Reisverhalen - Myanmar

kyaiktiyo



naar de slachtbank


Omdat ik vroeg ben aangekomen in Kin Pun (de aftrap naar de heilige berg Kyaktiyo) wandel ik na een goed ontbijt richting het “truckstation”. Een grote lege garage waar een aantal ijzeren stellingen staan waar je d.m.v. een trappetje op kunt klimmen.

 

Daarvandaan over de reling van de vrachtwagen en dan aansluiten tot je op de volgende hun schoot zit. Hoedenverkoopsters jengelen naar mensen in de vrachtwagen om verkoop en als de hele truck stampvol zit, springen er nog allemaal mensen achterop en dan stomen maar.

 

Eerst razen we door het stoffige stadje Kin Pun heen en dan een stuk vals plat omhoog. Hier stoppen we en nu worden er koppen geteld en ik voel mij als een koe die naar de slachtbank gaat. 

 

Tien minuten later staan we weer stil – een jongen klimt de vrachtwagen op en gaat als een discipel een preek beginnen.

 

Ik zit voorin tegen z’n longhi jurk aan te kijken en ben blij als hij z’n zilveren emmertje pakt, wat rammelt en doorgeeft zodat mensen flappen kunnen geven. Als je de berg op wilt kun je dit alleen per truck of lopend doen – taxi’s, bussen en andere voertuigen zijn niet geoorloofd.

 

En ik kom er al snel achter waarom dat is – de chauffeur moet alle zeilen bijzetten om de truck de zeer steile bochten in te duwen, terug te schakelen en het stuur om te gooien. Wij achterin zitten in de prikkende zon stof te happen en op te letten dat onder onze hoofddeksels geen wind komt want stoppen doet de truck niet.

 

Een rij geldophalers

Weer stoppen we en weer komen er mensen met zilveren kommen om de bus heen staan, dreigend op zoek naar geld. We komen geregeld trucks tegen die al teruggaan en ik vraag mij af hoe ze dit regelen zodat de grote monsters niet in botsing met elkaar komen bij een bocht – tijd om te toeteren is er haast niet.

 

De rit duurt ongeveer 30 tot 45 minuten en dan opeens stoppen we. Dit is waarschijnlijk de plek waar jaren geleden definitief werd gestopt en waarna je nog zeker een drie kwartier moest lopen om bij de heilige berg aan te komen. Nu is dit de plek waar je de kosten van de rit mag betalen. Nu scheuren we door bij weer een rij geldophalers en stoppen op een kleine parkeerplaats. “Sedan” dragers komen direct op de truck af op zoek naar kreupelen, ouderen of anderen die geïnteresseerd zijn.

 

Geen geluk vandaag zo te zien want het is nog maar een 10 minuten lopen voordat je op het plateau van de rots bent. Aan beide zijden een haag van verkoopsters en vooral de verkoop van een soort noedels in een glas met siroop valt op.

 

Buitenlanders moeten een “fee” betalen van 6000 K en je krijgt een verschrikkelijk oubollig groen lintje om met een kaartje eraan en een ticket. Hier staan dus alleen de dure hotels waar buitenlanders mogen logeren – de gewone reizigers kunnen alleen in Kin Pum overnachten. 


het heilige plateau


Schoenen uit, een trap op en dan een groot plateau met marmeren tegels met aan beiden zijden lage gebouwtjes.

 

Het lijken wel oude voetbalkantines uit de jaren 70 en ik vraag mij af wat het zijn – ik zie een politiebureau, een glazen kast met wederom “nat” figuren erin, een Bodhi boom, een kiosk waar je bladgoud kunt kopen en anderen waarvan ik nu nog niet waarvoor ze dienen.

 

Mensen liggen op kleden en rieten matten in de schaduw; te eten, te liggen en te kletsen met elkaar alsof ze in een park liggen. Jongens met grote manden op hun rug met van alles en nog wat komen zwetend het plateau op om aan de andere kant weer naar beneden te lopen via een trap. Eerst wil ik die rots natuurlijk zien en wandel langs een rand vol geofferde kokosnoten, bananen en vele wierookstokjes. Het geheel doet mij direct aan India denken waar je op je blote voeten zeer moet uitkijken voor kaarsvet en vuur.

 

Er staat een ijzeren hek waarachter je als vrouw niet mag komen volgehangen met koeienbellen en ik zie een aantal mensen vlak onder de steen – aan de goede kant – bladgoud op de rots plakken. Ik moet denken aan een sculpturist die een nieuw kunstwerk moet maken maar deze mensen gaan helemaal op in wat zij doen. Eens zal die bal topzwaar worden en de heuvel afrollen, door het afval heen wat er nu al ligt. 



bladgoud


Een grote container wordt de berg afgedonderd en ik zie naast vele lege flessen ook vele geofferd voedsel en de snippers van het bladgoud. Als ik hond was had ik hieronder m’n hutje neergezet. Ik loop een rondje over het stenen pad wat onder de rots is doorgebouwd en kijk naar de troep die in het gat ertussen ligt.

 

Een monnik zie ik hangen op de rots alsof het een vrouw is en opeens word er op m’n schouder getikt – of ik op de foto wil met een aantal lokale toeristen. Even ga ik in de schaduw zitten op een stenen trappetje bij een glazen huis waar mensen in zitten te bidden om dan even van het prachtige uitzicht te genieten wat je rondom het plateau kunt bewonderen.

 

Je moet wel uitkijken dat je niet in iets staat of op iemand gaat staan want alle schaduwplekjes zijn bezet. Bij de andere kant aangekomen kun je tussen dit plateau en een pagoda op een andere piek een grote hoeveelheid van aluminium daken zien – dit zijn allemaal marktkramen en huisjes waar souvenirs, eten en andere prullaria worden verkocht. Ik houd dit even voor een andere keer en wandel terug. 

 

Opvallend veel mensen lopen hier naast een wandelstok en petje met een wit T-shirt met opdruk “I love Myanmar” aan. Of het is een nieuwe rage die bij ons al jaren terug over is gewaaid OF dit is iets wat je alleen draagt hier want eerder heb ik nog nergens gezien in het land.

 

Een luidspreker jammert over het plateau waarschijnlijk allemaal gebeden en al met al is deze religie niet veel anders dan de anderen als je erover nadenkt. Grote gevulde glazen donatieboxen staan overal opgesteld en het ene biljet wordt er na het andere ingegooid. Ik heb eigenlijk wel genoeg gezien en wandel terug naar waar ik met de truck ben uitgestapt. 


de apenheul


Helaas is de terugweg iets meer chaotisch dan de heenweg; hier staan verschillende ijzeren trappetjes maar het is niet duidelijk waar de volgende truck gaat stoppen om mensen op te halen. En er staan al behoorlijk wat mensen te wachten en nieuwe zijn onderweg.

 

Opeens verschijnt een lege truck die achterin inparkeert. Mensen worden op het laatste moment achter de grote grommende vrachtwagen weggetrokken en ook op de ijzeren klimrek ben je niet veilig want deze wankelt alle kanten op.

 

Als je denkt dat je gegarandeerd een plek hebt als je via de trap gaat kom je bedrogen uit; oma’s, kinderen en heel veel tassen worden van alle kanten de truck ingesmeten en er wordt geklimd al ware het de Apenheul.

 

Mensen die op de trap staan zien opeens alle plekken vol zitten. Dan verschijnt er nog een truck en ik sta al klaar. Maar ook deze keer is deze binnen de kortste keren tot de nok gevuld. Opeens staat er iemand op en gaat eruit waardoor er voor mij en plekje vrijkomt. Mensen lijken opgelucht dat de lange buitenlander niet hoeft te wachten en zij zichzelf niet hoeven te schamen voor dit schaamteloze gedrag. Op de terugweg volgt hetzelfde ritueel alleen vice versa met alle tam-tam van de heenweg.  



tips & advies (2014)


Er is niet echt een busstation in Kin Pun – er is een truckstation en een plaats waar pick-ups en bussen stoppen daar waar de markt is. 

 

Kin Pun – Hpa-An: om 09:00 en 12:00 in de ochtend vertrekt vanaf de markt een pick-up naar Hpa-An. Kosten 5000 K. Duur zo’n 5 uur. 


Naam               : Sea Sar guesthouse

Prijs                  : 10.000 K (double)

Tel.nr.               : 09-8723288/ 09-49818854

 

Inhoud: 

Dit hostel is vlakbij het bus- en truckstation gelegen maar in een rustig zijstraatje. Het terrein lijkt ietwat op een verouderd vakantiecomplex. Er is een soort van oprijlaan met parkeerplaats, aan de zijkant een receptiehuisje met daarvoor een terras waar ’s morgens ontbijt wordt geserveerd (inclusief). Rond dit alles zijn vele soorten bungalows en een soort van keten gezet die dienst doen als kamers.

 

Er zijn triple ’s van 35 dollar maar ook kleine kamertjes van 8 euro. Naar mijn weten hebben ze allemaal een eigen wc en douche. Het is niet super schoon maar het geheel maakt het een prima keuze voor een paar nachten. M’n kamertje (op een hoek) had ook een eigen douche (koud) en wc en jammer genoeg konden de ramen niet helemaal gesloten worden. Naast dit kun je alles horen wat de buurman of vrouw doet helaas (zeer gehorig).

 

Met een beetje ongeluk zitten mensen op hun terrasje te praten. Ander probleem is het aantal muggen – er zijn geen muggennetten maar je kunt wel vragen om de insectenspray. Ik had m’n eigen “coils” mee en ik heb geen problemen gehad. Het ontbijt is prima (koffie, toast, ei, boter en jam) en het personeel is redelijk.

 

Ze kunnen een bus voor je regelen en sommigen spreken redelijk goed Engels. 



zie ook:




meer links:


Ayutthaya

THAILAND

De Koningstad van Thailand, Ayutthaya heeft zelfs een Nederlands (koloniaal) tintje. 

Kandy

SRI LANKA

Voor Boeddhisten is de stad Kandy met z'n belangrijke Pattini Devale tempelcomplex heilig.