Geschiedenis (achtergrond) - Frankrijk

"slag om verdun" (1915)


inleiding


Als je aan “Verdun” denkt gaat je gedachten uit naar slagvelden, duizenden onnodige slachtoffers door een oorlog die bekend staat als de “Grote” oorlog of de Eerste Wereldoorlog. Grote stukken land omgeploegd, doorboord met loopgraven, kaal gebombardeerd met grote kraters, prikkeldraad, soldaten van menig verschillend land met afgrijselijke wonden, mentaal gebroken en amputaties.

 

Twee ingegraven legers die elkaar naar het leven staan – maanden lang zonder enige hoop op verbetering. Maar waarom Verdun? Wat was de strategie, de hoofdrolspelers?


de aanleiding


De stad Verdun heeft sinds jaar en dag een belangrijke symbolische rol gespeeld in de Franse geschiedenis. Vanaf het moment dat het gesticht werd op de strategische plek langs de Maas werd het als de poort van Frankrijk beschouwd – een eerste verdediging voor het achterland. Al in de eerste eeuwen van onze jaartelling liepen de legers van Atilla de Hun zich dood tegen de linie rond Verdun.

 

Bij de opdeling van het grote rijk van Karel de Grote werd bepaald dat de stad bij het Heilige (Duitse) Roomse Rijk terecht zou komen. In 1648 werd het volgens het vredesverdrag van Munster definitief aan Frankrijk toebedeeld. Er werd in tijden van “Vauban”(17e eeuw) een citadel gebouwd onder een van de heuvels in de stad voor het legeren van het garnizoen van de stad.

 

Rondom Verdun werd na de Franco-Pruisische oorlog na 1870 besloten een ring van 45 km aan forten te bouwen aangezien de Elzas en een gedeelte van Lotharingen door Duitsland waren geconfisceerd. “Douaumont” werd het sterkste van de 39 forten rondom de vestingstad. Verdun bewaakte op deze wijze de noordelijke toegang tot de “Champagne” vlakte en daarmee de toegang tot de hoofdstad Parijs. Aan het einde van de 19e eeuw werd er een onderaards gangenstelsel aangelegd vanaf de citadel als extra beveiliging.

 

Loopgravenoorlog

In Augustus 1914 brak WWI uit die al snel ontaardde in een loopgravenoorlog lopend van de Belgische kust tot de Zwitserse grens. Verdun had z’n eerste aanval overleefd in het eerste oorlogsjaar. De forten werden bestookt met Duitse bommen uit de “Dikke Bertha” kanonnen die de forten in Luik in puin hadden beschoten, maar ze waren nog operationeel. Er moest iets anders worden verzonnen om het totaal vastgelopen Westerse front weer aan de gang te krijgen.

 

De vuurkracht van de kanonnen was daarvoor groot genoeg, maar de beweeglijkheid van de troepen was veel te gering. Tanks en pantservoertuigen waren er (nog) niet en infanteristen konden te voet en zonder bepantsering niet snel genoeg over het stukgeschoten terrein vooruit komen.

 

De oppermachtige mitrailleur (destijds de 'koningin van het slagveld') maakte dat onmogelijk. De Duitse opperbevelhebber Erich von Falkenhayn had daarom bedacht dat alleen een 'leegbloedingstactiek' kans van slagen had.

 

Hij zocht een plaats in de frontlijn die de Fransen tot het uiterste zouden verdedigen. Daar wilde hij constant aanvallen en zo de gelegenheid krijgen om het hele Franse leger uit te roeien. Hij vond die plek in Verdun, een roemrijke vestingstad die de Fransen nooit zouden opgeven. Daar besloot Falkenhayn de aanval in te zetten – in Februari 1916!



de duitse strategie


Het Duitse opperbevel had het volgende besloten; de aanval zou voorafgegaan worden door een moordend trommelvuur. De bedoeling was dat de linies zo platgewalst zouden worden door de granaten, dat de Duitse troepen de stellingen wandelend zouden kunnen innemen.

 

Er werden grote onderaardse onderkomens (zg. 'stollen') gegraven om hele eenheden tot vlak voor de slag verborgen te kunnen houden.

 

Dat zou het verrassingselement van de aanval zeer vergroten. Er waren dan geen lange (en vanuit de lucht goed zichtbare!) aanvals- en toevoerloopgraven nodig. Inderdaad bleef het Franse opperbevel lang onkundig van het dreigende gevaar.

 

Pas in februari (toen de Duitse aanval alleen nog vanwege het slechte weer werd uitgesteld) kreeg het Franse hoofdkwartier in de gaten dat er iets vreselijks stond te gebeuren en besloot men extra versterkingen naar Verdun te sturen.

 

Het was maar nauwelijks op tijd. De Duitse aanval had op 12 februari 1916 moeten beginnen, maar begon in werkelijkheid pas op 21 februari. De operatie droeg de sinistere naam 'gericht' (oordeel of plaats van terechtstelling). Het doel was duidelijk en simpel - de slag bij Verdun zou de executie moeten worden van het Franse leger.


de eerste duitse aanval


Op 21 februari 1916 om 07.15 uur braakten 1225 Duitse kanonnen hun vuur uit over de Franse linies voor Verdun.

 

Het kanonvuur was zo hevig, dat een onderaards gerommel en gedreun tot op 170 kilometer rond Verdun te horen en te voelen was. Franse vliegers, die tijdens het bombardement boven Verdun vlogen, vertelden dat ze gigantische vlammen- en rookzuilen gezien hadden en dat het front eruit zag als was het een rokende industriestad.

 

Het bombardement duurde bijna vijf uur aan een stuk, tot 12.00 uur. Toen werd er een korte vuurpauze ingelast. De bedoeling daarvan was om de Franse overlevenden in de verleiding te brengen uit hun schuilplaatsen te klimmen om wat bij te komen van de verschrikkingen van het trommelvuur. Ze zouden dan na 10 minuten met nog zwaarder kanonvuur alsnog worden vernietigd. Na de pauze ging het bombardement verder tot omstreeks 16.30 uur.

 

Daarop begon de infanterieaanval. De Duitse soldaten klommen uit de aanvalsloopgraven en begonnen het kapotgeschoten terrein over te steken. De eerste honderden meters gebeurde er niets. Het kanonvuur had de eerste Franse linies volledig verwoest. Maar bij de tweede verdedigingslinie ging het anders: er bleken nog wel degelijk overlevenden te zijn, die zich furieus verweerden.

 

Tegenstand

Buiten dat het bombardement veel Fransen gedood, verwond of verdoofd had, had het de overlevenden vervuld met een woede en razernij die hen deed vechten tot het uiterste. Op het eind van de eerste dag hadden de Duitsers ongeveer twee kilometer terrein gewonnen. Toch was men op meer tegenstand gestuit dan verwacht wat de Fransen de tijd had gegeven maatregelen te nemen in Verdun zelf en zich voor te bereiden. Ook waren de verliezen hoger dan oorspronkelijk gedacht.

 

Aan Franse kant heerste echter paniek, zowel in het algemeen hoofdkwartier in Chantilly, als in de staf van generaal Herr, verantwoordelijk voor de 'Région Fortifiéé de Verdun'. Hoewel de dreigende Duitse doorbraak niet aan hem verweten kon worden, werd de generaal nu wel geslachtofferd. Een nieuwe plaatselijke bevelhebber werd benoemd: generaal Philippe Pétain. Hij kreeg de opdracht, die Von Falkenhayn voorzien had. Hij moest ten koste van alles de rechter Maasoever tegen de Duitse aanvallen verdedigen.


wijziging van strategie


Na de hevige gevechten vanaf 21 februari waren de Duitse troepen over vrijwel het hele front aan de rechterkant van de Maas tot zo'n 8 kilometer dichter bij Verdun gekomen.

 

Maar bij het Duitse opperbevel was twijfel ontstaan over de gevoerde strategie – de “doodbloedstrategie” kon ook opzij worden gezet en Verdun kon worden veroverd. Een kapitale blunder zou later blijken.

 

En op 25 februari konden de Duitsers beginnen aan de aanval op het grootste en sterkste fort in de verdedigingslinie rond Verdun, Fort “Douaumont”. De Duitsers rekenden erop dat ze bij de verovering duizenden, misschien wel tienduizenden soldaten zouden kunnen verliezen. Maar het fort was nauwelijks bezet door Franse soldaten omdat zij van mening waren dat het fort als vesting z’n beste tijd had gehad.

 

De Duitsers hadden dit immers met de beschieting met hun zware kanonnen bij de forten rond Luik toch duidelijk aangetoond? Het verlies van het groteske fort, zonder dat er een schot gelost was, zou naast dat het duizenden Franse soldaten het leven kosten ook een diepe psychologische indruk maken op zowel de Duitsers en Fransen. In Duitsland werden kerkklokken geluid en kregen de kinderen een dag vrij van school. En in Frankrijk waren mensen in tranen en beschouwden het verlies van het fort als een drama.

 

Op 28 februari trad plotseling de dooi in. De aanvoer van troepen en voorraden naar Verdun dreigde hopeloos vast te lopen. De belangrijkste Franse aanvoerroute, vanaf Bar-le-Duc naar Verdun, bleek één grote modderpoel te worden. Petain, die z’n hoofdkwartier in Souilly had, greep direct in en zorgde ervoor dat de “voie sacree” zoals de weg bekend kwam te staan schoon bleef en dat materiaal en soldaten in Verdun bleven aankomen.



De slag om de flanken


Het werd de Duitsers al snel duidelijk, dat ze de aanval op Verdun niet konden doorzetten als ze de Franse versterkingen aan weerskanten van het front voor Verdun niet aanpakten. De forten op beiden Maasoevers beschoten de aanvallende Duitse troepen voortdurend in de flank en veroorzaakten grote verliezen.

 

O6 maart begon de slag op de vleugels. Ook nu weer begon men met een hevig bombardement van granaatvuur.

 

Daarna kwamen de massale infanterieaanvallen. Barbaarse gevechten van man tegen man voltrokken zich hier. Op de linker Maasoever liepen de Duitse aanvallen vast in het verbeten verzet van de Franse troepen. Aan de andere vleugel van het front had men iets meer succes, zij het ten koste van grote verliezen. Doel van alle aanvallen in dat frontgedeelte was Fort Vaux.

 

Dat fort was veel kleiner dan Douaumont en had als gevolg van het ontmantelingbesluit bovendien geen zwaar kanon meer. Maar wel was het een steunpunt in de Franse linie, versterkt met series loopgraven. De gevechten die daar in het voorjaar en de zomer van 1916 plaatsvonden veroorzaakten talloze doden.

 

Die bleven gewoon liggen wat een ondraaglijke stank veroorzaakte, omdat het onmogelijk was tijdens de slag de lijken te bergen. Op 2 juni werd de uiteindelijke aanval op het fort ingezet.

 

Duitsers nemen het fort

Het lukte de Duitse pioniers om via de hoekbatterijen in de onderaardse gangen van het fort te komen. Vreselijke gevechten vonden daar in de duisternis plaats met handgranaten, bajonetten en vlammenwerpers. Vijf dagen lang verzetten de Franse verdedigers door zich in barricades in de duistere galerijen op te werpen.

 

De circa 300 soldaten die Fort Vaux verdedigden leden onder het fosgeen en chloorgas dat de Duitsers gebruikten, het vuur van de vlammenwerpers, de explosies van de superzware 210mm granaten die op het bouwwerk insloegen en het nijpende gebrek aan water.

 

Mannen stierven op verschrikkelijke wijze door verstikking en dorst. In de nacht van 5 op 6 juni stuurde Raynal een laatste postduif naar het Franse opperbevel in Verdun, waarin hij berichtte dat hij het fort niet langer kon behouden. De duif stierf minuten na aankomst door een gasvergiftiging en werd postuum met het Croix de Guerre onderscheiden.

 

Nadat Raynal zijn 100 overlevenden had teruggetrokken viel Fort Vaux op de ochtend van 7 juni 1916. Het bloedige hoogtepunt van de slag om Verdun stond voor de deur.


de aanval op verdun


Op 23 juni over een front van zes kilometer breedte een Duitse legermacht van 50.000 soldaten in 16 linies van elk 3000 man in de richting van de Franse loopgraven. Bepakking op de rug en de bajonet op het geweer. Met de simpele opdracht om de Fransen eruit te jagen en de weg naar Verdun open te leggen.

 

Generaal Robert Nivelle (die in mei Pétain als bevelhebber was opgevolgd) schreef in zijn dagorder de gevleugelde woorden: "Ils ne passeront pas!". 'Ze zullen er niet doorkomen'. En zijn soldaten hebben dat waargemaakt. Onbeschrijfelijke tonelen hebben zich in het rode vierkant afgespeeld wat een vierkante kilometer is waar het meeste menseljike bloed ter wereld ooit heeft gestroomd.

 

Tienduizenden soldaten zijn daar op de meest vreselijke wijze afgemaakt. Maar de rijen van de Franse poilus, hoe zwak misschien ook op bepaalde momenten, werden niet doorbroken. Intussen was ook de befaamde slag om de Somme begonnen (25 juni), een stuk westelijker aan het front – zo moesten de Duitsers hun troepen verdelen en zouden de Franse soldaten rond en in Verdun even op adem kunnen komen.

 

De laatste aanval van de Duitsers kwam op 11 juli. Ook deze aanval werd voorafgegaan door een gigantisch artilleriebombardement. En vervolgens begonnen 40.000 infanteristen (net als op de 23e juni) aan hun opmars in de richting van Verdun, zwoegend over het kapotgeschoten slagveld, strompelend over de uitrustingsstukken en de lijken van eerder gesneuvelde militairen. En bijna lukte het hen om Verdun te bereiken. De Duitse troepen kwamen tot aan het fort Souville, en konden Verdun op enkele kilometers afstand zien liggen.

 

Maar toen werden ze door de verdedigers van het fort weggeschoten. Een deel werd gevangengenomen. Een ander deel vluchtte. En de aanval op Verdun was definitief mislukt. In augustus gaf Falkenhayn opdracht geen kostbare aanvallen meer te lanceren tegen Verdun. En in september stond de nieuwe Duitse opperbevelhebber Ludendorff ter plaatse alleen nog maar defensieve acties toe. De gevechten bleven weliswaar in augustus en september doorgaan, maar de massale infanteriegevechten waren voorbij.


Franse tegenaanval


In oktober besloten de Fransen tot de tegenaanval. De zaak werd grondig voorbereid. Men wist de coördinatie van artillerie en infanterie zodanig te verfijnen, dat de infanterie kon oprukken achter een voortkruipend scherm van granaten. Dat voorkwam dat de vijand gewaarschuwd werd voor de komende aanval doordat de artillerie opeens stopte met vuren. Op 24 oktober 11:30 1916 was het zo ver.

 

De troepen rukten op naar fort Douaumont, klommen op de bovenbouw en drongen het fort binnen. Merkwaardigerwijs bleek het fort ook nu vrijwel leeg. De dag tevoren was er namelijk brand uitgebroken in het fort en de Duitsers vreesden dat het vuur zou doordringen in de munitieopslagplaats. Derhalve hadden ze het fort ontruimd. Voor de tweede keer wisselde fort Douaumont dus van bezetter, vrijwel zonder dat er een schot werd gelost.

 

Niettemin had de strijd van de tussenliggende maanden wel aan honderdduizenden het leven gekost. Op 2 november werd fort Vaux heroverd. En de definitief laatste aanval werd op 15 december uitgevoerd in de richting van Louvemont-Bezonvaux. Dit wordt beschouwd als het officiële einde van de slag bij Verdun. Het front lag nu in grote lijnen weer op de posities van voor februari 1916.



de nasleep


Aan Franse zijde kwamen wel 62.000 doden, 101.000 vermisten (dus ook dood) en 215.000 gewonden gevallen, waarvan velen invalide; aan Duitse kant waren er in totaal 100.000 doden en 277.000 gewonden gevallen. Dus in totaal: 263.000 doden en 492.000 gewonden. Pas in 1918 werden de Duitsers door een gecombineerde aanval van Franse en de reeds gearriveerde Amerikaanse soldaten echt teruggedrongen richting het thuisland. 

 

Samen met de andere uitputtingsslagen van de Eerste Wereldoorlog (en in het verlengde daarvan natuurlijk de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog) heeft de slag om Verdun geleid tot een definitieve ondermijning van het optimistische vooruitgangsgeloof van de 19e eeuw. Sinds de slag is het denken over de menselijke mogelijkheden een flink stuk cynischer en realistischer geworden.

 

En nog steeds staat Verdun symbool voor de verschrikkingen die mensen elkaar kunnen aandoen.

 

Maar ook feitelijk heeft de slag grote gevolgen gehad. In Franse militaire kringen raakte men opnieuw overtuigd van de waarde van fortenstelsels bij de verdediging van het vaderland. Uiteindelijk heeft zo de slag om Verdun bijgedragen tot het besluit om de Maginotlinie te bouwen.

 

Tevens heeft Verdun de ster van Philippe Pétain doen rijzen. Na Verdun was zijn positie in Frankrijk onaantastbaar. En in de jaren tussen de beide wereldoorlogen steeg hij tot steeds grotere hoogte.

 

Zodanig dat hij bij het begin van de Tweede Wereldoorlog de verguisde regeringsleider kon worden van het Vichy-bewind. Maar misschien is het belangrijkste gevolg van de slag, dat het hele gebied tot een grote aanklacht tegen de oorlog is geworden. De Franse overheid heeft de laatste jaren veel gedaan om de slagvelden van Verdun voor toeristen enigszins herkenbaar te maken.

 

Er is bij het gebied van het rode vierkant een groot museum gebouwd waar men een heel realistische indruk kan krijgen van wat er zich tijdens de slag heeft afgespeeld.

 

De verschillende gevechtslocaties zijn van oriëntatietafels voorzien en in het landschap zichtbaar gemaakt. En aan de hand van bezoekersgidsen kunnen hedendaagse toeristen zich een redelijk goede indruk vormen van wat zich ter plaatse heeft afgespeeld. En het Ossuaire van Douaumont, het grote knekelhuis midden op het slagveld, is een teken dat dit soort verschrikkingen nooit meer mag voorkomen.


film


"The Lost Battalion" - (2001; 7,0)

Oktober 1918. De Amerikaanse troepen krijgen de opdracht een doorbraak te forceren in het bos van Argonne.

 

Al snel blijkt echter dat ze in het midden van niemandsland terecht zijn gekomen, omsingeld door de Duitsers. Terwijl ze wachten op versterking, proberen ze te overleven in de hel.



zie ook: