Achtergrondinformatie - Myanmar

"japanse aanval in birma"



de situatie voor de oorlog


Birma was een Engelse kolonie en alhoewel afgesplitst van Brits Indie groeide de ontevredenheid van vooral de belangrijkste bevolkingsgroep de “Bamar”. Dit omdat veel Indiërs en Chinezen werden toegelaten en de handel grotendeels overnamen.

 

Ook waren de Birmese bang dat hun traditionele cultuur, geschiedenis en leefgewoonten door de vele immigranten en de Engelse Kolonisatie zou komen te verdwijnen. Het was dus niet zo vreemd dat veel Birmese kozen om de Britten niet te helpen toen de Japanners een onafhankelijk Birma toejuichten en het land binnenvielen.

 

Integendeel er werd een onafhankelijk Birmees leger opgezet eind 1941 in Bangkok om Birma een maand later te “bevrijden” van het Britse koloniale juk. 

 

De Britse defensieplannen voor Birma waren vooral gericht op het linken van vliegvelden tussen Birma met Singapore en Maleisië. Deze kwamen onder zware druk te staan toen Engeland te maken kreeg met de Duitse aanvallen in Europa en in eigen land. Vanzelfsprekend kreeg het moederland de voorkeur en Birma werd aan z’n lot overgelaten met een handvol slechte geleide en getrainde Indische soldaten.

 

Het Birmese leger was vooral gericht op nationale belangen en van de Chinezen, die zelf in oorlog met Japan waren, was weinig hulp te verwachtten. 


japanse doelen


De Japanse aanval op Myanmar had een aantal primaire en secundaire doelen; eerst was alleen hoofdstad Rangoon met z’n haveninstallaties genoeg maar dit plan werd snel uitgebreid. Een reden was het veroveren van de olie rond “Yenangyaung” onmisbaar voor de Japanse oorlogsindustrie alsmede andere mineralen en gewassen (o.a. rijst) die het land rijk is.

 

Een andere reden om Birma aan te vallen was het doorsnijden van de bevoorrading van de Geallieerden aan de Chinezen d.m.v. de Birma weg. De westgrens van Myanmar tenslotte is een perfecte naturel grens met hoge bergen, jungle en kolkende rivieren die zou dienen als bufferzone voor de Japanse uitbreiding elders in Oost-Azië. 

 

Op 21 December 1941 werd met Thailand een vriendschapsverdrag opgesteld om Japanse troepen door heel Thailand toe te laten, samen te werken op een aanval in Birma om later een deel van het land af te staan aan datzelfde Thailand. 


de aanval begint


Vanaf half Januari 1942 begonnen de Japanners speldenprikken uit te delen op het schiereiland van Birma, grenzend aan Thailand. De grote en belangrijke stad “Dawei” (toen Tavoy) werd al snel ontruimd omdat “Maleisië” prioriteit had en deze stad onverdedigbaar leek.

 

Op 22 Januari begon de echte aanval op Birma en een maand later zouden de Engelsen de belangrijke “Sittang” brug opblazen vanwege Japanse infiltratie terwijl een groot deel van het eigen leger nog op vijandelijke bodem.

 

De Japanners werden in beginsel vertraagd en commandant “Wavell” beval in ieder geval “Rangoon” te houden gezien versterkingen onderweg waren. Er werden nog pogingen gedaan om “Bago” te heroveren maar op 7 Maart werd besloten de hoofdstad van Birma te evacueren.

 

De havenfaciliteiten en olie opslag werden door de vertrekkende Geallieerden totaal verwoest. De Japanners waren in eerste instantie van plan geweest de stad te omcirkelen en vanaf het Westen aan te vallen. Zij waren niet op de hoogte van de evacuatie wat het Birmese leger de kans gaf door de ijzeren omcirkeling te breken; bijna was het hele Birmese leger in gevangenschap terecht gekomen inclusief Brits generaal Alexander. 



standhouden


Na de val van Rangoon was het (Engelse) plan om stand te houden in Centraal Birma. Gehoopt werd op een sterk front ten zuiden van de tweede stad “Mandalay” o.a. door Chinese legers. Voedsel en voorraden waren er (nog) voldoende alleen toegangswegen van en naar India waren een probleem – alleen een herovering van de hoofdstad zou een behoud van Birma kunnen betekenen.

 

De Geallieerden hoopten ook op een vertraging van de Japanse opmars maar deze werd juist versneld door versterkingen afkomstig van het reeds veroverde Java en Singapore.

 

Veroverde Britse vrachtwagens maakten snelle vorderingen mogelijk en de Japanners namen steeds de controle over in het Birmese luchtruim. Vele, vooral Bamar mensen deserteerden, een grote groep (vooral Indiase) vluchtelingen kwam op gang en chaos ontstond door vele (lucht)aanvallen van Japanse bommenwerpers. 

 

Terwijl de Geallieerden probeerden een vast front op te bouwen infiltreerden of omcirkelden Japanse eenheden de verdedigers telkens weer wat resulteerde in een verdere terugtocht richting “Mandalay”. De Chinezen zouden het oosten van Myanmar beschermen terwijl de Indiers en Britten de Irrawaddy als defensielijn kozen. In eerste instantie probeerden de Chinezen de Japanners nog tegen te houden bij de stad “Taunggi” maar al snel werden zij verslagen en lag de weg open om noordwaarts op te rukken richting Lashio.

 

Daarmee bedreigde het de gehele Geallieerde defensieve lijn en werden vele Chinese troepen omsingeld. Er zat er weinig anders op om over land terug te trekken naar zowel China (Yunnan) of India indien mogelijk.  Van de 45.000 Britse troepen waren er meer dan driekwart gewond en er waren nog 50 trucks en 30 jeeps over. De rest kwam in Japanse handen. 


geallieerde aftocht


De terugtocht naar China en India verliep chaotisch en desastreus. Stervende vluchtelingen, gedesorganiseerde legeronderdelen zonder leiding en/of materiaal en zieke en gewonde soldaten die over wegen en rivieren zo snel probeerden weg te komen.

 

Het “Birma” korps vluchtte naar “Manipur” in India en werd nog bijna omsingeld door de Japanners; de ontsnapping ging ten koste van zo goed als al het materiaal. Net voor de moessons in Mei 1942 kwamen zij in “Imphal” in India aan, gedesillusioneerd en uitgeput.

 

De Britse burgerregering werd verplaatst naar het hoge noorden van Birma in “Myitkyina” vergezeld met vele Engelse en Indiase burgers. Velen werden naar India gestuurd waardoor duizenden stierven op de hoge passen op de grens tussen beide landen.

 

De Chinese troepen die nog konden ontkomen vluchtten terug naar China waar veel zich vergrepen aan mede vluchtelingen. Daarbij kwamen naast veel burgers ook veel soldaten om onder de barre omstandigheden in de bergen. Ook ontkwam een groot gedeelte naar India waar ze onder Amerikaans opperbevel kwamen te staan. 

 

Op 10 Mei zouden ook 3 Thaise divisies de grens met Birma overgaan om hun deel van de overeenkomst met de Japanners te bezegelen. Ongeveer twee weken later werd de stad “Kengtung” veroverd op de Chinezen. De Thai rukten noordwaarts op en omdat de weg door de Japanners was afgesloten kwamen vele Chinese soldaten in Thaise gevangenschap terecht. De Birmese staten “Kachin” en “Shan” kwamen onder Thais bestuur terecht zoals was afgesproken in December van vorig jaar. 



japan houdt halt


In eerste instantie achtervolgden de Japanners de Chinezen tot in Yunnan provincie maar kregen bevel halt te houden bij de “Salween” rivier. Hetzelfde gold voor de Japanse legers die richting de Indiase grens oprukten.

 

Zij werden bevolen bij de “Chindwin” rivier kamp op te slaan. Reden was de komende moesson tijd die over een paar dagen in Mei zou beginnen. Hiermee werd de Japanse operatie in Birma opgeschort tot het einde van 1942 als de regens op zouden houden.


film


"To End All Wars" - (2001; 7,0)

Het waargebeurde verhaal van vier geallieerde krijgsgevangenen die de slechte behandeling van hun Japanse gevangen nemers moeten doorstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Ze worden gedwongen om een spoorbaan te bouwen door de Burmese jungle. 



zie ook: