Achtergrondinformatie - Laos

"laotiaanse burgeroorlog"



inleiding


De Laotiaanse Burgeroorlog (1953-1975) was een intern gevecht tussen de communistische Pathet Lao en de koninklijke Laoregering waarbij beide partijen enorme steun verkregen van de wereldwijde supermachten van de Koude Oorlog. Het Koninkrijk Laos vormde het toneel voor een schemeroorlog voor de andere strijdende partijen tijdens de Vietnamoorlog.

 

De strijdende partijen in Laos omvatten het Noord-Vietnamese Leger, Amerikaanse (CIA), Thaise en Zuid-Vietnamese troepen, die op directe wijze en via ongestructureerde volmachten verwikkeld waren in een strijd om de macht over de zuidelijke uitloper van Laos.

 

Het Noord-Vietnamese Leger bezette het oosten om het te kunnen gebruiken voor de Ho Chi Minh-bevoorradingscorridor en als uitvalsbasis voor offensieven in Zuid-Vietnam.

 

Een tweede strijdtoneel bevond zich op en rond de noordelijke Vlakte der Kruiken. In 1975 kwamen de Noord-Vietnamezen en Pathet Lao als overwinnaars uit de strijd in het jaar dat de communisten de overwinning proclameerden over heel Indochina.

 

Gedurende die negen jaar werd het Aziatische land gemiddeld om de acht minuten gebombardeerd door Amerikaanse vliegtuigen, zonder dat daarvoor toestemming was verleend door het Amerikaans Congres. De geheime oorlog maakte van Laos het meest gebombardeerde land ter wereld.


de aanloop


Frankrijk zou als Koloniale macht in de 19e eeuw de verschillende koninkrijkjes in IndoChina in drie stukken hakken; Cambodja, Vietnam en Laos. Het einde van WWII liet Laos in chaos achter; de Japanners hadden het stokje van de Fransen overgenomen en hadden het land onafhankelijkheid gegeven toen ze al waren verslagen.

 

Het grote aantal Vietnamezen in Laos hadden geroken aan onafhankelijkheid en waren geens van plan om deze weer te laten afpakken. Ook hadden de Vietnamezen communistische cellen gestuurd naar z’n buurland. Vanaf 1946 vielen Fransen eenheden Laos weer binnen om de controle over z’n oude kolonie terug te krijgen.

 

De nieuw opgerichte Laotiaanse communistische partij “Issara” met Vietnamese soldaten werden verslagen. In Vietnam werd de “Pathet Lao’ opgericht, een communistische guerrillabeweging om de strijd aan te gaan met de oude nieuwe kolonisators. In Laos zelf werd het Koninklijke Laotiaanse leger opgericht wat direct kampte met een gebrek aan leiderschap en slechte uitrusting en wapens.

 

Het jaar ervoor was China communistisch geworden en leverde veel oorlogsmateriaal. In April 1953 vielen de Vietnamese Vietminh samen met de Pathet Lao Laos binnen en veroverde delen van het noordoosten van het land. De Fransen vroegen de V.S. om militaire hulp; de Amerikanen richtten een “publieke” luchtvaartmaatschappij op (Air America) om te leveren.

 

De Fransen heroverden delen en namen de vallei bij “Dien Bien Phu” weer in. Het Frans-Laotiaans Verdrag van 1953 verleende Laos volledige onafhankelijkheid. 



het franse vertrek


In 1954 vielen de communisten de Fransen weer aan – afleidingsaanvallen werden op Laos uitgevoerd terwijl het hoofddoel “Dien Bien Phu” was. Na een vernietigende nederlaag verlieten de Fransen IndoChina voorgoed.

 

Frankrijk liet een verdeeld Laos achter; twee provincies werden door de Pathet lao o.l.v. prins “Souphanouvoung” bestuurd. Stamleden van de “Hmong” en “Meo” werden in het geheim door de CIA getraind om tegen de communisten te vechten; de Amerikanen richtten een speciale geheime organisatie op; er werd door gepensioneerde militairen gevlogen die in burgerkleding fungeerden en deze rapporteerden aan de ambassadeur.

 

Voor het eerst werden vluchten gemaakt boven China die de Noord-Koreanen steunden in de Korea oorlog. Er volgde in de jaren erop rivaliteit tussen de neutralisten onder prins Souvanna Phouma, de rechtervleugel onder prins Boun Oum uit Champassak en het linkse Laotiaans Patriotisch Front (Neo Lao Hak Sat) onder prins Souphanouvong en toekomstig premier Kaysone Phomvihane.

 

Een aantal pogingen werden verricht om coalitieregeringen te vormen, wat uiteindelijk leidde tot een "drie-coalitie"-regering in Vientiane in 1959. De Pathet Lao weigerde echter om hun troepen te laten instromen in het nationale leger waarop prins Souphanouvoung” gevangen werd genomen.

 

Hij wist te ontsnappen tezamen met al z’n cipiers. Hetzelfde jaar lanceerde de Vietnamezen een nieuwe aanval op Laos die op niets uitliep. In de tussentijd werd in de grensstreken al jaren gewerkt om de “Ho Chi Minh Trail” weer op orde te krijgen. 


de wereldmachten betrokken


Oneerlijke verkiezen volgde in 1960 waarbij “Phoumi” waarbij miljoenen steun van de V.S. en de daarop volgende corruptie floreerden. Niets kwam bij de arme bergvolkeren terecht die steeds meer naar links trokken. Er volgde twee coupes; eerst waren het de neutralisten die het probeerde en werden gesteund door de linkse partijen en de Sovjet Unie.

 

De V.S. die bang waren voor een communistisch domino-effect in de regio, en Thailand stopten alle steun en drongen met militair vertoon de coupe-plegers richting het communistisch noordoosten van het land. De rechtse “Phoumi” kwam aan de macht maar een combileger van Pathet Lao, PAVN en neutralisten drijft een leger van de Koninklijken van het plateau der kruiken.

 

Beide partijen versterken zich en de wapens, voorraden en soldaten van beide zijden (Vietnamezen en “Hmong”) worden naar het front gedirigeerd. Ook werd een poging gedaan de “Ho Chi Minh Trail” te verwoesten. De nieuwe Amerikaanse president Kennedy liet een analyse maken van een eventuele Amerikaanse oorlog in Laos. Hij zou alleen de trainingsmissies uitbreiden en meer wapens sturen. 


De strijd escaleert (1962 – 1965)


In 1962 braken de communisten door en achtervolgde het op de vlucht geslagen Koninklijke Laotiaanse leger op weg naar Thailand. De V.S. drong aan op een nieuwe coalitieregering met alle partijen. De Amerikanen trokken na deze regeling alle adviseurs en trainers terug; de Vietnamezen niet – zij lieten een paar techneuten vertrekken maar de rest bleef.

 

Een jaar later viel “Vang Pao”, leider van het geheime “Hmong” leger de communisten aan in het noordoosten van Laos. De Amerikanen vlogen voorraden en wapens in. Ondertussen was er ruzie ontstaan in het verbond tussen de neutralisten en de communisten.

 

Deze laatste vonden de tijd rijp in 1964 omdat er geen Amerikaanse soldaten in Laos waren dit land (verder) te bezetten en zij vielen nu de neutralisten en Koninklijken aan op de vlakte der Kruiken. De V.S. reageerde met luchtbombardementen op het plateau en later met operatie “Steel Tiger” en “Tiger Hound” met die op de “Ho Chi Minh Trail”.

 

Later dat jaar wordt door het Koninklijke leger de weg tussen Vientiane en Luang Prabang veilig verklaard. Inmiddels zijn bijna 20.000 mensen van het bergvolk “Meo” door de Pathet Lao uitgemoord. In 1966 zouden zij verkenningstochten maken zo diep als in China. In 1965, worden de Amerikaanse luchtacties (omdat de hevigheid op de HCMT verder is toegenomen i.p.v. verkrimpt) uitgebreid.

 

Voor de eerste keer vliegen de grote B52 bommenwerpers boven Laos. 



het koninklijke leger verplettert (1966-1968)


In juli 1966 veroverde de Koninklijken troepen de zeer strategische en belangrijke plaats “Nam Bac” en bouwden een defensieve lijn in het noorden van Luang Prabang. Op de vlakte der Kruiken ging de strijd onverminderd voor – aanvallen werden met tegenaanvallen beantwoord.

 

Luchtbombardementen werden wederom hevig vermenigvuldigd op de HCMT en het hoge plateau waar desondanks felle gevechten de Koninklijken en z’n bondgenoten langzaam maar zeker werden teruggedreven.

 

Net als in Dien Bien Phu werden de Laotiaanse troepen in 1967 in Nam Bac omsingeld en begin 68 aangevallen door de Vietnamezen. De Koninklijken werden zo verslagen dat ze vanaf dat moment nooit meer een bedreiging zouden zijn voor de communisten.

 

Nu moest er alleen nog worden afgerekend met de guerrilla’s. Wederom werd er een nieuwe operatie (“Commando Hunt”) in het leven geroepen om de onverminderde stroom aan goederen en mensen over de HCMT te stoppen.

 

Deze operatie zou tot 1972 tevergeefs doorgezet worden. Daarnaast veroverde de communisten steeds meer land op de Koninklijken. 


De V.S. trekt zich terug (1969-1972)


In 1969 wordt het getouwtrek om de vlakte der Kruiken doorgezet; nadat de Koninklijken zijn opgekrabbeld en m.b.t. hevig Amerikaanse bombardementen de vlakte bezetten worden zij een paar weken later weer verdreven door verse Noord-Vietnamese troepen.

 

De V.S. had inmiddels besloten onder grote publieke druk de bombardementen te verminderen; Pathet Lao tezamen met de NVA veroverden de stad “Attapeu” en vergrootte nog ‘ns de toevoer over de HCMT. De Zuid Vietnamezen lanceerden operatie “Lam Son 719) om voor eens en altijd de HCMT te verwoesten.

 

Een tegenaanval werd ingezet en de Zuid-Vietnamezen dropen af met grote verliezen. De communisten veroverden bovendien het “Bolaven” plateau in Zuid Laos en ook werd de vlakte der Kruiken weer veroverd. De CIA basis in “Long Thieung” werd nu hevig bedreigd. Gedurende de droge periode in 1971-1972 deden de Koninklijken ong een poging om de vlakte te heroveren; de slag duurde zo’n 170 dagen tot eind November 1972.

 

Ondanks grote inspanningen kon geen van de partijen de ander knock-out slaan; aan het eind van 1972 werd er besloten om over een wapenstilstand te spreken. 



De “Parijs” akkoorden


De V.S. vertrok in z’n geheel uit Laos in 1973 volgens de overeengekomen “Parijs” akkoorden. De geheime oorlog kwam hiermee officieel ten einde. In de akkoorden verklaarden de Verenigde Staten hun aanvallen te staken, op voorwaarde dat er een nieuwe regering zou komen die gemengd rechts en links zou zijn.

 

Daarvoor moest de zittende, pro-communistische regering van Pathet Lao wijken.

 

Deze was het officiële doelwit van de Amerikaanse bombardementen, alleen wist de CIA niet exact waar deze te vinden. Opmerkelijk genoeg was het niet nodig dat de Noord-Vietnamezen hun troepen uit Laos zouden terugtrekken.

 

Langzaam werd het initiatief overgenomen door de communisten. Ten eerste werd het nationale leger gedemobiliseerd vanwege gebrek aan (Amerikaanse) fondsen. De nationale regering werd gedwongen ook Pathet Lao ministers toe te laten en de anticommunisten leider “Phouma” was moe, gedemoraliseerd en “vluchtte” naar Frankrijk om aan te sterken en zich even later uit de politiek terug te trekken.

 

De communisten hadden een sterk en gedreven leider in “Souphanouvoung” die werd gesteund door de Noord-Vietnamezen. In Mei 1974 duwde de rode prins een 18 punten plan door het kabinet heen. Persvrijheid werd ingedamd. In Januari het volgende jaar werden openbare vergaderingen en demonstraties verboden. 


de communisten nemen de macht over


Vanaf begin 1975 viel de regering in Zuid-Vietnam alsmede die in Cambodja. Verse communistische troepen werden naar de vlakte der Kruiken gebracht voor een eindoffensief. Sleutelpersonen begonnen het land te verlaten wetende wat er stond te gebeuren.

 

“Phouma” hoopte op de beloften gedaan door “Souphanouvoung” over een milde politieke verandering en gaf het volk aan zich niet te verzetten. Amerikaanse ambassadepersoneel verliet het land en velen volgden hen over de Mekong Thailand in. In Augustus dat jaar kwam de Pathet Lao een bijna verlaten Vientiane in. 

 

In December 1975, na een zeer rustige periode, gaf “Souphanouvoung” aan dat er grote veranderingen aan zaten te komen. De Koning trad af en Souphanavoung werd president van een de democratische volksrepubliek Laos.

 

Niemand sprak meer over de beloofde verkiezingen. Alle niet-communistische kranten werden in de ban gedaan en het politiekorps werd uitgebreid. Duizenden werden opgepakt en in heropvoedingskampen gestopt. Vele intellectuelen die met enige tegenzin wel wilde samenwerken met de nieuwe regering pakte nu alsnog hun boeltje; iets wat in Laos een stuk makkelijker was dan in bijvoorbeeld Cambodja of Vietnam.

 

In 1977 is ongeveer 10% van de bevolking was het land uitgevlucht. Alle buitenlandse economische hulpbanden werden doorgesneden (ook die van China) op die van Vietnam na. Deze installeerden soldaten en adviseurs in het land om een oogje in het zeil te houden. 


nasleep


Twee-en-twintig jaar na het einde van de oorlog in Laos heeft de V.S. eindelijk bekend dat het deel heeft genomen aan de geheime oorlog. De Laotiaanse regering is aangeklaagd wegens genocide tegen de “Hmong” bevolking; een kwart van de 400.000 mensen zouden na 1975 zijn vermoord. 

 

Tijdens de Laotiaanse Burgeroorlog werden onder meer clusterbommen, napalm en Agent Orange gebruikt. Destijds geworpen clusterbommen maken tientallen jaren later nog steeds slachtoffers.

 

Dit doordat dergelijke explosieven uiteenvallen in honderden kleinere bommetjes. Deze gingen destijds niet allemaal af. Daardoor vallen deze bij tijd en wijle in handen van spelende kinderen, of worden geraakt door werktuigen van agrariërs, waarop ze alsnog exploderen. Hierdoor lopen 35 jaar na het officiële einde van de oorlog nog steeds elk jaar honderden Laotianen ernstige tot dodelijke verwondingen op.

 

Een ander gevaar dat bleef bestaan, zijn lokaal zo genoemde bombies, submunitie uit clusterbommen en kleine anti-persoons wapens waarvan er naar schatting van de fabrikant 20% à 30% niet ontploffen. Op de Vlakte der Kruiken in het noorden zouden er honderden miljoenen terecht zijn gekomen die nooit geruimd zijn. Ook veel grotere niet ontplofte vliegtuigbommen worden nog regelmatig gevonden.



zie ook: