Bezienswaardigheden - Luxemburg

Vianden:

De grootste bezienswaardigheid van Vianden en een van Luxemburg is het kasteel van Vianden. Het Kasteel is gebouwd tussen de 11e en 14e eeuw op de funderingen van een Karolingische en Romeinse vesting (castellum).

Vanaf het begin van de 15e eeuw was het de zetel van de invloedrijke graven van Vianden die goede contacten onderhielden met de koningen van Frankrijk en het keizerlijke hof van Duitsland.

Hendrik van Vianden (1220 - 1250) wordt ook wel de Zonne-graaf genoemd omdat tijdens zijn regeerperiode het bezit, de levensstijl en invloed van het huis van graafschap Vianden een hoogtepunt bereikten.

Prinsdom Oranje

Zijn opvolgers hadden honderden jaren lang veel invloed in de Ardennen, de Eifel en in Luxemburgse regio's. In 1417 ging de heerschappij over de domeinen over op het huis van Nassau, dat in 1530 ook het prinsdom Orange verwierf. Sindsdien is het kasteel niet meer de officiële residentie van de graven van Vianden. Het hoofdgebouw, dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven, in het bijzonder de kapel en de grote en de kleine zaal, stammen uit het eind van de 12e en de eerste helft van de 13e eeuw.

Het huis van Nassau bouwde alleen aan het begin van de 17e eeuw aan het kasteel maar de grote invloed daarvan is nog steeds te zien. Onder koning Willem I in 1820 werd het kasteel stukje bij beetje verkocht omdat hij niets zag in dit gigantische grote maar kille kasteel ver weg van Nederland, met het resultaat dat het geheel in verval raakte.

Hier kwam pas verbetering in toen de Groothertogelijke familie er in 1977 staatsbezit van maakte. Inmiddels is dit kasteel nagenoeg geheel gerestaureerd en ook van binnen nagenoeg compleet ingericht. Het uitzicht van de kasteelgronden op het stadje met z’n kronkelende rivier en verder gelegen heuvels en groen is adembenemend.

Plein van de opstand

De hoofdstraat La Grand Rue is de hoofdstraat en een toeristische attractie op zichzelf.  Het meest attractieve gedeelte is het “Plein van de opstand” waar ook het stadhuis zich bevindt en een oude bron. Hoogtepunten van bouwkunst zijn het Trinitariër klooster en de bijbehorende kloosterkerk uit het midden van de 11e eeuw. De Franse dichter en schrijver Victor Hugo kwam in zijn leven vier keer in Vianden.

Op 30 mei 1871 nam hij als vluchteling met zijn gezin gedurende enkele maanden zijn intrek in hotel Koch.

Aan de overkant van dit hotel betrok hij een kamer waar hij gedurende drie maanden elke ochtend een paar uur schreef. In dit huis werd in 1935 het Victor Hugo museum ingericht. In het museum zijn meubels, brieven en andere documenten te zien uit de tijd van Hugo’s verblijf in Vianden. Tenslotte kun je een kijkje nemen in het museum “Veiner” en een tochtje maken met de kabelbaan die uitzicht geeft op het kasteel en Vianden stad. 

In WW2 werd Echternach zwaar gebombardeerd waardoor een groot deel van de stad werd verwoest.

Desondanks is daar het “Denzelt” – het voormalige rechthuis origineel daterend uit de 16e eeuw, de basiliek en delen van de stadsmuur zeker de moeite waard.

De Engelse monnik Willibrord kwam naar Echternach vanuit Nederland en België en bouwde in het stadje in 698 de grote abdij van Echternach wat nu een museum is. Het graf van Willibrord bevindt zich in de abdijkerk alsmede vele relikwieën van hem. Verder kun je een bezoek brengen aan de oranjerie.

De Processie van de stad

Sinds de Middeleeuwen vindt op dinsdag na Pinksteren jaarlijks de Processie van Echternach plaats ter ere van Willibrord. De deelnemers van deze processie van Echternach, ook wel de springprocessie genoemd, zijn aan elkaar vastgemaakt met witte zakdoeken en springen in de maat van de processiemars naar voren, afwisselend op hun linker- en rechtervoet.

Veel is er niet bekend van de aanwezigheid van de Romeinen; wel is er een fundering van een Romeinse villa gevonden die iets ten zuiden van Echternach te vinden is. De mozaïeken vloer is te bewonderen in het abdijmuseum in de stad. 

Vianden:

Reeds in de Romeinse tijd was Vianden een castellum. Later werd Vianden de zetel van de graven van Vianden, die troonden in de burcht hoog boven het stadje. De plaats, het eerste echte stadje van de regio kreeg stadsrechten en ontwikkelde zich als een heuse handelsstad met de in- en verkoop van o.a. leer.

In 1417 kwam het Graafschap Vianden door vererving in handen van Engelbrecht I van Nassau (de vader van Willem de Zwijger), die daarmee Graaf van Vianden werd. Franse troepen namen de Revolutiejaren ook Vianden in en lijfden heel Luxemburg in.

Toen Frankrijk was verslagen in 1815 werd het landje verdeelt; Vianden stad kwam onder bestuur te staan van het Koninkrijk der Nederlanden terwijl een groot deel van het graafschap Vianden naar Pruisen ging. Het hoofd van het Huis Oranje-Nassau (de Koning der Nederlanden) voert nog steeds de adellijke titel Graaf/Gravin van Vianden.