Achtergrondinformatie - Frankrijk

"klaus barbie"


inleiding


Nicolas (Klaus) Barbie was een Duitse oorlogsmisdadiger die t.t.v. WWII in Lyon commandant was van de gevreesde “Gestapo”. Niet voor niets werd hij door z’n zeer misdadige en sadistische werkwijze ook wel de “beul van Lyon” genoemd.

 

Na de oorlog zou “Barbie” enige tijd voor de Amerikanen werken voordat zij hem onder valse voorwendselen naar “Paraguay” lieten ontsnappen. “Barbie” zou pas in 1983 naar Europa worden gehaald en worden berecht.

 

In 1989 werd hij eindelijk gestraft voor z’n misdaden – hij werd opgehangen in de stad waar hij z’n gruwelijke misdaden had begaan: “Lyon”.


lid van de ss


“Barbie” geboren als “Nicolas Barbie” in 1913 te Godesberg, nabij Bonn. Hij was een matige student maar had een goede talenknobbel. In 1933 sterft z’n aan alcohol verslaafde vader t.g.v. een wond opgelopen in WWI te Verdun als een verbitterde en boze man.

 

Een van de oorzaken waarom “Barbie” geen goed woord over heeft over de Fransen. Kort daarna sterft z’n broer aan een chronische ziekte en de jonge Klaus wordt werkeloos en blut in 1934 lid van de SS. Een jaar erna (op 22 jarige leeftijd) begint hij z’n “carrière” bij de SD (“Sicherheitsdienst”) waar hij in Berlijn ingezet wordt om homoseksuelen, prostituees en Joden op te sporen.

 

In 1937 wordt “Barbie” lid van de nazipartij “NSDAP” en volgt hij een exclusieve “SD officiersopleiding” in Duitsland.


tijdens ww2


Van Juni 1940 tot begin 1942 was “Barbie” werkzaam bij de SD in Nederland; eerst wordt gebruik gemaakt van z’n “kwaliteiten” in Den Haag - daarna in Amsterdam. Hier maakte hij deel uit van een groep die jacht maakte op “Joodse” Nederlanders en immigranten uit Duitsland en werd hij al snel berucht vanwege zijn wrede methodes.

 

Toen een Joodse-Duitse ijsverkoper hem niet juist salueerde knuppelde “Barbie” hem in het openbaar dood. Z’n collega kreeg de kogel. Voor deze gruweldaad ontving hij z’n eerste IJzeren Kruis.  

 

Na een aantal maanden in de Franse Dyon werkzaam te zijn geweest wordt hij later dat jaar (November 1942) gestationeerd in Lyon als leider van de Gestapo in die stad. Hij neemt z’n intrek in het fameuze “Hotel Terminus”. “Barbie” was niet vies in het eigenhandig martelen van gevangen; mannen, vrouwen en kinderen gelijk. Het breken van botten, elektroshocks geven, het ontvellen van mensen, seksuele intimidatie en het dreigen met honden waren hem niet vreemd.

 

Het leverde hem de bijnaam “de slachter van Lyon” op.  “Barbie” is hoofdverantwoordelijke voor de dood op een van de leiders van het verzet “Jean Moulin” die hij eigenhandig martelde (hij ontving z’n tweede IJzeren kruis). Ook zette hij 44 Joodse kinderen uit het weeshuis in “Izieu” op transport naar “Auschwitz”. Uiteindelijk zouden 43 het met de dood bekopen (alleen Leon Reifmann kon ontsnappen en zich verstoppen).

 

De beul van Lyon wordt er van verdacht zo’n 14000 personen te hebben gedood. Vlak voordat Lyon ontzet wordt door de Geallieerden vlucht “Barbie” terug naar Duitsland.



na de oorlog


Direct na de oorlog (in 1947) wordt “Barbie” bij verstek tweemaal ter dood veroordeeld door Frankrijk maar wordt beschermd door het Amerikaanse CIC (“counter intelligence group”). Deze achtte zijn kwaliteiten nuttig voor het bestrijden van het communisme in Duitsland (de Amerikanen waren vooral geïnteresseerd in Britse ondervragingstechnieken die “Barbie” uit eerste hand had ervaren en in namen van andere oud SS’ers die de Britten gebruikten). 

 

Later werd de slachter van Lyon overgeplaatst naar een hotel in “Memmingen” waar hij opereerde in het Franse bezettingsgebied in Duitsland –de Amerikanen hadden het idee dat dit werd geïnfiltreerd door communisten. “Barbie” zou tot 1951 werkzaam zijn voor deze organisatie.

 

Toen de Fransen erachter kwamen dat “Barbie” voor de Amerikanen werkte en zij hem niet uit wilden leveren zorgde de “CIC” voor een “ratline” – een vluchtschema dat hem naar “Peron’s” Argentinië bracht m.b.v. de Kroatische katholieke priester “Draganovitz”. De Amerikanen waren van mening dat “Barbie” teveel wist van hun werk in Duitsland maar wilde ook niet dat bekend werd dat deze oorlogsmisdadiger voor hen werkte.  

 

In 1965 werd “Barbie” gerekruteerd door de West-Duitse buitenlandse intelligentie bureau “BND” (“Bundesnachrichtendienst”) onder de codenaam “Adler”(adelaar). Hij emigreerde naar Bolivia (“La Paz”) waar hij als “Klaus Altmann” door het leven ging.

 

Hij had perfecte relaties met hoogstaande Boliviaanse “officials” waaronder de dictators “Banzer” en “Meza-Tejada”. Hij stond bekend om z’n nationalistische en anti communistische houding en zou verschillende dictators bijstaan als “ondervragingsspecialist”.

 

Hij werd nationaal burger en zou opklimmen tot Luitenant-kolonel in het Boliviaanse leger. Er wordt zelfs beweerd dat “Barbie” mede verantwoordelijk is voor het helpen van de Amerikaanse “CIA” voor het vangen en executeren van Revolutionair en communist “Che Guevara” in Bolivia in 1967.


z'n veroordeling


In 1972 werd hij door de nazi-jagers “Serge en Beate Klarsfeld” opgespoord. Pas in het jaar 1983 werd hij uitgeleverd aan Frankrijk wat erop kan duiden dat Frankrijk “vreesde” dat Barbie een aantal collaborateurs zou herkennen die zich nog steeds in de Franse regering bevonden.

 

Ook Bolivia wilde niet zonder meer afstand doen van “Barbie” die dictator “Meza Tejada” nog had geholpen om aan de macht te komen.

 

Op 19 Januari 1983 was het dan toch zover; de nieuwe Boliviaanse regering “Zuazo” arresteerde “Barbie” en leverde hem aan Frankrijk uit. Op 11 Mei 1987 begon dan toch uiteindelijk z’n proces waarbij “Lise Lesevre” als getuige werd opgeroepen. Deze was door “Barbie” gruwelijk gemarteld in het Gestapo kantoor te Lyon onder ogen van haar eigen man.

 

Het geheel werd gefilmd aangezien het werd gezien als historische waarde. Een speciale rechtsbank werd gebouwd voor een publiek zo groot als 700 mensen. Klaus Barbie werd tot levenslang veroordeeld (ondanks z’n uitspraak: “wanneer ik voor Gods troon sta zal ik onschuldig worden veroordeeld" wegens misdaden tegen de mensheid en hij zou overlijden in 1991 in de gevangenis (St. Paul) op 77-jarige leeftijd aan leukemie en kanker in de rug en prostaat.



zie ook: