Bezienswaardigheden - Nederland

den bosch en vught




inleiding


’s-Hertogenbosch of Den Bosch is de hoofdstad van de provincie Noord-Brabant al is het enkel de vier-na-grootste van de provincie. De stad ligt op het punt waar de Aa, de Dommel en de Zuid-Willemsvaart samenkomen en de Dieze vormen; niet zo vreemd dat juist hier, op deze strategische plek, een vesting- of garnizoensstad zou komen. Sommige delen van de oude stadsmuur staan nog overeind.

 

Maar de stad staat vooral bekend om z’n kathedraal (afkomstig van de stads’ bisschopszetel) de Sint Janskathedraal die in het hart van de stad staat. Je kunt een tour maken in een boot over ondergrondse kanalen of Nederlands oudste nog bestaande bakstenen gebouw bezichtigen. Elk jaar met carnaval is de Markt het hart van wat dan een paar dagen Oeteldonk gedoopt wordt.

 

Tenslotte mag je de stad niet verlaten zonder een keer de lekkernij “Bossche Bol” te hebben geprobeerd. 


highlights


Binnenstad ‘s Hertogenbosch:

Het middeleeuwse stadscentrum van 's-Hertogenbosch is een van het oudste en meest complete van Nederland. De stad telt honderden rijksmonumenten en drie beschermde stadsgezichten. De binnenstad is het grootste omwalde gebied van het land. De stad werd, na een grondige renovatie om de wallen in originele staat terug te brengen, verkozen tot Europese vestingstad van het jaar 2005.

 

Maar 's-Hertogenbosch is vooral bekend vanwege de enorme en prachtig gebouwde Sint-Janskathedraal, een hoogtepunt van de late Brabantse gotiek. Het is een groot kerkgebouw met de titel van kathedraal omdat het de zetel is van de bisschop van 's-Hertogenbosch.

 

Gebouwd in de 14e en 15e eeuw moet deze kathedraal een van Nederlands mooiste zijn. In deze staat het genadebeeld van Onze Lieve Vrouwe van 's-Hertogenbosch (de Zoete Moeder). De toegang is gratis maar als je de toren wilt beklimmen kost dat een paar euro.

 

Markt en andere kerken: 

In de binnenstad van de stad zijn ook nog andere kerken te vinden. Dat zijn de oude Sint-Jacobskerk in de Bethaniëstraat, de nieuwe Sint-Jacobskerk aan het Jeroen Boschplein, de Sint-Catharinakerk aan het Kruisbroedershof en de Grote Kerk in de Kerkstraat. 

 

Maar het hart is het nabijgelegen “Markt” waar vroeger zoals de  naam al aangeeft markt werd gehouden. Aan de hoek van dit plein staat Nederlands oudste nog bestaande bakstenen huis, de “Moriaan”. Hierin is tegenwoordig het VVV gevestigd. Verder staat het uit 1670 jaar stammende stadhuis aan het gezellige plein.

 

Midden op het plein staat een van de bekendste Bosschenaren namelijk het standbeeld van schilder “Jeroen Bosch”;  het Jheronimus Bosch Art Center is een museum in de stad waarin zijn werken centraal staan. Iets verderop in de Verwerstraat staat het “Noord Brabants” museum wat in de 18de eeuw dienst deed als gouverneurshuis. 


De Binnendieze en de stadswallen

Je kunt in de stad “Den Bosch” een aantal leuke tours maken die vooral over het water gaan maar dan wel anders dan in andere Nederlandse steden omdat zij vaak onder gebouwen, pleinen en straten doorgaan.

 

De Binnendieze is in 1996 gerestaureerd en is nu toegankelijk voor rondvaartboten. Niet aan claustrofobie of arachnofobie lijdende belangstellenden kunnen reserveren voor drie rondvaarttrajecten in het systeem van de Vughterstroom.

 

Hunne Majesteiten Beatrix, Koningin der Nederlanden, en Albert, Koning der Belgen gingen in 1999 gezamenlijk hierin voor. De organisatie “Binnendieze” doet veel stadstours terwijl rederij “Wolthuis” eerder geneigd is tours te maken naar de kanalen die bij de oude defensieve wallen zijn aangelegd.

 

's-Hertogenbosch was vroeger een garnizoensstad. De resten van de eerste vestingmuur, die een gebied omwalde dat niet veel groter was dan de directe omgeving van de markt, zijn op verschillende plaatsen nog zichtbaar: de waterpoort waar de Dieze het stadje binnenkwam is het grootste restant. Ook van de Leuvense Poort zijn nog overblijfselen te zien. De voormalige Koning Willem I Kazerne is in miniatuurvorm nog steeds te bewonderen in Madurodam te Den Haag.

 

Uniek voor een middelgrote stad is de situatie tussen 's-Hertogenbosch en Vught: daar grenst het buitengebied, thans natuurgebied "Het Bossche Broek", nog altijd pal aan de oorspronkelijke middeleeuwse stadswal.

 

·         Vught – zie “Kamp Vught”

 

Andere bezienswaardigheden:

Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch (voorheen Museum Het Kruithuis). 



geschiedenis


Oorsprong en Middeleeuwen 

Hoewel er bij opgravingen op de Markt weinig tot geen bewijs voor gevonden is, wordt ervan uitgegaan dat, voordat de stad ontstond, ter plaatse een (moeras)bos aanwezig was, dat als jachtgebied toebehoorde aan de graven van Leuven en later aan Hendrik I, de eerste hertog van Brabant.

 

Hier komt de naam des Hertogen bosch (het bos van de hertog) vandaan. 's-Hertogenbosch werd als stad gesticht op het grondgebied op een oud domein van de graven van Leuven.

 

Spoedig na de vorming van deze nederzetting, verleende graaf Godfried III van Leuven het in 1184 stadsrechten. De stad droeg meteen het karakter van een vestingstad en dat was waarschijnlijk ook de belangrijkste reden om de stad vrijwel meteen stadsrechten te verlenen.

 

's-Hertogenbosch moest uitgroeien tot een militair steunpunt, dat van de Maas een verdedigbare noordgrens zou kunnen maken. De stad zou dan tevens een bescherming en uitvalsbasis tegen Gelre en Holland vormen. 

 

's-Hertogenbosch werd na Leuven, Brussel en Antwerpen de vierde hoofdstad van het Hertogdom Brabant en bestuurde de meierij, ongeveer het gebied van het oostelijke deel van de huidige provincie Noord-Brabant. De stad groeide door handel en nijverheid zo snel dat al vanaf 1318 een tweede, veel ruimere, omwalling langs nieuw gegraven lopen van de Aa en de Dommel gebouwd werd.

 

Hiermee werd in grote lijnen het huidige centrum gemaakt. 's-Hertogenbosch was na het voltooien van de tweede omwalling de tweede stad (na Utrecht) in inwoneraantal op het grondgebied van het huidige Nederland. Het resultaat was een uniek stelsel van ondergrondse waterstromen, dat in 1970 ternauwernood aan een bijna volledige demping ontsnapte.

 

De 80-jarige oorlog

De stad vormde eeuwenlang een belangrijk steunpunt voor de hertogen van Brabant in hun strijd tegen Gelre. In die tijd kende de stad een bloeiend economisch en cultureel leven. Beroemde mannen als de schilder Jeroen Bosch en de toneelschrijver Macropedius leefden en werkten toen in de stad.

 

Begin 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten tussen gewesten en steden die een nauwere samenwerking zochten binnen de gematigde en zwakke Unie van Brussel; tegelijkertijd begon de Spaanse veldheer Alexander Farnese (prins van Parma) aan een herovering van de Zuidelijke Nederlanden.

 

Toch weer katholiek

De Bosschenaren moesten nu kiezen voor harde opstandigheid of terugkeer onder het koninklijk gezag. Op 1 juli 1579 deden de calvinisten een poging met geweld over te nemen, wat mislukte na een hevig gevecht tussen protestanten en katholieken op de Markt van 's-Hertogenbosch, bekend als het Schermersoproer; de katholieken wonnen en kozen voor trouw aan de Habsburgse koning.

 

In december dat jaar sloegen duizenden protestanten in paniek op de vlucht, nadat duidelijk was geworden dat het stadsbestuur niet overging tot de erkenning van de Unie van Utrecht en de prins van Parma om bescherming vroeg. De Staatsen waren echter van zins 's-Hertogenbosch toch te veroveren, omdat het een belangrijke strategische vesting was; tussen 1585 en 1622 werd de stad maar liefst zesmaal aangevallen, vooral uitgevoerd door de legeraanvoerder van de Republiek, Prins Maurits van Oranje, doch alles zonder succes.

 

Toen in het Heilige Roomse Rijk de verwoestende Dertigjarige Oorlog was uitgebroken, die in tijd samenviel met de laatste dertig jaar van de Tachtigjarige Oorlog, poogden de Habsburgers de opstandige Republiek te breken door haar te isoleren van haar achterland. 's-Hertogenbosch werd de spil van een ijzeren ring van vestingen. Reusachtige bedragen werden geïnvesteerd in nieuwe vestingwerken, waarvan de hoofdwallen nog grotendeels bewaard zijn gebleven. De Oranje aanhangers zouden met een grote tegenaanval in 1629 het Beleg van ’s-Hertogenbosch afkondigen.

 

Het beleg van ‘s Hertogenbosch

Met ruim 30.000 man sloeg de broer van Prins Maurits, Prins Frederik Hendrik, beleg om ’s Hertogenbosch met het geld, buitgemaakt tijdens de buitgemaakte ‘zilvervloot” nabij Cuba in het jaar 1629. Eerst maakten de inwoners zich weinig zorgen: de "Moerasdraak" gold immers als onneembaar voor de toenmalige belegerings- methoden, want de drassige grond leek ondermijning uit te sluiten. Frederik Hendrik volbracht echter het schijnbaar onmogelijke.

 

Met een tweede leger van duizenden in Holland, Utrecht en Gelderland gerekruteerde landwerkers verlegde hij de lopen van zowel de Aa als de Dommel tot ver rond de stad en wierp langs de veertig kilometer lange nieuwe beddingen een verschanste dubbele ringdijk op.

 

Daarna begon hij de zo ontstane polder met honderden paardenmolens droog te leggen. De Bosschenaren zagen voor hun verbijsterde ogen het water zich terugtrekken en de loopgraven van de Staatse vijand oprukken. Na ruim drie maanden beleg zag de stad zich gedwongen te capituleren. Door deze onverwachte nederlaag was de Habsburgse strategie volledig mislukt.

 

 Tot 1794 raakte de stad aldus in de Staatse bezettingszone van Brabant. Als dwangburcht tegen de katholieke  inwoners werd een enorme citadel aan de noordzijde van de stad opgeworpen.

 


WW2:

Op dolle dinsdag (5 September 1944) trokken de Duitsers met hun handlangers ’s Hertogenbosch uit en begonnen mensen te plunderen. Fabrieken stroomden leeg, winkels en scholen bleven dicht. De Duitsers bliezen alles op en verbrandden wat voor de geallieerden van belang kon zijn.

 

De zware knallen van de ontploffende werkplaatsen van de Luftwaffe in de Veemarkthallen werden in de hele stad gehoord. Boven de gebouwen hingen zware rookwolken. Maar op 8 september 1944 waren de nazi’s terug. De bevolking werd gesommeerd de terug gestolen spullen uit het Wehrmachtdepot opnieuw in te leveren.

 

 

Zaterdag 16 september werd het spoorwegemplacement door een groot aantal jachtvliegtuigen beschoten. Het treinstation uit 1896 en is niet meer opnieuw opgebouwd. De perronoverkappingen zijn echter bewaard gebleven en zijn nu rijksmonument. De volgende dag werden deze aanvallen voortgezet.

 

Slag om Arnhem

Maar die zondag, 17 september werd de Bosche bevolking gewaarschuwd door het gebrom van vliegtuigen en zagen ze een onafzienbare stroom vliegtuigen met en zonder gliders overkomen, richting het noordoosten (slag om Arnhem). Intussen werd de commandant van de Duitse troepen, overste Dewald in 's-Hertogenbosch opgedragen alle troepen in gereedheid te brengen. De stad moest tot het uiterste worden verdedigd tegen de troepen die in de omgeving van Heeswijk waren geland.

 

Tegen alle verwachtingen in duurde het nog meer dan een maand voordat de inwoners van 's-Hertogenbosch de bevrijders te zien kregen. Op 22 okotober 1944 werd vanuit Oss de Geallieerde aanval ingezet op eerst Rosmalen. Uiteindelijk werd vanuit het bruggenhoofd op de Hekellaan de binnenstad tot aan de Dommel bevrijd. Er werd nog hevig gevochten en delen van de stad stonden in brand.

 

De strijd kostte 236 burgers het leven, meer dan 400 Bosschenaren werden gewond, van wie 125 zeer ernstig. Ruim 700 gebouwen en huizen werden vernield en 10.000 panden liepen lichte schade op. 's-Hertogenbosch was weliswaar vrij, maar de oorlog was nog niet voorbij. 's-Hertogenbosch werd vanaf de overkant van de Maas nagenoeg dagelijks beschoten.

 

De Luchtbeschermingsdienst telde tussen half december 1944 en eind maart 1945 bijna 2.000 V1's die over de stad kwamen. Op 22 december 1944 stortte zo'n V1 neer in de stad; 19 burgers verloren het leven en twaalf raakten gewond. Ook op 20 maart 1945, de dag dat Koningin Wilhelmina een bezoek bracht aan de stad, vielen weer enkele granaten op de stad.

 

Heden 

Na 1950 drong het besef pijnlijk door dat de stad was ingedommeld. Men probeerde  de gemiste kans om een van de grootste agglomeraties van het land te worden alsnog goed te maken. Een enorm bouw- en sloopprogramma werd op poten gezet. Dienstverlening werd echter belangrijker dan industrie en de moderne mens prefereerde authentieke stadsgezichten boven kantoorkolossen.

 

Behoudende en progressieve krachten sloegen de handen ineen en voorkwamen op het nippertje de vernietiging van de historische binnenstad.


>>> Lees hier de gehele GESCHIEDENIS van Nederland. 



tips & advies (2000 en 2016)


Station 's-Hertogenbosch staat aan het Stationsplein. Dit plein is het belangrijkste openbaarvervoerknooppunt van de gemeente. Station 's-Hertogenbosch Oost is een kleiner openbaarvervoerknooppunt.

 

Hier komt een aantal stads- en streekbussen samen en stopt ook de stoptrein 's-Hertogenbosch - Nijmegen.

 

’s Hertogenbosch – Amsterdam; per uur gaan twee treinen via Utrecht C.S. naar Amsterdam toe. De rit duurt ongeveer een uurtje. 


In de “Korte Putstraat” zijn talloze restaurants te vinden. 



  • Naam             : Nationaal Monument Kamp Vught

Adres             : Lunetten 600

Prijs                : 6 euro (1e woensdag vd maand gratis entree)

Tel.nr.            : +31(0)736566764

Website         : www.nmkampvught.nl

 

Inhoud:

Op het relatief kleine gebied wat ingeruimd is als het museum “het nationale monument” staat nog een origineel gebouw – het voormalige crematorium. De wachttorens, de woonbarak 13B zijn nagebouwd. Ook staat er een groot nieuw modern receptiegebouw dat in 2002 werd opgeleverd met het eigenlijke museum erin gevestigd. Vaak wordt er nog een andere (tijdelijke) expositie verzorgd.

 

De wachttorens zijn overigens lager dan de originele torens ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat men anders over de muren van de penitentiaire inrichting heen zou kunnen kijken. Op het terrein staat het monument als herdenking van de kindertransporten. De transporten worden jaarlijks in juni herdacht.

 

Barak 1B is de laatst overgebleven barak van het voormalige kamp. Het was toen de postbarak waar o.a. de Rode Kruis pakketjes en brieven binnen kwamen. Het bevind zich 400 meter ten zuiden van het museum en ligt tegen de woonwijk “Lunetten” aan.

 

Als muren konden spreken: 

De expositie “als muren konden spreken” bestrijkt de vier periodes van het concentratiekamp (1943-1944), het opvangkamp voor Duitse burgerevacuees uit het grensgebied (1944 -1945) en het interneringskamp voor NSBérs, van collaboratie verdachte Nederlandser en Rijksduitsers (1944-1949). Sinds 1951 is een deel van het kamp in gebruik als woonoord “Lunetten” voor Molukse ex-KNIL-militairen en hun gezinnen.

 

Bij de oude fusilladeplaats staat nu een gedenkteken met de namen van de 329 mannen die hier werden doodgeschoten, dat op 20 december 1947 werd onthuld door prinses Juliana. Het houten kruis achter het gedenkteken was er al eerder neergezet door buurtbewoners. In 1995 en 1996 werd het gedenkteken beklad.

 

De dader is nooit gevonden. De bekladde panelen hebben nu een vaste plek gekregen bij Nationaal Monument kamp Vught. N.a.v. de bekladdingen bevestigde een onbekende een stuk karton met daarop een gedicht, aan het hek bij de fusilladeplaats. De tekst is later in brons gegoten en hangt bij de ingang van het hek.

 

Buurtbus 213 vanuit ’s Hertogenbosch (halte Lunettenlaan).


>>> Lees hier meer over Kamp Vught in Vught. 


De “Bossche Bol” is een lokale lekkernij, verbonden met de naam Den Bosch maar ook bekend buiten de stad. Het is voor Nederlanders een grote moorkop.

 

Bekend is 's-Hertogenbosch in carnavalstijd. De stad wordt in die dagen omgedoopt tot het Bourgondische “Oeteldonk” (een donk is een zandkopje in de rivier – het ontstaan van de stad). Anders dan de carnavalsvierders in Limburg, die hun carnaval vieren volgens de Rijnlandse traditie, houden 's-Hertogenbosch en Bergen op Zoom vast aan het Bourgondische Carnaval.

 

Dat blijkt bijvoorbeeld uit het verschijnsel dat men zich (in 's-Hertogenbosch) in een boerenkiel hult om duidelijk te maken dat in deze tijd gangbare rangen en standen binnen de samenleving vervallen. De tijdelijke overdracht van de stadssleutel door de burgemeester aan de "carnavals- burgemeester" is hier ook een teken van.

 

Ook kent men in 's-Hertogenbosch geen dansmariekes en steken met fazantenveren, zoals men die in andere delen van Brabant en in Limburg wel veel ziet.



zie ook: