Bezienswaardigheden - Indonesië

Jakarta




inleiding


Jan Pieterszoon Coen veroverde 1613 de oude havenstad Sunda Kelapa op de bewoners en vernietigde deze. Op de resten liet hij het nieuwe fort en de nieuwe stad bouwen. Ze werd Batavia genoemd. De stad lag aan een goed beschutte baai, in een vlakke en op sommige plaatsen moerassige omgeving, doorsneden door kanalen en rivieren. Batavia had in het verleden twee bijnamen:

 

"Het kerkhof der Europeanen", vanwege de hoge sterftekans voor met name nieuwkomers in het VOC-tijdperk en in de 19e eeuw "Koningin van het Oosten" door de stedenbouwkundige schoonheid. In 1942 bezette het Keizerlijke leger van Japan Batavia.

 

De stad werd toen hernoemd tot Djakarta dat hoofdstad werd van heel Indonesië en is nog steeds waar de regeringszetel zit. Ze is bij verre de grootste stad van het land en een mengelmoes van rijk en arm, jong en oud en van heel veel verschillende nationaliteiten.  

 

Jakarta is op zich geen toeristische attractie maar heeft toch een aantal opzienbarende bezienswaardigheden; de eerste is Kota wat het 17e eeuwse hart van het oude Nederlandse Batavia is. Sunda Kelapa is de nog oudere levende havenwijk. Tenslotte is daar centraal Jakarta met z’n vele eet-, drink- en winkelmogelijkheden.


sights


Kota, Sendu Kelapa en andere wijken:

De oude stad van Batavia, Kota genaamd is de oudste en beste herinnering aan Nederlandse Koloniale tijd. Geen van de gebouwen van noch de Hindoestische tijd noch Portugese tijd staan nog overeind. Hier stond ooit het kasteel de Batavia.

 

Het centrum van deze wijk is Taman Fatahillah met z’n Jakarta Historisch Museum. Dit was in Koloniale tijden het stadhuis van Batavia en is een van de meest indrukwekkende Hollandse overblijfselen van Indonesië gebouwd in 1627.

 

Het heeft ook dienst gedaan als staatsgevangenis. Andere bezienswaardigheden zijn het alleraardigste enige overgebleven ophaal kipppen-bruggetje, het Batavia café, het Cannon si Jagur (het oude Portugese kanon), Wayang museum” en de Gereja Sion, de oudste nog over gebleven (Portugese) kerk uit 1695. Iets ten noorden van Kuta ligt de oude havenwijk Sunda Kelapa met zn prachtige oude fel gekleurde “pinisi” boten.

 

De huisjes zijn van hout en je kunt over verschillende houten “tol” overgangen wandelen. Ook is hier de oude vismarkt (“pasar Ikan”).  

 

Andere bezienswaardigheden van Jakarta zijn het nationaal museum (wellicht het populairste museum in het land), het maritieme museum en het nationale monument (Monas). In Centraal Jakarta zijn de beste plekken om te winkelen. Als je geïnteresseerd bent in Nederlandse koloniale gebouwen kun je het best naar Lapangan Banteng (de oude Nederlandse wijk “Weltevreden”) waar de Nederlanders in de 19de eeuw een nieuwe stadswijk aanlegden.

 

Hier kun je o.a. een katholieke kerk, de Istiqlal moskee, het gerechtsgebouw (Mahkamah Agung), het gebouw van Financiën, het Gedung Pancasila (het gebouw van de Nederlandse commandant) en de “Emanuel” kerk te bewonderen zijn.




geschiedenis


Batavia ontstond als havenstad ten tijde van het laatste hindoeïstische Pajajaran in de 14e eeuw en heette oorspronkelijk Sunda Kelapa. De stad werd op 22 Juni 1527 door Fatahillah van het Sultanaat Demak veroverd op de Portugezen die zich daar hadden gevestigd.

 

Hij hernoemde de stad Jayakarta dat 'glorieuze overwinning' betekent. In het begin hadden zowel Engelse als Nederlanders handelsposten in Jakarta en ruzieden over wie de macht nu eigenlijk had. In 1618 omsingelden de lokale bevolking gedekt door de Engelsen het Nederlandse fort van de VOC (Verenigde Oost-Indische Company).  De Hollanders vochten zich vrij tezamen met de Bantammers, hernoemden hun fort “Batavia”.

 

Twee jaar later, in 1619, liet Jan Pieterszoon Coen vanuit het fort de gehele stad in brand steken en de bevolking evacueren. De Nederlanders namen dat wat de stad was geweest over en versterkten de kustlijnen met verdedigingswerken. VOC werd heerser en liet de nieuwe stad omdopen tot Batavia.

 

Niettemin wilde Coen de nederzetting Nieuw-Hoorn noemen (naar zijn geboorteplaats), maar hij kreeg geen toestemming van de Heren XVII, de bewindhebbers van de VOC.

Aanvallen van alle kanten

De stad werd in de jaren erna talloze malen aangevallen. Vooral uit het westen door de Banten en van de oostzijde door Mataram.

 

Deze werden allen genadeloos afgeslagen. De Nederlanders begonnen aan de uitbouw van de stad met nieuwe huizen, panden voor opslag en een in 1646 werd begonnen aan een typisch Nederlands grachtenstelsel om het moerasachtige gebied te ontginnen.

 

In 1656 moesten alle Javanen, als gevolg van vijandelijkheden met Bantam, zich buiten de muren vestigen. In 1659 werd tijdelijk vrede gesloten met Bantam en kon de stad groeien. Er verschenen steeds meer buitenhuizen en priëlen.

 

Omdat de stad veel mensen aantrok, ontstonden er diverse voorsteden buiten de stadsmuren. Langzamerhand werd de grond rond Batavia in cultuur gebracht. Met name de Chinezen maakten een aanvang met de verbouw van suikerriet. In 1740 volgde na verschillende incidenten een veldslag tussen de Hollandse en Chinezen. Er werden 5000 Chinezen afgeslacht. In de achttiende eeuw werd Batavia steeds vaker getroffen door epidemieën en diegenen die het zich konden permitteren, verhuisden naar hoger gelegen delen.

 

Uiteindelijk zou de oude stad rond 1810 definitief worden ontmanteld. Toen aan het eind van de negentiende eeuw o.a. door de technische vooruitgang veranderde de stad sterk. Dankzij de aanleg van een grote haven in Tjandjong Priok, werd Batavia de motor van de kolonie. Scholen, ziekenhuizen, fabrieken, kantoren van handelsfirma's en de elektrische tram werden rond 1900 overal in de stad gesticht en aangelegd.

 

Gelijke tred hield de binnenkomst van Nederlanders, de zogenaamde totoks, waardoor de samenleving steeds meer op die van een Nederlandse stad ging lijken. Vooral in de jaren 1920-1940 ging het hard, de bevolking nam fors toe, ook door de toestroom vanaf het platteland. Nieuwe wijken voor de armere Indonesiërs werden aangelegd, alsmede villawijken als Menteng en Gondangdia. 

 

Het oude Batavia

Vlak voor WW2 woonden er inmiddels ongeveer 50.000 Europeanen. Het oude Batavia met zijn grachten en vestingmuren, dat eerder verlaten was voor het gezondere Weltevreden, beleefde een nieuwe opbloei toen de handelsfirma's er terugkeerden.

 

De snelle opkomst van de auto, veel sneller dan in Nederland, zorgde ervoor dat de wegen geasfalteerd werden, waardoor de straten niet meer stoffig en modderig waren.

 

In een zeer korte periode veranderde de stad van uiterlijk, waarbij de VOC-werf, de VOC-pakhuizen, de herenhuizen en het oude stadhuis in stand bleven. 

 

In 1942 werd tijdens WW2 Batavia bezet door de Japanners die de stad direct weer Jakarta gingen noemen. Na de oorlog keerden de Hollanders terug en trokken de lokale Republikeinen zich terug na Yoghakarta en maakten daar hun hoofdstad van. IN de jaren na de oorlog groeide de stad uit tot een deels moderne metropool met alle voor- en nadelen daarvan. Ook groeide de politieke onrust die vanuit de hoofdstad werd verspreid over Java en de rest van het land.

 

Een nieuwe oorlog?

In 1998 reden de tanks door de straat en werd voor drie dagen “oorlog” gevoerd tussen de opstandelingen enerzijds en het leger anderzijds. Niet minder dan 6000 gebouwen raakten beschadigd en 1200 mensen lieten het leven. Vooral de Chinese minderheid moest het ontgelden – Chinatown lag in puin. Tegenwoordig wordt de stad bedreigd door het stijgende water wat Jakarta vaak doet overstromen.

 

Er wordt in overleg met oud kolonisator Nederland besproken hoe deze zeer grote problemen te lijf moet zien te gaan. In 2016 volgt wederom een terroristische aanval in Jakarta waar acht mensen in totaal van overlijden. Vijf terroristen voerden aanvallen uit op een café en een politiestation in het centrum van Jakarta. 

 

Volgens de politie bliezen twee mannen zich op. Drie aanvallers werden gedood tijdens een schotenwisseling met de politie. Er raakte ook een Nederlander zwaargewond bij de aanval. Hij is medewerker van de VN in de Indonesische hoofdstad.



tips & advies (2004)


De stad heeft twee internationale vliegvelden: “Soekarno-Hatta” International Airport dat ongeveer 35 km ten westen van de stad ligt en “Halim Perdana Kusuma”. De laatste is uitsluitend voor staatsbezoeken en militair gebruik. “Damri” heeft airportshuttle bussen die er ongeveer een uur over doen vanuit het centrum (oa Gambir station). Kosten zijn 10.000 R.

 

De voornaamste treinstations zijn Gambir, Jatinegara, Manggarai en Jakarta Kota. Anno 2011 is men bezig met een 2-lijns metrosysteem, met een noord-zuidlijn tussen Kota en Fatmawati die aansluit op de voormalig geplande monoraillijn; en een oost-westlijn, die verbonden wordt met de noord-zuidlijn op het station Sawah Besar.

 

Jakarta is tevens het knooppunt voor veel buslijnen, die de steden onderling verbinden.

 

Fietstaxi's (Indonesisch becak), verzorgen het lokale transport in de straten in sommige delen van de stad. Een minibus (nr15) rijdt tussen station gambir en pasar senen voor 1000 R.

 

Jakarta – Surabaya – Ujung Pandang: je kunt met “Lion Air” vliegen vanaf Jakarta via Surabaya naar Ujung Pandang op Celebes voor 250.000 R. Tijden zijn; 21:45 – 22:45 en dan 23:30 – 01:00 aankomst.

 

Jakarta – Medan: met “Lion Air” kun je in een uurtje naar Medan (Sumatra) vliegen voor 370.000 R.

 

Jakarta – Yoghakarta: je kunt vanaf het treinstation van Pasar Senen om 21:00 een trein nemen voor 34.000 R (zitten) naar Yoghakarta. Je komt rond 05:30 aan.


Jakarta is relatief gezien de meest prijzige stad van Indonesië en dat betekent ook voor overnachtingen. Voor budgethostels kun je het beste naar Centraal Jakarta gaan (JL Jaksa) iets ten zuiden van het Gambir treinstation.

 

Vooral in Jalan Jaksa straat zijn talloze hostels gevestigd.



zie ook:




meer links:


Singapore-City

SINGAPORE

Stadstaat Singapore is heeft ook een koloniale achtergrond maar hier is het Engels i.p.v. Nederlands. 

Kuala Lumpur

MALEISIE

De Maleisische tegenhanger van Jakarta in Indonesië is KL, een groeiende Aziatische metropool.