Achtergrondinformatie - Israël

de "zes-daagse" oorlog (1967)



inleiding


In 1948 had Israël de Arabisch-Israëlische- of onafhankelijkheidsoorlog gewonnen maar was door z’n Arabische buren nooit erkend. Door de oorlog waren zo’n driekwart miljoen Palestijnen op de vlucht geslagen en woonden nu grotendeels in vluchtelingenkampen in Syrië, Libanon, Egypte en Jordanië. 

 

De Egyptische president Nasser verenigde – voor zover mogelijk – deze landen wat men aanduidde met het Panarabisme. Nasser stelde in 1959 dat oorlog met Israël voorkomen moest worden totdat een Arabische overwinning kon worden verzekerd. De bevrijding van Palestina zou vergezeld moeten gaan met de eliminatie van het zionisme.

 

Gevolg van de Suez crisis in 1956 was dat er VN soldaten in de Sinaï woestijn werden gestationeerd zodat er een buffer tussen Egypte en Israël was ontstaan. Noodzakelijk want Egypte had daarvoor constant een dreigende en grote legermacht aan de grens gestationeerd.

 

Begin jaren 60 was consternatie ontstaan toen Israël een wateromleiding in Syrië vernietigde toen deze water begon om te leiden zodat deze niet meer in het meer van Tiberias terecht kwam.

 

De aanval van drie kanten

Het noorden bleef onrustig toen Palestijnen en Syrische guerrilla’s (met steun uit de Sovjet Unie) vanuit Syrië maar ook vanuit Jordanië aanvallen pleegde op Israël. Toen in April 1967 het Syrische leger vanaf de Golan hoogte Israëlische dorpen begon te bestoken nam Israël represailles in de vorm van luchtaanvallen en beschieting van Syrische vliegtuigen. Dit was voor Nasser de aanleiding om de VN te verzoeken te vertrekken uit de Sinaï om zelf weer troepen aan de grenzen van Israël te stationeren.  

 

De spanning steeg verder toen op 13 Mei 1967 de Sovjet Unie aan Egypte berichtte, onterecht, dat Israël troepen samentrok om Syrië aan te vallen. Nasser beval direct de toegang tot de Golf van Akaba af te sluiten voor Israëlische schepen. Koning Hoessein van Jordanië twijfelde – hij had heel veel Palestijnse vluchtelingen binnen z’n grenzen en vreesde grote binnenlandse onrust – en gaf tegen z’n zin het bevel om Jordaanse troepen onder Egyptisch commando te plaatsen.

 

Israël vroeg de VS en het Verenigd Koninkrijk de Golf van Akaba weer te openen, zoals deze landen in 1957 gegarandeerd hadden te zullen doen. Die Israëlische oproep bleef onbeantwoord. De Israëliërs stelden dat de blokkade van de Golf van Akaba een oorlogsdaad was.

 

Israël kon zijn reserve-eenheden niet te lang gemobiliseerd houden want als gevolg van de mobilisatie van een groot leger met een kleine bevolking lag het openbare leven voor een groot deel stil en leed het land economische schade. Israël besloot preventief aan te vallen.



Israël valt aan – Gazastrook en Sinaï (het zuiden)


Egypte had ruimschoots de grootste en modernste luchtmacht van de Arabische staten (bijna 400 stuks) en het was om die reden dat Israël deze eerst aanviel. Op de vroege ochtend van 5 Juni verspreidde de bijna gehele Israëlische luchtmacht dood en verderf op de Egyptische vliegvelden.

 

Het gebrek aan bunkers en andere luchtverdediging deden de Egyptenaren z’n bijna gehele arsenaal verliezen.

 

Niet alleen de vliegtuigen werden vernield ook de landingsbanen mochten deze nog niet in de eerste aanvalsgolf vernietigd zijn. Gedurende de rest van de oorlog was Israël verzekerd van overmacht in de lucht. 

 

Ook luchtlandingen

Israël had 3 divisies samengetrokken bij de grens met de Sinaï; Egypte had in totaal zo’n 100.000 troepen en 1000 tanks klaar staan in de Sinaï aangevuld met stukken artilleriegeschut. Terwijl de noordelijke Israëlische divisie langzaam oprukte door de Gazastrook en El Arish zonder veel tegenstand kwamen de centrale en zuidelijke divisies in een felle strijd terecht. Israël gooide alles in de strijd inclusief parachutisten die achter de verdedigers landde en na drie dagen namen de Israëlieten het belangrijke Abu-Ageila in.

 

Toen de Egyptenaren terug begonnen te trekken richting het Suez kanaal wilde de Israëlieten dit voorkomen door deze af te snijden. Alleen de Gidi-pas werd ingenomen voordat de Egyptenaren er waren; op andere locaties konden de Egyptische eenheden over de passen trekken en de westkant van het Suezkanaal bereiken.

 

Op 8 juni voltooide Israël de inneming van de. Sharm El-Sheikh, gelegen op het zuidelijkste punt, was reeds een dag eerder ingenomen door eenheden van de Israëlische marine. Heel Sinaï was nu in Israëlische handen.


Israël valt aan – Westelijke Jordaanoever (het westen)


Voorafgaand aan de oorlog beschikte Jordanië over zo’n 60.000 troepen uitgerust met zo'n 300 moderne tanks. Negen brigades waren gelegerd op de Westelijke Jordaanoever en twee in de Jordaanvallei. De Koninklijke Jordaanse Luchtmacht bestond slechts uit 20 verouderde toestellen.

 

Jordanië en Egypte hadden een verdrag gesloten waarin stond dat het land Egypte te hulp zou komen indien aangevallen. Israëls verdediging bestond uit zo’n 16.000 soldaten verdeeld in 5 brigades; drie ervan begaven zich vlakbij Jeruzalem terwijl 2 zich aan de noordzijde van de Westelijke Jordaanoever bevonden.  

 

Jordanië onderneemt ook actie

Op de morgen van 5 juni trokken Jordaanse troepen op richting Jeruzalem: ze namen het regeringsgebouw in, dat als hoofdkwartier van de VN-waarnemers werd gebruikt, en begonnen de stad met granaten te bestoken. Eenheden in Qalqiliya vuurden in de richting van Tel-Aviv.

 

De Jordaanse luchtmacht viel Israëlische vliegvelden aan. Zowel de aanvallen vanuit de lucht als de beschietingen vanaf de grond veroorzaakten weinig schade. Israëlische eenheden werden samengetrokken om de Jordaanse strijdkrachten op de westelijke Jordaanoever aan te vallen, in de namiddag van dezelfde dag vernietigde de Israëlische luchtmacht (IAF) de Jordaanse.

 

Cruciaal want nu Israël volledig luchtoverwicht had was het voor de Jordaanse troepen bijna onmogelijk zich te verplaatsen. De volgende morgen omsingelden de Israëlitische troepenmacht Jeruzalem. In het noorden werd Jenin ingenomen en werd de aanval op Jeruzalem ingezet. Op 7 Juni drongen Israëlische parachutisten de poorten binnen van de oude stad van Jeruzalem en er volgde zware gevechten.

 

Nadat de hoofdstad ingenomen was rukten de Israëlieten verderop naar het zuiden en namen respectievelijk Judea en Hebron in. Nu de gehele westkant van de Westelijke Jordaanoever veroverd was trokken de troepen oostwaarts richting de Jordaanrivier. Israëlische troepen gingen de rivier over om de genie troepen de bruggen te laten springen – de gehele Westelijke Jordaanoever was in Israëlische handen gevallen en afgesloten.


Israël valt aan – Golan (het noordwesten)


Op de avond van 5 juni vernietigde Israël twee derde van de Syrische luchtmacht vanuit de lucht en dwong de resterende luchtvloot zich terug te trekken op ver weg gelegen bases, zodat die geen rol meer zou kunnen spelen. Israël wilde Syrië uit de oorlog weg hebben zodat zij hun slag in het westen en zuiden konden slaan.

 

Deze strategie lukte op wat beschietingen op Israëlische dorpen na. Omdat de strijd tegen Egypte en Jordanië voorspoedig verliep rezen vragen op bij de Israëlische legerleiding om de Golan hoogte ook aan te vallen gezien de constante artilleriebeschietingen van de afgelopen jaren.

 

Twee dagen verstreken en de knoop werd doorgehakt ook al ging men uit van een aanzienlijk aantal slachtoffers.

 

De westelijke zijde van de Hoogten van Golan bestaat uit een steile, rotsachtige wand die een halve kilometer oprijst vanaf het Meer van Tiberias, en zuidelijker daarvan, vanaf de Jordaan, als een minder steile glooiing. Israël was uitstekend ingelicht over de Syrische posities dankzij de spion Eli Cohen, die in de Syrische leiding geïnfiltreerd was. Het Syrische leger bestond uit ongeveer 50.000 man, onderverdeeld in 9 brigades, met de beschikking over artillerie en gepantserde voertuigen.

 

De Israëlische strijdkrachten die werden ingezet bestonden uit twee brigades aan het noordelijke deel van het front en nog eens twee aan het centrale deel van het front. Reeds tegen de avond van de 9e juni hadden de Israëlische brigades het plateau bereikt, waarna men versterkingen en vervangers kon laten aanrukken. De volgende dag, 10 juni, voerden de Israëliërs een tangbeweging uit op de Hoogten.

 

Men kreeg echter vooral leeg gebied in de tang, omdat de Syrische troepen al gevlucht waren. Toen de Israëlische eenheden genoeg bewegingsruimte hadden op de Golanhoogten, hielden ze een verdere opmars voor gezien. Dit zou het laatste offensief van de oorlog worden.



Wapenstilstand en gevolgen


Na zes dagen van vijandelijkheden kwam het op 11 Juni tot een staakt-het-vuren. Israël had de Gazastrook ingenomen, het schiereiland Sinaï, de Westelijke Jordaanoever (inclusief oostelijk Jeruzalem) en de Golanhoogten. 

 

De gehele Egyptische en Jordaanse luchtmacht was vernietigd en de Syrische gedecimeerd. Daarnaast had Israël duizenden tanks onschadelijk gemaakt en hun bemanningen gevangen genomen.

 

Het Israëlisch grondgebied was daarmee vier keer zo groot als voor de oorlog en er was een gigantische bufferzone gecreëerd. Ook kwamen een miljoen Arabieren onder Israëlisch bestuur terecht.

 

Vluchtelingen en geen erkenning

En van de ongeveer 1 miljoen Palestijnen op de westelijke Jordaanoever vluchtten er 300.000 naar Jordanië, wat in Jordanië voor een toenemende etnische onrust zorgde.

 

Op 1 september 1967 komen de leiders der Arabische landen samen in de Conferentie van Khartoum om hun militaire nederlaag en de nieuwe situatie te bespreken en besluiten tot een driewerf 'nee': géén erkenning van Israël, géén onderhandelingen met Israël, géén vrede met Israël.

 

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vaardigt op 22 november 1967 resolutie 242 uit, waarin hij van Israël eist dat het zich terugtrekt uit 'de' in de Zesdaagse Oorlog bezette gebieden en van alle partijen eist dat zij elkaar zullen erkennen en elkaars soevereiniteit zullen respecteren.

 

In 1973 zou de “Jom Kippoeroorlog” uitbreken.


film


"The Angel" - (2018; 6,3)

'The Angel' vertelt het waargebeurde verhaal over het leven van Ashraf Marwan.

 

Ashraf was de schoonzoon van de Egyptische oud-president Gamal Nasser. Als spion van Israël wist hij cruciale informatie te vergaren die politiek verregaande gevolgen had.



actueel:


April 2016: Golanhoogte:

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft publiekelijk gezegd dat Israël zich nooit terug zal trekken van de Golanhoogten. ''Het wordt tijd dat de internationale gemeenschap de realiteit aanvaardt'', liet Netanyahu het kabinet tevens per e-mail weten.

 

''De Golanhoogten zal altijd in handen van Israël blijven.'' Israël veroverde een deel van het grensgebied tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 van Syrië.

 

De VN hebben militairen in het gebied om erop toe te zien dat de twee partijen niet weer slaags raken. Ongeveer 20.000 Israëliërs wonen inmiddels op de vlakte.


zie ook: