Bezienswaardigheden - Frankrijk

rouen




inleiding


De stad Rouen is een van de toeristische trekpleisters van Normandië. Het oude historische Middeleeuwse centrum is totaal gerenoveerd en de Gotische kathedraal is een kunststuk op zich.

 

De stad was t.t.v. de 100 jarige oorlog met Engeland het Britse hoofdkwartier en het was hier dat Frans heldin Jeanne d’Arc in 1431 werd verbrand. Er is een kerk naar haar vernoemd op het beruchte plein.

 

De stad werd in WW2 gedecimeerd maar heeft tegenwoordig toch weer een van de belangrijkste havens van Frankrijk. De rivier de Seine doorsnijdt de stad. Rouen kan gebruikt worden om de rest van Normandië te bezichtigen en/of het huis van Monet in Giverny.


highlights


Kathedraal “Notre-Dame” en de Saint Maclou kerk:

De bouw van de Gotische kathedraal begon in de 12e eeuw op de plaats waar oorspronkelijk een romaanse kathedraal stond. Hiervan is alleen de crypte overgebleven. De indrukwekkende centrale toren heeft een gietijzeren spits uit 1876 die de oorspronkelijke houten spits van 1544 vervangt.

 

Deze was verloren gegaan door een blikseminslag. Onder het koor zijn nog de overblijfselen van de oorspronkelijke romaanse kathedraal te vinden: de crypte en een waterput. In de koorafsluiting is het hart van Karel V in een loden kistje ingemetseld. In het koor zelf bevinden de grafmonumenten van Richard Leeuwenhart en van Rollo, de eerste hertog van Normandië.

 

De kathedraal bezit een dertigtal doeken van de impressionistische schilder Monet die de kathedraal een van z’n lievelingsobjecten maakte om te schilderen. Tijdens WW2 werd de kathedraal zwaar beschadigd door bombardementen; de restauratie loopt nog altijd.  

 

Niet ver van de kathedraal staat de Saint Maclou kerk die tussen 1437 en 1517 is gebouwd. Ze staat op een pittoresk plein omringd door verschillende oude deels van hout gemaakte vakwerkhuizen in de typisch Normandische stijl. De kerk heeft een mooie façade met een voor- en vier zijportalen in waaiervorm. Binnenin is er een mooie wenteltrap (1517) en een orgel met fijn houtsierwerk uit het begin van de 16e eeuw.

 

Tijdens WW2 raakte de kerk beschadigd door de hevige beschietingen en bombardementen. Een grondige renovatie volgde.


Place du Vieux-Marche, Saint-Jeanne d’Arc kerk en het Gros horloge:

Het oude marktplein (“Place du Vieux-Marche) ligt aan de westzijde van het centrum en wordt omringd door vakwerkhuizen. In de middeleeuwen diende deze marktplaats ook als terechtstellingsruimte voor misdadigers en andere veroordeelden. Op dit plein werd Jeanne d'Arc op 30 mei 1431 op de brandstapel gezet. 

 

Het Kruis van de Rehabilitatie, is een nationaal monument ter ere van de Franse volksheldin en martelares en staat ook op de Vieux-Marché. Ten slotte staat bij het plein het kleine museum, le Musée de Souvenir, dat volledig in het teken van Jeanne d'Arc staat. 

 

De moderne “Saint Jeanne d’Arc” kerk werd in 1979 voltooid en staat in het midden van het marktplein. De plaats van de kerk die haar naam draagt kan haast niet symbolischer zijn. Het kerkelijk gebouw staat er niet alleen als nagedachtenis aan de heilige Jeanne zelf maar is er ook als een burgerlijk monument: de nationale heldin van Frankrijk als een symboolfunctie.

 

Het dak van hele kerk komt uit de scheepvaart en heeft de vorm van een omgekeerd schip. Het is bedekt met leisteen en koper. In de kerk zit een enorm glas-in-loodraam van 500 m². Dit bestaat uit 13 glas-in-loodramen die gered zijn uit de Saint-Vincentkerk die tijdens WW2 werd verwoest . Ze stellen scènes voor uit het leven van Jezus en andere heiligen. 

 

“Le Gros Horloge” is een van de referentiepunten in Rouen. Het bestaat in feite uit een grote poortboog die de Rue du Gros-Horloge volledig overspant, met een uurwerk aan de voorzijde. De poort verschaft toegang tot de Place-du-Vieux-Marché. Het uurwerk heeft een mechaniek uit de 15e eeuw. Het geheel wordt bekroond met dakvensters en een paviljoen.

 

Aan het gebouw bevindt zich het belfort van de stad, waaruit de inwoners in 1527 het uurwerk weghaalden om dit in de poortboog te bevestigen zodat de bevolking het horloge beter kon zien.


Andere bezienswaardigheden:

Toren van Jeanne d’Arc

De donjon is het enige deel dat is overgebleven van een middeleeuwse burcht die begin van de 13e eeuw (1204) gebouwd is door Filips II Augustus.

 

In deze cilindrische toren werd Jeanne d'Arc berecht en gemarteld. Ze werd gevangen gehouden in een andere toren, iets verderop, die in de loop ter tijden verdwenen i 

 

Paleis van Justitie:

Dit gerechtsgebouw uit het einde van de 15e en het begin van de 16e eeuw werd opgetrokken in laatgotische stijl als het Échiquer de Normandie (hooggerechtshof). Op het voorplein aan de oostelijke trap heeft men in 1976 de overblijfselen van een Joods bouwwerk blootgelegd.

 

De Hebreeuwse opschriften doen vermoeden dat het een Joodse leerschool betreft uit de 8e-9e eeuw. Het paleis werd t.t.v. WWII platgebombardeerd; alleen de schil stond nog. Als herinnering heeft men de kogelgaten in de muren gedeeltelijk laten zitten.  

 

Aitre St-Maclou:

Het centrum van Rouen telt vele vakwerkhuizen. Achter de “St. Maclou” kerk staat waarschijnlijk het mooiste cluster van de stad.

 

Vooral het “Aitre St-Maclour”, wat een binnenplein is omringd door 16e eeuwse half-houten vakwerkhuizen, is een toeristische trekpleister.



geschiedenis


Rouen is ontstaan in de Gallo-Romeinse periode. Het was de hoofdplaats voor de stam van de “Veliocasses” die in de vallei van de Seine. De stad zelf werd onder de heerschappij van de Romeinse keizer augustus gesticht op de rechteroever van de Seine. Ze was de op één na belangrijkste stad van Gallië na Lugdunum (Lyon).

 

In de 3e eeuw kende de Gallo-Romeinse stad haar grootste bloei en werd het een bisschopszetel. In de eerste helft van de 9e eeuw werd de streek rond Rouen geteisterd door invallen van de Noormannen.

 

Door het verdrag van Saint-Clair-sur-Epte in 911 werd Rollo, hoofdman van de Noormannen de eerste hertog van Normandië. Hij maakte van Rouen de hoofdstad van de regio. In 1150 kreeg Rouen stadsrechten. 

 

De Franse kroon

In 1205 lijfde Filips II August Rouen en de rest van het hertogdom Normandië in; het behoorde sindsdien aan de Franse kroon. Het werd een belangrijk en bloeiend handelscentrum. Midden in de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) viel de stad op 19 januari 1419, na een belegering van 6 maanden en een periode van acute hongersnood in handen van de Engelse koning Hendrik V. De overgave gebeurde niet zonder slag of stoot; sommige burgers verzetten zich. De stad werd het nieuwe machtsbastion van de Engelsen in het bezette deel van Frankrijk.

 

In mei 1430 verkocht de hertog van Bourgondië Jeanne d'Arc voor 10 000 Franse daalders aan Jan van Bedford, die haar liet opsluiten in de gevangenis. Tegen de jonge vrouw werd een religieus proces aangespannen wegens ketterij. Zo verloor de Franse koning Karel VII zijn recht op de Franse troon en kon de jonge Engelse koning Hendrik VI hier aanspraak op maken. Onder leiding van Pierre Cauchon, de bisschop van Beauvais en de voorzitter van de inquisitierechtbank werd Jeanne ter dood veroordeeld.

 

Op 30 mei 1431 stierf ze op de brandstapel op de Place du Vieux-Marché in Rouen. In 1449, 30 jaar na de Engelse bezetting, heroverde Karel VII de stad.  

 

Tijdens WW2

In juni 1940 bliezen de inwoners zelf de bestaande bruggen en een deel van de haven op om te verhinderen dat de Duitsers Rouen zouden innemen. Tevergeefs, de Duitsers trokken met hun tanks de stad binnen.

 

In de stad woedde ondertussen een inferno; de kathedraal stond in brand en in de wijk eromheen gingen prachtige vakwerkhuizen in vlammen op. Na 10 dagen doofde de brand langzaam uit. Tussen 1941 en 1942 werd de stad regelmatig gebombardeerd door Britse bommenwerpers; de schade is telkens aanzienlijk.

 

In de nacht van 18 op 19 april van 1944 werd het centrum van de stad opnieuw getroffen door zo'n 350 zware bommen. Er woedde een nieuwe brand waarbij honderden burgerslachtoffers vielen en meer dan 500 gebouwen werden verwoest. Ook het gerechtsgebouw ging in vlammen op.

 

Nauwelijks een maand later, op 30 mei 1944, werd de stad opnieuw zwaar gebombardeerd. De kathedraal viel weer ten prooi aan de vlammen en de architecturale schade was groot. De inwoners probeerden de hele nacht het vuur te blussen. De kathedraal kon gered worden maar de Saint-Maclou (kerk) werd in as gelegd. 

 

Na de landing van de geallieerden zaten de Duitse troepen nog altijd in de stad. De bruggen over de Seine waren opgeblazen en ze konden niet weg. Op 30 augustus werden de Duitsers door de Canadezen definitief uit de stad verjaagd; voor hun aftocht staken ze nog de haveninstallaties in brand. De tol na de oorlog was hoog; meer dan 3.000 personen waren omgekomen en 10.000 huizen waren in as gelegd.



tips & advies (2016)


Het treinstation “Gare Rouen-Rive Droite” ligt ongeveer een kleine kilometer ten noorden van het centrum. Het kleine busstation ligt er pal naast. Flixbus vertrekt daarentegen van een halte bij “Quai de Havre” (noordkade Seine).

 

Rouen – Parijs: er vertrekken dagelijks meerdere Flixbussen vanaf Rouen naar o.a. busstation “Porte Maillot” te Parijs. De bus doet er een kleine twee uur over en kost 7 euro p.p.


Naam : wildkampeerplek “Universiteit

 

Inhoud:

Als je de metro/ tram neemt en bij de laatste halte “Technopole” uitstapt kun je daarvandaan (verder naar het zuiden) richting bos lopen. Het begint met een vaarnenbos maar daarachter (daar waar je de grote weg gaat horen) is een prima bos waar je wild in kunt kamperen.

 

Let op er zijn behoorlijk wat wandelaars, joggers en studenten die ’s morgens naar de universiteit lopen.



zie ook:




meer links:


York

ENGELAND

Waar Rouen de Engelse hoofdstad was in Frankrijk was York de hoofdstad ooit dat van de Vikingen. 

Aken

DUITSLAND

In de kathedraal van Aken, op de grens met Nederland, bevind zich het graf van Keizer Karel de Grote.