenvoudig “Deventer koek” wordt genoemd.


highlights


Historische binnenstad:

Deventer is een bezienswaardige stad met een monumentaal centrum. Het middelpunt van de binnenstad wordt gevormd door de Brink, een langgerekt marktplein omzoomd door bomen en terrassen. Het herbergt diverse monumentale panden en objecten.

 

Een blikvanger op het plein is de Waag, een laat-gotisch waaggebouw uit 1528 dat nu het Historisch Museum Deventer huisvest.

 

Midden op het plein staat de Wilhelminafontein, die in 1898 bij een Deventer ijzergieterij gemaakt is. Ze werd geplaatst ter ere van de inhuldiging van koningin Wilhelmina én de aanleg van de stadswaterleiding. Aan het plein bevinden zich verder veel horecagelegenheden.

 

De bekendste kerk van Deventer is de Lebuïnuskerk, een laat-gotische kerk met romaanse (11e-eeuwse) delen en een torenkoepel uit 1612-1613 naar ontwerp van Hendrick de Keyser. Tegen de Lebuïnuskerk aan ligt de Oude Mariakerk, die eind 13e eeuw gebouwd werd, maar al sinds 1591 niet meer als kerk in gebruik is.

 

De ruiine

Het is nu een ruïne waarvan nog één zijbeuk intact is, deels verscholen achter huizen en winkeltjes. De gotische Sint-Nicolaas- of Bergkerk, met twee romaanse westtorens, uit ca. 1200 staat op het hoogste deel van het middeleeuwse Bergkwartier, dat op een oude rivierduin gebouwd werd. Deze kerk fungeert tegenwoordig als concert- en expositieruimte. Het 15e-eeuwse Buiskensklooster is een voormalig zusterhuis van de Zusters van het Gemene Leven, een groep volgelingen van Geert Grote en de Moderne Devotie. Nu is het in gebruik als stadsarchief en bibliotheek en heeft het een toegankelijke kloostertuin.

 

Een andere bezienswaardigheid is het Stadhuis van Deventer aan het Grote Kerkhof, tegenover de Lebuïnuskerk, gevestigd in een 17e-eeuws pand met een middeleeuwse kern. De Proosdij in de Sandrasteeg is het oudste stenen woonhuis (uit omstreeks 1130) van Nederland.

 

De Bolwerksmolen uit 1863, een houtzaagmolen, bevindt zich aan de overkant van de IJssel bij de Wilhelminabrug en werd in 2006 geheel herbouwd. Uit de negentiende eeuw stamt ook de watertoren, uit 1893 in het Nieuwe Plantsoen die heden ten dage nog altijd in gebruik is als watertoren.  

 

Andere bezienswaardigheden: 

  • Het Historisch Museum (gesitueerd in de Waag) en het Speelgoedmuseum. Het Etty Hillesum Centrum is een expositie- en herinneringscentrum (gelegen in een voormalige synagoge) betreffende de plaats die de Joodse gemeenschap tot WW2 innam in de stad Deventer. 


geschiedenis


Op het huidige grondgebied van de gemeente Deventer zijn op diverse plaatsen restanten gevonden uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Men gaat er ook vanuit dat in de Romeinse tijd een Germaanse nederzetting heeft gestaan op de plek waar nu Deventer ligt. Vanaf de 9e eeuw werd de plek waar Deventer nu ligt continu bewoond. 

 

De IJssel speelde een belangrijke rol voor vissers, boeren en handelaars die zich vestigden op de oever. In de 2de helft van de 9de eeuw vluchtte de Bisschop van Utrecht voor de Vikingen naar Deventer en stichtte er een plaatsvervangend hof. Daardoor werd Deventer een religieus centrum binnen het bisdom Utrecht.

 

De plaats werd in 882 zelf ook geplunderd door de Vikingen. In de 2de helft van de 12de eeuw werd het gebied van de bisschop van Utrecht in tweeën gesplitst door de inname van de Veluwe door de hertog van Gelre.

 

Waarschijnlijk eind 13e eeuw sloot Deventer zich aan bij de Hanze. Op het hoogtepunt van de Hanze midden 15e eeuw bestond een groot netwerk van geregelde handelscontacten van de Baltische staten (haring) tot Engeland en van Noorwegen (stokvis) tot diep in Oostenrijk.

 

Deventer havenstad

De stad was een havenstad. Grote schepen konden tot aan Deventer landinwaarts de IJssel bevaren en aan de kade aanleggen. De hertog van Bourgondië, Filips de Goede, trok met een leger vanuit Utrecht op naar Deventer omdat hij de steden hun grote macht wilde ontnemen. Het werd het begin van het verval van de macht van de Hanze in de noordelijke Nederlanden. De stad bereikte aan het eind van de 15e eeuw economisch zijn hoogtepunt.

 

Er werden toen jaarlijks vijf grote markten gehouden die ieder weken duurden en waarvoor tot ver buiten de Nederlanden belangstelling was. Aan het begin van de 16e eeuw zou het economisch zwaartepunt in de noordelijke Nederlanden definitief verschuiven naar de steden in Holland en Zeeland.

 

In de eerste helft van de 16e eeuw voerden de Bourgondiërs (Filips de Schone in 1506) en Habsburgers (de keizers Maximilaan en zijn zoon Karel V) strijd om alle noordelijke Nederlandse gewesten onder hun bestuur te brengen.

 

De lange en verbeten strijd om Gelre duurde op en af van 1502 tot 1543 (de Gelderse Oorlogen) waarbij twee forten aan de overkant van de IJssel werden gebouwd. Na een actie van de legers van Karel V in 1528 vluchtten de Gelrenaren en braken de Deventenaren de forten af en gebruiken de stenen voor de nieuwe “Waag”.

 

Politiek werd nu bedreven vanuit Brussel. In 1566 erkende het Deventer stadsbestuur het recht van de protestanten op vrije godsdienstoefening. De landvoogd namens de Spaanse koning, de hertog van Alva, was het daar niet mee eens en stuurde in 1568 een bezettingsgarnizoen van 900 Waalse soldaten. In datzelfde jaar begon de Tachtigjarige Oorlog.

 

De verovering van Deventer: 

In 1570 deed Willem van Oranje vergeefs een poging de stad bij verrassing in te nemen. In het jaar 1572 waren de Nederlanden in rep en roer door de invallen van de watergeuzen en Oranjes tweede invasie. Deventer bleef Spaans, omdat er een sterk garnizoen lag. Pas zes jaar later, in 1578, na het 'Beleg van Deventer', veroverde men de stad op de Spanjaarden. In 1587 echter droeg de Engelse bevelhebber van het Staatse garnizoen, de stad weer over aan de Spaans gezinden.

 

In datzelfde jaar begon prins Maurits met zijn veroveringen, en in 1591 belegerde hij Deventer, tijdens het tweede Beleg van Deventer van de Tachtigjarige Oorlog. De verovering van Deventer kostte het leger van Maurits tien dagen. Na inname van de stad door Staatse troepen beheerste de Republiek de IJssel als vervoersstroom en kwam het bestuur van de stad definitief in handen van de Staatse partij.

 

De stad was echter zwaar beschadigd, ontvolkt en verarmd. Haar positie als economisch en religieus centrum was ze definitief kwijt, al zijn er nog tot ver in de zeventiende eeuw jaarmarkten. In de Franse tijd, op 4 mei 1809, bracht koning Lodewijk Napoleon een bezoek aan Deventer waarbij hij de befaamde Deventer koek zou hebben genuttigd. Door de ontmanteling van de vestingwerken na 1870 kwam de weg vrij voor uitbreiding van industrie en woningbouw buiten de oude stad.  



WW2: 

Vanaf ongeveer 1600 had Deventer een schipbrug, bestaande uit pontons, waarmee beide oevers van de IJssel met elkaar waren verbonden. Voor het spoorvervoer was al in 1887 in Deventer een spoorbrug aangelegd. Voor de nieuwe brug, gebouwd in 1941, de huidige Wilhelminabrug, werd de oude haven gedempt. In 1945 werd bij de terugtocht van de Duitse troepen de brug opgeblazen, waardoor de oude schipbrug nog een tijd dienst moest doen. 

 

De spoorbrug is twee keer opgeblazen; de eerste keer vlak voordat Duitse troepen de stad in trokken en een tweede keer vlak voor de bevrijding. Op de overeind gebleven pijlers is na de oorlog door genietroepen van het Engelse leger een provisorisch bedoelde enkelsporige Baileyspoorbrug gebouwd.

 

In de uiterwaarden bij de Worp heeft men ter herinnering aan de oude brug één pijler laten staan met een Engelse Baileyschoring er bovenop. In de Tweede Wereldoorlog had de stad het zwaar te verduren, ze is verschillende malen door de Geallieerden gebombardeerd, met honderden burgerslachtoffers als gevolg. Van de circa 11.000 woningen bleven er slechts 2.500 onbeschadigd.

 

Met name het gebied rond de strategisch belangrijke bruggen werd door bommen getroffen; ook het historisch stadscentrum liep daarbij grote schade op. In de bossen van landgoed Oostermaet bij Lettele werd in 1944 een lanceerbasis voor V1 raketten geïnstalleerd. Afzwaaiers daarvan kwamen soms op Deventer terecht met de nodige doden en gewonden als gevolg.

 

In de toen net nieuwe Westenberg Kazerne bij Schalkhaar was gedurende de oorlogsjaren het nationaalsocialistische Politieopleidingsbataljon gevestigd. Begin 1944 werd in de Nieuwstraat het (Rijks-)Bureau Afvoer Regerings Apparaat (B.A.R.A.) gevestigd. Deze instelling had als taak belangrijke regeringsinstellingen uit Den Haag, dat door de Duitsers als een potentiële invasieplek werd gezien, te evacueren naar veiliger geachte landstreken.

 

Zo werd een deel van het Ministerie van Financiën vanaf midden 1944 tot begin juni 1945 ondergebracht in een schoolgebouw aan de Twickelostraat.

 

Zowel het ministerie als de politieopleiding in Schalkhaar stonden onder direct gezag van NSB-kopstuk Rost van Tonningen die een woonhuis had in Diepenveen. Van de ruim 600 Joden die in 1941 in de stad woonden zijn er meer dan 400 vermoord. Kort voor de bevrijding, op 5 april 1945, hebben collaborateurs bij Colmschate nog drie Joodse onderduikers geëxecuteerd. Vlak voor het moment van de daadwerkelijke bevrijding op 10 april 1945 vond in de stad het “Twentol”-drama plaats, waarbij zeven verzetsstrijders om het leven kwamen. 

 

Heden: 

Na WW2 werden nieuwe woonwijken gerealiseerd op grondgebied dat daarvoor door de gemeente Diepenveen moest worden afgestaan. Vanwege de politieke verhoudingen werd Deventer in de 20e eeuw door sommigen 'Moskou aan de IJssel' genoemd. De bevolking bestond tot in de jaren zeventig voor een groot deel uit arbeiders die werkzaam waren in de grote textiel-, metaal-, en andere fabrieken.


>>> Lees hier de Nederlandse GESCHIEDENIS



tips & advies (2015)


Deventer telt tegenwoordig twee treinstations, Station Deventer en het voorstadstation Deventer Colmschate. Er zijn plannen om in de toekomst een tweetal voorstadstations bij te bouwen. Het busstation bevind zich aan de voorzijde van het Centraal Station.

 

Deventer – Amsterdam (Duivendrecht): de rit naar Amsterdam (helaas moet je overstappen bij Duivendrecht om bij het CS Amsterdam te komen) duurt zo’n 85 minuten en kost rond de 15 euro voor een enkeltje. Treinen vertrekken gemiddeld elk uur. 


Er zijn talloze leuke kleine verstopte terrasjes te vinden in het historische centrum van Deventer. Maar je kunt ook op een van de talloze terrasjes gaan zitten op de “Brink” – het grote marktplein van de stad. 



  • Naam             : Camping “de Worp

Adres             : Worp 12   (of ook Langelaan 12)

Prijs                : 5 euro pp + 5 euro kleine tent

Tel.nr.             : +31 (0)570 613601 of 06 19912399

Email              : www.stadscamping.eu


Dicken’s Festijn:

Het grootste jaarlijkse terugkomende evenement van Deventer is het “Dickens Festijn”. Dit tweedaagse evenement wordt op initiatief van buurtbewoners en middenstanders sinds 1991 gehouden in het weekend voor Kerstmis in het middeleeuwse Bergkwartier, deel van de oude binnenstad van Deventer. Vrijwilligers spelen honderden personages uit de boeken van Charles Dickens (1807-1870) na, zoals Scrooge, Oliver Twist, Mr. Pickwick, Christmas Carol-zangers, weeskinderen, dronkaards, ambachtslieden en vele andere arme en rijke lieden.

 

Het Dickens Festijn wordt jaarlijks bezocht door ongeveer 120.000 mensen. Er komen ook veel buitenlandse bezoekers, vooral uit Duitsland. De toegang tot het Dickens Festijn is gratis en alleen mogelijk via de Walstraat/hoek Keizerstraat. In de Deventer binnenstad zijn in het Dickensweekend ook allerlei kerstmarkten, concerten en andere activiteiten in het kader van 'Deventer Kerststad.'

 

“Deventer-koek”

De belangrijkste lekkernij is de “Deventer koek” die als vanouds volgens strenge gemeentelijke aanwijzingen gebakken wordt. Dit moest zorgen voor constante kwaliteit en een lange houdbaarheid. De geschiedenis van de Deventer koek gaat terug tot in de middeleeuwen.

 

Er werd koek verhandeld naar Hanzesteden als Bergen in Noorwegen. Al in de zestiende eeuw had de stad een gilde van koekbakkers. In 1593 waren er dertien koekbakkers in de stad en in 1637 had het gilde zelfs vijfentwintig leden. In die tijd werden er 700.000 koeken per jaar geëxporteerd.

 

Aan de Brink in het centrum van Deventer is een winkeltje gevestigd waar koek uit de fameuze Deventer koekfabriek wordt verkocht. In 2013 werd in Deventer een nieuwe kruidkoek geïntroduceerd die, volgens een meer dan honderd jaar oud recept, wordt gebakken door een plaatselijke ambachtelijke bakkerij.

 

Filmlocaties “Een brug te ver”;

Er zijn in en rond Deventer drie belangrijke locaties aan te wijzen die herkenbaar terugkomen in de “1977” blockbusterfilm “A bridge too far”:

  • Het bekendste icoon van de film is natuurlijk de “Wilhelminabrug’ te Deventer die de brug in Arnhem moet voorstellen. Dit omdat de zuidelijke oever in Arnhem na de oorlog is bebouwd en in Deventer niet - spektakel was daar toen om 3 uur in de nacht in 1977 de brug in de fik werd gestoken;
  • Op de Brink te Deventer wordt de aankomst van generaal Horrocks in Leopoldville om de troepen toe te spreken gefilmd;
  • Landgoed "het Schol" aan de westelijke oever bij Deventer was meer dan een enkele locatie. Het was zowel hoofdkwartier van Duitsers (veldmaarschalk Model) als geallieerden, en ook de plaats waar de film eindigt. 


zie ook: