Reisverhalen - Frankrijk

verdun



de gehaktmolen


Met een lift komen we aan in het centrum van Verdun. Er schijnt een waterig zonnetje en we vragen ons af wat te doen. Informatiecentrum, treinstation, boodschappen, biertje op het terras in de zon, lunchen of toch naar de Citadel?

 

We lopen over de brug van de Maas, door een drukke winkelstraat heen en langs het statige bijna Fascistisch aandoende “victorie” monument richting een mini Arc-de-Triomphe (Port St. Paul). Even verderop zien we een benzinestation, supermarkt en het treinstation vlak bij elkaar liggen.

 

Na info te hebben ingewonnen kopen we wat biertjes bij de supermarkt en eten lunch bij een Aziatisch restaurantje. Naast de rivier de Maas staan vele terrassen maar wij gaan zitten op de stenen trapoevers en genieten van onze blikjes kijkend naar de gigantische fontein die in de rivier is geplaatst en mijn gedachten dwalen af naar wat hier allemaal gebeurt is t.t.v. WWI.

 

Hoe moet het er toen hebben uitgezien – nu heel vredig toen chaos alom! Verdun staat nu in de reisgidsen (als het er al in staat) als een saaie depressieve stad – niet zo verwonderlijk gezien de geschiedenis die ons verteld dat alles hier in puin lag.


de citadel van verdun


We hebben besloten naar de Citadel Souteraine te gaan en de entree is even zoeken maar zo te zien is deze eerder als “schuilkelder” gebruikt i.t.t. een kasteel op een heuvel. Nadat we betaald hebben stappen we in een klein treintje en rijden de donkere gangen in. 

 

Stukjes film, poppen en bijbehorende stemmen en geluid geven een indruk hoe het hier geweest moet zijn in WWI. Ik had gehoopt op iets meer informatie over frontlinies, aanvallen en posities maar eerder worden de persoonlijke ervaringen van de soldaten belicht. 

 

Een half uurtje later staan we weer op straat, halen benzine bij het eerder bezochte benzinestation en zien nu ook een paal die aanduid dat hier de Voie Sacree begint – de levensader die hulpmiddelen en soldaten ondanks alle beschietingen naar het front bleef verzorgen.

 

Voie Sacree: 

De Voie Sacree, de heilige weg was 75 km lang en liep van Verdun naar Bar le Duc naar Verdun en was bedoeld om de enige weg die geschikt was voor de aanvoer van nieuwe manschappen en materieel open te houden. Hij werd bewaakt door voornamelijk koloniale troepen uit Senegal een hulpkorps van semi-militairen en oudgedienden.

 

Deze troepen moesten 24 uur per dag met schoppen steenslag op de weg gooien, zodat die door de massieve banden van de vrachtwagens zou kunnen worden vastgereden. Kapotte vrachtwagens moesten in de berm geduwd worden, zodat de stroom van voertuigen onophoudelijk zou kunnen doorgaan. Dat werkte.

 

Dag in, dag uit, vanaf februari 1916 tot september 1916 reden de vrachtwagens af en aan in twee eindeloze rijen. Rechts naar Verdun toe, links van Verdun af. In de acht dagen tot 6 maart reden 3500 vrachtwagens 190.000 man en 23.000 ton munitie naar het slagveld. Men heeft berekend dat op het hoogtepunt van de slag elke 14 seconden een voertuig voorbij reed, wat uitkomt op 250 vrachtwagens per uur.

 

Maurice Barrès gaf de toevoerroute naar de slag de naam 'Voie Sacrée', naar de 'via sacra', de antieke benaming van de weg waarlangs de offerdieren in de oudheid naar het altaar werden gebracht. Tijdens de slag bij Verdun zijn in totaal 2.000.000 Franse soldaten langs deze weg vervoerd, samen met meer dan 1.000.000 ton munitie. En voor 400.000 man werd de 'Voie Sacrée' inderdaad een 'offerweg'.



Het wordt tijd om een slaapplaats te regelen en we wandelen via een andere brug over de Maas richting de slagvelden en Belleville. De stad is ons alles behalve meegevallen; vanzelfsprekend is alles “nieuwbouw” aangezien de stad tot de funderingen was verwoest. We vragen water aan een bewoner en zijn dan genoodzaakt een heuvel op te lopen met onze zware verpakking.

 

We zien geen andere optie – de nieuwbouwwijk houdt hier op, we steken een stuk verlaten land over, een spoorbaan over en vinden dan een grindpad dat steil omhoog gaat. Daar komen we op bredere paden die zigzaggend naar boven gaan – maar een goede kampeerspot vinden we niet omdat het zo steil is.

 

Dus verder het pad op en hopen dat we op de top een goede plek kunnen vinden. Een bord geeft aan dat we hier ons in een militaire zone bevinden en terug moeten maar het is al laat en we vinden gelukkig verderop als het al begint te schemeren een redelijke plek. Er zijn twee platte gedeelten tussen de vele bomkraters in waar we onze tent kunnen opzetten.

 

Het is wel even beangstigend om een haring in de grond te prikken wetende dat hier nog talloze onontplofte explosieven in de bodem aanwezig zijn.


fleury


Een vrouwtje brengt ons ’s morgens van Verdun stad richting de Amerikaanse begraafplaats bij de slagvelden van Verdun die zo’n 5 tot 8 kilometer buiten het centrum liggen. We mogen even later als een bouwbusje stopt achterin springen en op het wiel binnen mee naar Fleury, een dorp wat helemaal is weggevaagd tijdens de oorlog en nooit meer is opgebouwd.

 

“Memorial de Verdun” heet het museum wat gebouwd is op de plek waar ooit het treinstation was. We betalen de entree en zien o.a. op een korte film dat het dorpje een van de negen plekken is die verwoest is en nooit meer is herbouwd. Als we hier kijken naar foto’s wat ooit een dorp was en niet minder dan 16x van kant wisselde en nu realiseren dat we op dezelfde plek staan maakt het onrealistisch allemaal.

 

Eerst willen we lopend naar fort Douaumont maar als we merken dat dat wederom een hoop tijd gaat kosten steken we onze duimen weer op en rijden we wederom achterin in een werkbusje zonder stoelen of zittingen richting het beroemde fort. Zittend tussen de potten verf, kwasten en een oude ingeklapte tafel rijden we naar het beroemde fort.

Fort Douamont:  

In het begin van de Eerste Wereldoorlog hadden de Duitsers de Belgische forten van Namen, Luik en Antwerpen met hun zware mortieren (Dikke Bertha) aan puin geschoten. Vandaar dat de Fransen meenden, dat de forten hun tijd hadden gehad. En de regering besloot (tijdens de oorlog!) om alle forten te ontmantelen.

 

Op het moment van de Duitse aanval werd Douaumont, het grootste fort van de fortengordel rond de strategische stad Verdun,  derhalve slechts bezet door ongeveer 60 lichtbewapende, bijna pensioen- gerechtigde, territoriale soldaten, die eigenlijk alleen het onderhoud aan de gebouwen uitvoerden. De verovering van het fort door de Duitsers ging dan ook niet met veel geweld gepaard. Er zijn verschillende verhalen in omloop over welke Duitse soldaten nu precies de verovering op hun naam kunnen schrijven.

 

Volgens het meest waarschijnlijke verhaal zijn luitenant Eugen Radtke en zijn mannen van de 6e compagnie van het 24e regiment Brandenburgers als eersten het fort binnengedrongen. Vrij snel werden ze gevolgd door kapitein Haupt en zijn mensen. Dat deden zij echter niet alleen uit heldenmoed of doodsverachting, maar vooral omdat ze bescherming zochten tegen Duits artillerievuur, dat allerberoerdst gericht was. Radtke en Haupt ontdekten al snel dat het fort nauwelijks bemand en absoluut niet in staat van verdediging was. Daarop namen zij de macht over en meldden 'Douaumont ist gefallen'.

 

Zowel op het Duitse als het Franse volk maakte dat een diepe indruk. In Duitsland werden kerkklokken geluid en kregen de kinderen een dag vrij van school. En in Frankrijk waren mensen in tranen en beschouwden het verlies van het fort als een drama. En inderdaad was het dat ook. Ook al was er bij de hele verovering geen schot gelost. Het verlies van Douaumont zou duizenden Franse soldaten het leven kosten. Een toen nog erg jonge kapitein, Charles de Gaulle, was gewond en zou door de Duitsers gevangen genomen worden.

 

Bij de tegenaanval van de Fransen maanden later zou nagenoeg hetzelfde gebeuren. Franse soldaten klommen op de bovenbouw en drongen het fort binnen. Merkwaardigerwijs bleek het fort ook nu wederom vrijwel leeg alleen met een andere reden. De dag tevoren was er namelijk brand uitgebroken in het fort en de Duitsers vreesden dat het vuur zou doordringen in de munitieopslagplaats. Derhalve hadden ze het fort ontruimd.

 

Voor de tweede keer wisselde fort Douaumont dus van bezetter, vrijwel zonder dat er een schot werd gelost.



Op het eerste gezicht ziet het er klein, laag, kapot geschoten uit en als ik er nog aan terugdenk zie ik meer een verfomfaaid stuk rots dan een fort voor me. Er waaien wat vlaggen buiten. Voordat we naar binnen gaan nuttigen we in het zonnetje op een bankje voor het fort eerst een broodje en betalen daarna de entree in een kleine ontvangsthal.

We gaan door een zware zwarte klapdeur het zwaar gehavende fort in. Lange, ijzige, vochtige, onderbelichte gangen met kleine nisjes  waar je in sommige naar een andere verdieping kan komen. Je denkt meteen aan hoe angstaanjagend het hier geweest moet zijn met de vele beschietingen die dit fort gekregen heeft.

 

Er zijn twee verdiepingen, een groot overgebleven kanon en vele vochtige ruimtes waar proviand, munitie en de rest van de benodigdheden voor een fort geregeld werden maar waarvan niets over is. Vooral het verschil met “Fort Fermont” uit WWII (Maginotlinie)  is gigantisch o.a. vanwege het gebrek aan hygiëne en ruimte. De zwaluwen bouwen gretig hun nest in het donkere vochtige fort en vliegen af en aan door de kapotte ramen.

 

Er is zelfs een muur waarachter zich nog steeds begraven soldaten zich bevinden. Het is fris binnen en ook omdat die reden is het geen straf om weer buitenlicht en –lucht te zien en ruiken. We kijken nog even op het dak van het fort waar een aantal metalen uitkijktorens nog zichtbaar zijn. Vele kraters op wat nu lijkt op een slecht gemaaid grasveld en een gracht maakt het beeld compleet.



de bajonetten-loopgraaf


We willen ook graag naar Mon de la Tranchee des Baionettes waar we gewoonweg naartoe wandelen - maar dat valt wat ons betreft een beetje tegen. Het verhaal luidt als volgt; de soldaten waren in een loopgraaf aanwezig toen de kracht van de vijandige artillerie de omliggende aarde de loopgraaf vulde en de soldaten levend begroef.

 

Pas na drie jaar werd de groep Franse soldaten “gevonden” wanneer de bajonetten van de mannen boven de grond zichtbaar waren.

 

Tegenwoordig is er een stenen gebouw omheen gebouwd en waar de bajonetten de grond uit hadden gekomen staan nu witte kruizen. Het is gratis en vrij toegankelijk.


Memorial Ossuaire


Het is prachtig weer en we besluiten even tot rust te komen op het terras en nemen plaats op een van de bankjes op het gigantische terrein. Tenslotte nemen we een kijkje bij het monumentale gebouw “Memorial Ossuaire” wat gebouwd is in 1932, die door z’n bijzondere bouw eer aandoet voor alle gevangenen op dit grootste slagveld ter wereld.

 

Het zijn twee brede gangen die als herdenkingszalen dienst doen voor zo’n 130.000 ongeïdentificeerde Franse en Duitse soldaten gevonden op de slagvelden rondom de stad en waarvan hier de overblijfselen zijn verzameld in 52 massagraven. Het gebouw doet zelfs een beetje Moors aan met z’n aparte koepel.

 

Het licht dat door de gekleurde ramen heen komt geeft het geheel een hele eigentijdse sfeer. Helaas kunnen we de film niet meer zien in de kelder aangezien het gesloten wordt. Ook kunnen we niet meer de klokkentoren in om het panorama te bekijken. Voor het monument is een muurtje waarop we plaatsnemen en het gigantische kerkhof wat erachter ligt in ons opnemen.

 

Ook laten we onze blik vallen op de bossen die in het gebied alweer talrijk aanwezig zijn. Foto’s lieten ons zien dat dit tussen 1914 en 1918 een maanlandschap was zonder einde. We halen water bij een oud fonteintje wat we hebben gezien en vinden tussen de bomkraters in de bossen nabij een goede plek om te overnachten. De pannenkoeken hebben toch na vandaag een apart smaakje.



tips & advies (2010)


  • Naam : Citadelle Souterain (Verdun)

Adres : Av. Du 5e RAP

Prijs : € 6

Tel.nr. : 0329866202

Website: https://www.citadelle-souterraine-verdun.fr/

 

Inhoud:

In 1916, in het tweede jaar van WWI, werd de citadel met z’n 7 km ondergrondse tunnels omgetoverd tot een commando centrum van het Franse leger. Het diende voornamelijk om nieuwe reserves naar de frontlinie te sturen in de bergen rondom de stad Verdun; er woonden zo’n 10.000 soldaten.

 

Er was een bakkerij, hospitaal en een ondergronds benzinestation allen bereikbaar d.m.v. een monorail. Ongeveer 10% van het gangenstelsel is nu in gebruik als museum en het bovengrondse gedeelte van de citadel wordt nog steeds gebruikt door het Franse leger en is daarom niet voor het publiek openbaar.

 

Het is de moeite waard maar ik had toch iets meer informatie verwacht – ik vond het teveel voor kinderen – een spektakel – een interactieve show.

 

  • Naam : Memorial Verdun museum

Adres : in het voormalige dorp “Fleury”

Prijs : € 7

Tijden : 09:00 – 18:00 (tussen de middag gesloten)

Tel.nr. : 03 29843534

Website: https://www.landofmemory.eu/nl/sites-historiques/ossuarium-douamont/

 

Inhoud:

Op de plek waar ooit het treinstation stond van het Franse dorp “Fleury” staat nu dit moderne witte museumgebouw.

 

Binnen kun je o.a. foto’s, displays vol wapentuig, wapens, overblijfselen van eetgerei, brieven en uniformen zien. In de kelder wordt 2x per uur een film gedraaid van 20 minuten in alle talen en op de onderste verdieping is een stuk slagveld nagemaakt toen de slag afgelopen was.

 

Een indrukwekkend museum waar je zeker heen moet gaan om de verschrikkingen van dit grootste slagveld ooit enigszins te begrijpen en te doorgronden.

 

  • Naam : Fort Douamont

Adres : ongeveer 2 km noordoost van Douamont Ossuary

Prijs : € 3

Tel.nr. : 03 29844191



zie ook:





meer links:


Gallipoli

TURKIJE

Talloze monumenten ter ere van de Turken maar ook van de Anzac-soldaten staan in Gallipoli. 

Koersk

RUSLAND

De Russische stad Koersk staat bekend vanwege de grootste tankslag allertijden.