Reisverhalen - Frankrijk

nice



wanna be's


De busrit tussen Cannes en Nice is eigenlijk vreselijk – geen stukje groen te zien, veel bushaltes, veel stops, veel verkeer, veel bouw en nog meer “plastic” tieten en strakgetrokken gezichten in de bus dan ik aankan. Ruim twee-en-een-half uur later kom ik aan bij de halte in Nice, de stad die ooit in de 4e eeuw v.C. door de Grieken is gesticht.

 

Het informatiebureau is aan de boulevard waar ik het al heb zien liggen en ik loop een stukje terug om als enige backpacker het kantoor in te lopen.

 

Opgelucht loop ik met een papier vol goedkope hostels de deur uit en ga op zoek. Tussen de boulevard en het treinstation in vind ik m’n eerste (en goedkoopste) optie en ga hoopvol naar binnen. Het meisje spreekt gelukkig Engels en zegt direct dat de “slaapzalen” vol zitten.

 

Als ik vraag of er wellicht vergelijkbare hostels in de buurt zijn met vergelijkbare prijzen hoor ik dat de prijzen die ik heb doorgekregen van het informatiebureau “laagseizoen” prijzen zijn (16 euro). Nu zou ik 33 euro moeten betalen en ik ga bijna direct onder zeil – wat? Voor een bed in een slaapzaal? De moed is in m’n schoenen geslopen want als dit het goedkoopste hostel uit de stad is en alle bedden van deze prijzen zitten vol.

 

Niets te vinden en ik herinner mij dat het meisje van het informatiebureau een campingoptie heeft opgeschreven die net van de map afviel.


nice - niet zo sjeik


Als ik zeg dat ik naar het vliegveld wil wordt ik naar de boulevard verwezen waar tientallen zwaar bezwete toeristen met koffers en tassen in de bloedhitte staan te wachten.

 

Als eindelijk de bus eraan komt en ik wil instappen vraagt de chauffeur het belachelijke bedrag van 6 euro. Ik weet dat de prijs naar Cannes wat meer dan 2 uur bedraagt een vierde is van dit bedrag en het vliegveld is 15 minuten bussen dus ik stap weer uit.

 

Terug in het park wil ik de “200” ingaan waar ik vanmorgen ben uitgekomen maar ook hier wordt ik de deur gewezen. Waar slaat dit op? Ik weet al wat dit is – er is een kartel gevormd met een busmaatschappij die het alleen recht heeft op om mensen naar het vliegveld te brengen en die vraagt torenhoge prijzen aan niets wetende toeristen. Bij de volgende bus geef ik aan dat ik naar het dorpje “Saint Laurent wil en er begint een discussie want de man denkt dat ik met m’n tas bij het vliegveld wil uitstappen.

 

De lange weg landinwaarts

Ik wijs op m’n kaart maar de camping staat hier zelf niet op natuurlijk. Natuurlijk ken ik ook de bushalte niet maar de man maakt duidelijk niet VOOR of OP het vliegveld te stoppen. Een halte erna stap ik uit. Ik zie een bordje met de camping erop wat hoop geeft en ik probeer het te volgen.

 

Even later ben ik het kwijt en volg ik het bordje waarop “tourist information” staat. Ik eindig op de boulevard waar ik geen kantoor vind maar een infopanel. Geschrokken zie ik dat de camping veel verder is dan het meisje bij het informatiebureau in Nice heeft aangegeven en ik probeer de bus erbij te zoeken die die kant opgaat. Ook neem ik wat foto’s voor de zekerheid.

 

Die bus gaat hier niet en ik moet eerst terug over de grote weg en onder de spoorbaan door, naar het centrum. Het is al vrij laat als ik eindelijk bij de bushalte aankom waar bus “51” langs zou moeten komen. Natuurlijk komt deze niet op tijd en het wordt een eentonig verhaal met die bussen in Frankrijk. Eindelijk komt de bus er aan, als ik bijna wil weglopen maar de chauffeur vertelt me een andere bus (“707”) te nemen, degene die ik een half uur geleden heb zien langskomen en niet wist welke richting hij reed.

 

Het duurt een uur en nog iets meer, als ik besluit boodschappen te gaan doen bij de supermarkt hier vlakbij. Terug bij de halte wederom geen bus en ik besluit te gaan lopen.


op zoek


Eerst door het centrum en daarna de stad uit – af en toe kijk ik achterom maar nog steeds geen “707” in zicht en ik loop door. De stad houdt op maar de bebouwing niet. Aan de ene zijde een groot groen hek met daarachter een groot industrieterrein waar geen einde aan lijkt te komen en aan de andere kant een stukje bebouwde grond met daarachter een heuvel volgebouwd met huizen. Geen kans voor een wild kampeerder zoals ik.

 

Ik loop verder langs een begraafplaats en nog verder maar nog steeds hetzelfde. Aan de haltes zie ik hoe ver ik ben en ik haal onderweg water bij een parkeerterrein voor campers. Doodmoe en helemaal bezweet kom ik uit bij een kruising waar de camping ongeveer zou moeten zijn. Drinkend uit m’n fles vraag ik een andere man bij de bushalte waar de camping is aangezien ik geen bord meer heb gezien.

 

De camping is nog zo’n 3 a 3,5 kilometer lopen en hij loopt weg lullend in z’n mobieltje. Als ik zo zit uit te puffen in de schaduw zie ik bus “707” de bocht omsjezen en wegrijden richting m’n beoogde camping. Daar ging waarschijnlijk m’n laatste kans want zo vaak gaat deze bus niet, laat staan op tijd. Ik loop 100 meter de hoek om, om de goede bushalte te zien en kijk hoopvol op het kaartje.

 

Er zou er nog eentje moeten komen vanavond en ik gok erop dat dit ook gebeurt. Drie kwartier zit ik in spanning want het loopt tegen achten en ik heb echt geen idee waar ik anders zou moeten gaan slapen, gezien al die industrieterreinen tegenwoordig beveiligd zijn. Een glimlach verschijnt als ik de laatste bus zie aankomen en ik gretig instap.


jetset of wanna be's?


De volgende dag check ik uit op de camping en neem de bus terug naar het vliegveld (nu geen probleem) en wandel naar het Eurolines (bus)kantoor. Hier wil ik ‘ns vragen of ik daar vannacht kan blijven slapen want vanaf de camping ga ik m’n vroege bus morgenochtend (5:30 aanwezig zijn) niet halen. Het hek staat open en ik stap een houten keet in waar ik netjes wordt geholpen.

 

Het kantoortje sluit straks en gaat pas tegen tien uur open – slapen is zoals ik al had gezien uitgesloten. Voorzichtig vraag ik of ik wellicht m’n grote tas een paar uur hier achter kan laten, terwijl ik een 0,50 eurocentmunt in de koffiemachine gooi. Eigenlijk mag dat niet zegt de man maar ik mag hem laten staan.

 

De man maakt wel duidelijk dat hij exact om 17:00 naar huis gaat en de deur dan dicht is tot morgenochtend! M’n tas prop ik onder de stoelen en neem de belangrijkste dingen mee in m’n kleine tas.


toeristisch nice


Bij de bushalte probeer ik nogmaals op hetzelfde kaartje naar centrum “Nice” te reizen en het lukt – bus 70 brengt me terug in hartje stad voor nog steeds dezelfde prijs. We komen aan bij halte “Kathedrale” in het centrum en ik besluit eerst ‘ns naar de oude historische stad te wandelen, het gedeelte waar de moslims (Saracen) eeuwen op gejaagd hebben.

 

Eerst over de boulevard waar je zicht hebt over de hele baai van de stad met z’n brede wandelpad inclusief palmbomen waar mensen breeduit paraderen met hun nieuwe “aanwinsten”. Precies op het puntje van de baai is een restaurant gevestigd en springen mensen van de rotsen in het water. Daarboven de bocht waar de boulevard mee cirkelt met de rotsen waarop het kasteel is gevestigd. Net om de hoek een groot monument uit de rotsen gehakt waar de gevallenen uit WWI worden herdacht.

 

Daarachter begint de echte haven van de stad die veel kleiner is dan ik had verwacht. Statige huizen staan eromheen gebouwd maar ik wil de berg op waar ik hoop op een prachtig panorama over de stad. Vanaf deze kant beklim ik door het nemen van vele zigzagroutes de heuvel waar nu alleen nog de ruïnes van een kasteel gebouwd in de 12e eeuw opstaan (“Parc du Chateau”). Het kasteel vernietigd door Louis de XIV in 1706 en nooit herbouwd is maar een onderdeel van het grote plateau wat zich openbaart.  

 

Het is een drukte van jewelste en er staan bankjes in schaduwrijke omgevingen onder bomen, er zijn restaurants en cafés, je kunt een treintje nemen en er is een kunstmatige waterval waar je even kunt opfrissen. Het is voor mij alleen om het uitzicht te doen en dat is inderdaad indrukwekkend. Aan de ene kant de haven, aan de andere de boulevard en het strand. Aan de kant van het strand strompel ik weer naar beneden, de oude stad in met z’n kronkelstraatjes en steegjes.

 

Het oude gedeelte van de stad is volgepropt met leuke restaurants, gezellige terrassen en kleine souvenirwinkeltjes. Maar er staat ook een prachtige kerk, kathedraal en kapel.  Het is leuk, aardig om te zien maar zeker niet het mooiste wat ik in deze reis in Frankrijk heb mogen zien en ik houd het dan ook snel voor gezien. Ik had eerlijk gezegd een stad verwacht waar de dure auto’s en de “jetset” huishouden hield maar dit is toch even anders; er is een immigrantenwijk vlakbij het station, er lopen zwervers rond en het strand is een grindstrand i.t.t. Cannes waar het zand is.

 

De hordes Engelsen die hier in de 19e eeuw op vakantie kwamen zijn ingeruild voor mensen uit de voormalige koloniën. Wat wel opvalt zijn het aantal rokers in “Cote d’Azur” – je zou toch zeggen dat deze geschoolde mensen beter zouden moeten weten.



slapen op het vliegveld


Ik wandel kriskras door de stad terug naar het treinstation waar ik bij een Aziatisch restaurant een goedkoop hapje bestel. Omdat ik niet weer het gezeur van gisteren wil meemaken bewandel ik de straat die parallel aan de boulevard loop tot ik een supermarkt tegenkom. Ik sla een behoorlijke voorraad in met het oog op de busreis van 28 uur van morgen en wacht op een bus die richting vliegveld gaat.

 

Deze buschauffeur geeft geen acht als ik naar het vliegveld wil en ik betaal de “normale” lokale prijs van 1,50 voor een ritje. Per ongeluk stap ik in bus 23 in en stap voor het “Eurolines” kantoortje uit om m’n tas op te halen. Ik schrik mij wild als de deur op slot zit maar de man draait het slot eraf en doet lachend open. Ik herpak m’n tas en vraag voor de zekerheid of de bus van morgenochtend voor het hek arriveert.

 

Het vliegveld moet soelaas brengen om te overnachten vanavond want het hostel is vol en duur, de camping is te ver weg en het Eurolines kantoor is gesloten.

 

Het is een 10 minuten durende wandeling en ik stap een beetje onzeker “Terminal 1” in om daar een goede plek te bemachtigen om de uren uit te zitten. Ik vind een plekje op de eerste verdieping tussen het kinderspeelplaatsje en de roltrap en installeer mijzelf hier zodat er niemand bij komt zitten.

 

M’n schoenen uit om m’n voeten wat lucht en rust te gunnen en ik begin te lezen in m’n reisgids van en voor Roemenië. Er wandelt hier verschrikkelijk veel beveiliging langs maar gelukkig vraagt niemand naar m’n ticket. Ik zie er natuurlijk ook wel uit als een reiziger met die grote tas maar je weet het nooit.  

 

Als het avond is ben ik toch wel wat bang dat het vliegveld ’s nachts gesloten wordt en ik besluit een kijkje te nemen op een van de informatieborden. De schrik giert door m’n keel als ik zie dat de laatste vlucht voor twaalven vertrekt en de volgende pas vroeg in de morgen. Voorzichtig vraag ik een stewardess en die stelt me op m’n gemak; de douane wordt gesloten, de rest blijft open. Zucht.

 

Het is net over tienen als ik m’n slaapmatje uit m’n tas pluk, m’n slaapzak en mij gereed maak om te gaan slapen. M’n sarong trek ik over m’n gezicht zodat het geld wat minder fel wordt en niemand m’n ogen ziet. Ik kan terdege alles volgen wat er om mij heen gebeurt al lig ik boven op m’n eigen tas en heb ik een plekje gevonden waar eigenlijk niemand bij kan. Alleen het geluid van de roltrap is behoorlijk irritant.


op weg naar roemenie


Natuurlijk word ik verscheidende keren wakker van mensen die langslopen of de roltrap die aanvliegt als er mensen dichtbij komen. Maar al met al voel ik mijzelf behoorlijk uitgeslapen (als dat mogelijk is na een nacht op het vliegveld) en als ik rond half vijf wakker word besluit ik mijzelf op te frissen.

 

Zoals altijd word er eerst vreemd opgekeken als ik op een matje ga liggen op het vliegveld maar elke keer als ik wakker word hebben mensen m’n voorbeeld gevolgd. Ook nu liggen er verderop nog twee heren op de grond te slapen op hun tas. Ook zijn er altijd mensen die het onbehoorlijk vinden op de grond te gaan liggen en proberen op de harde plastic bankjes een paar uur te pakken. Vreemd genoeg zie ik ze altijd wakker als ik langs kom lopen.  

 

Ik fris mijzelf op in de gehandicapten wc waar ik even rustig al m’n spullen kan neerzetten. Dan is het tijd om naar de bushalte te lopen van “Eurolines” waar ik een uur van tevoren aanwezig moet zijn. Het is eigenlijk helemaal niet koud en er staan bij de halte genoeg mensen in korte rokjes en broeken.

 

Veel mensen hebben geen tas of koffer bij zich en ik ga ervanuit dat vele mensen staan te wachten op de bus om bekenden of familie op te halen. Alle mensen die hier staan zijn “Slavisch” zo te zien en horen en het aantal wat rookt is immens. Ik ben de enige blanke Westerse backpacker en zie nu pas dat er iemand onder de palmboom in z’n slaapzak ligt – dat had ik ook kunnen doen maar vond op het vliegveld toch een stukje veiliger.

 

Er komt om 6:00 inderdaad een bus aanrijden en bijna alle mensen zijn vertrokken als een half uur later de bus wegrijdt.



zie ook: