Reisverhalen - Frankrijk

montgenevre



fort in de hemel


Net voor het ski dorp Montgenevre dat op de grens met Italie ligt stappen we uit onze liftauto en wandelen naar het informatiebureau.

 

De tas neerleggen is helaas niet mogelijk en een kaart kopen van het gebied komt op 10 euro. Beide antwoorden zijn niet echt bevredigend voor ons maar we vernemen dat we wellicht de tas achter kunnen laten bij het postkantoor. Het postkantoor?

 

Maar alles staat en valt met het wegleggen van de grote tas – een hike naar meer dan 3000 meter is uitgesloten met die monsters op je rug.

 

Bij het postkantoor staan we in een kort maar zeer langzaam rijtje te wachten tot we horen dat het wel mogelijk is maar dat we dan voor 12:00 terug moeten zijn, gezien het feit dat ze dan sluit – oh ja, het is vandaag zaterdag!!

 

Ze geeft aan dat we het wellicht bij de buurman – de supermarkt “Sherpa” kunnen proberen. We hobbelen naar de supermarkt en ja, de jonge jongen geeft aan dat dit geen probleem is. Nu wordt het haasten geblazen – boodschappen doen voor de hike, de tas herpakken en ons omkleden. Er staat een klein bankje voor de winkel en binnen een half uurtje zijn we gereed om te gaan.

 

Bij een bakkerijtje kopen we brood, we vullen onze waterflessen met vers bronwater en doen nog een poging een map te kopen.


de klim


We wandelen aan de oostelijke kant het dorp uit waar verschrikkelijk veel skiliften staan te wachten op klanten en alles van hout is gebouwd – een echt skidorpje – en lopen langs twee meertjes.

 

Links gaan we van de weg af, de heuvel op, de bergen in. Het is een breed bospad door naaldbossen en we genieten van het mooie weer en de heerlijke frisse dennengeur die van de bomen komt.

 

Alles is nog vrij plat en ondanks het feit dat de hike zo’n 4 uur in beslag zou nemen, gaan wij uit (hebben we gehoord van de hikers zelf) dat wij het wel in drie uur kunnen fixen. We komen aan bij een brede rivierbedding waarin bijna geen water meer stroomt en we zicht hebben op de gehele omgeving. Een groot Alpen weide veld met groene heuvels aan de ene kant en aan de andere kant meer puntige, hogere en meer rauwe grijze bergen met rotsen en zelfs wat sneeuw op de piek.

 

Ook hier staat weer een kabelbaan en opeens zien we een grote marmot voorbij schieten. Met wat gefluit blijft het beestje staan en volgt ons op z’n achterpoten. We kunnen best dichtbij hem komen voordat hij het wederom op een lopen zet. Nadat we de rivierbedding zijn overgelopen is het bergopwaarts. De route staat prima aangegeven en we zijn blij dat we die dure kaart niet hebben gekocht. Via een gedeeltelijk met stenen overladen pad komen we aan bij de eerste ruïne – dit schijnt een voorpost te zijn geweest van het Italiaanse leger.

 

Ook komen we de eerste hikers tegen die terugkomen en ons vertellen dat het een behoorlijke zware tocht gaat worden; de man die we spreken is doodop en dit belooft niet veel goeds. We knopen onze schoenen nog ‘ns goed vast en maken ons op voor een steile tocht met in ons achterhoofd de gedachte dat we niet ‘ns wisten dat we hier zouden moeten gaan lopen.



het zadel


Het pad wordt rotsachtiger elke stap die we zetten en ook steiler zo het schijnt. We passeren twee keer de gletsjer die momenteel alleen uit stenen en rotsen bestaat en het is af en toe moeilijk de gele vlag te volgen aangezien er niet echt een pad meer is.

 

We glibberen en glijden en van passanten vernemen we dat het hiervandaan nog zeker drie uur hiken is, bergopwaarts. Af en toe stoppen we even om op adem te komen en onze muesli repen gaan erg snel, misschien wel te snel.

 

Het uitzicht wordt steeds mooier en we zien de Alpenweide waar we de marmot zagen steeds kleiner worden en het aantal pieken steeds groter.

 

We klimmen en klimmen en pas na uren wandelen komen we op het zadel aan – een heuvelrug waar je aan de ene kant Frankrijk kunt zien liggen en aan de andere zijde Italië. De ruïnes die we zagen staan hier even verderop op de kam maar dat is niet het fort waarvoor we gekomen zijn helaas – deze ligt nog 500 meter hoger en kunnen we hiervandaan goed zien. Maar wat is het nog een klim hiervandaan.

 

We twijfelen of we hier moeten gaan lunchen en genieten van het prachtige uitzicht over de Alpen – we zitten hier op 2674 meter hoogte.


chaberton


De wind waait en de zon prikt op je gezicht maar wij moeten door – we zijn al blij dat het niet als gisteren met bakken uit de hemel komt. Bij een eerste bunker blijven we even staan en zien grote stukken verroest prikkeldraad op het terrein liggen wat hier alleen nog uit gras en stenen bestaat.

 

De bunker is er een die ooit uit stenen heeft bestaan en nu totaal verwoest is, verderop zien we er nog eentje en hoopvol kijken we de heuvel op die we nog moeten beklimmen – een van de torens van “Chaberton” kunnen we goed zien maar het is nog ver, ver weg. Een grote groep Italianen komt naar beneden en vertelt ons dat het nog zo’n uurtje lopen is maar fantastisch. 

 

Nog meer prikkeldraad en andere stukken ijzer en ijzerdraad liggen kriskras over de heuvel verspreid en we zien in de verte zelfs mensen met hun fiets naar boven gaan.

 

De zigzagroute die we nog moeten afleggen is goed zichtbaar en zeker als de mensen die zich hier voortslepen felgekleurde jassen aanhebben. We moeten even op adem komen en smeren onze gezichten nog ‘ns in tegen de zon die nog steeds fel brand.

 

Het is hier steil en we glijden af en toe weg over de vele stenen en rotsen die hier liggen. We passeren een wachtpostgebouw, meer prikkeldraad en wederom een verlaten bunker. Weer een bocht, en nog eentje en dan een stukje door de sneeuw waar het super glad is.

 

Uiteindelijk na inderdaad 4 uur wandelen komen we aan op het plateau – en wat schetst onze verbazing – tientallen Italiaanse kinderen zijn hier aan het lunchen! Het plateau loopt ietwat schuin en we zien nu ook dat het geen een toren is, maar zeven ronde torens die aan de Italiaanse kant achter een groot stuk rots zijn gebouwd. 

 

Boven op de torens zie je nog de metalen constructie waar hoogstwaarschijnlijk kanonnen op gebouwd waren. We dalen af via een groot stuk rots naar het laagste van drie plateaus en zien een aantal stenen legerkwartieren nu zonder dak en vol met sneeuw tegen de Italiaanse kant gebouwd zijn, waar de vijand ze niet kon waarnemen. Helaas kun je er niet heen en we besluiten tegen de stenen driehoek die vol geplakt is met plaquettes ter ere van militairen en de bouwer plaats te nemen om hier te lunchen.


torens van stilte


Tussen grote stukken ijzerdraad, prikkeldraad en andere metalen en ijzeren dingen nemen we plaats en genieten van het prachtige uitzicht – het is helder en we kunnen heel ver kijken. Nadat we ons brood hebben opgegeten nemen we een kijkje in de kazernes die achter ons liggen. Allen liggen vol met sneeuw en vanaf het deurkozijn druppelt het ijswater en is het koud.

 

Een plateau hoger staan de zeven torens en helaas zijn sommige vol gepist en gepoept. In eentje is de ijzeren trap nog intact en klimmen we via twee kleine ijzeren plateaus naar het dak.

 

Hier is het uitzicht nog mooier; de sneeuw tussen de rots en de torens in, de bergen, de wolken en zeven lichtgrijze torens zelf. Saillant detail is dat de trappetjes er weer ‘ns echt klassiek Italiaans uitzien – het is wel uitkijken geblazen want lang gaan deze trappen niet meer mee en je wilt niet de meters naar beneden vallen.

 

Vanaf het dak zien we dat de meeste mensen, beter gezegd, allemaal verdwenen zijn en we dus helemaal alleen in het fort aanwezig zijn. Het is alleen jammer dat er geen kanonnen of informatie over het fort aanwezig is. Tenslotte nemen we een kijkje op het hoogste plateau waar de kinderen dus gelukkig verdwenen zijn – hier staan wat informatiepanels over de Alpen (we zitten echt op 3131 meter hoogte) en de omringende bergen en een groot houten kruis.

 

Aangezien het al vier is moeten we terug al is het jammer – wat een uniek fort is dit zeg.

De grenspas: 

Later zou ik ontdekken dat deze berg inderdaad tot 1947 tot Italië behoorde. Tussen het jaar 1898 en 1910 bouwde Italiaanse troepen het “hemelfort” in de richting van de Franse stad “Briancon” en de bergpas “Col de Montgenevre”. Een weg werd gebouwd vanaf het dorpje “Fenils” en werd aangevuld met acht 149 mm kanonnen die in individuele torens werden gezet.

 

Toen WWII begon en Italië de kant van de Duitsers koos, schoten zij artillerie bommen af op Franse posities rond Briancon maar maakte geen aanstalten om de stad te veroveren. Op 21 Juni 1940 schoot het 154ste Franse artillerie regiment zes van de acht torens in stukken met kanonnen die in de slag om Verdun (WWI) zo hun nut hadden bewezen.

 

Deze stonden verdekt opgesteld en werden door observators op de nabijgelegen berg “Janus” gecoördineerd. Aan het einde van de oorlog kwam de berg in Franse handen terecht en verschoof de nieuwe grens tot aan de rand van het Italiaanse dorp “Claviere”.

Half rennend, half lopend halen we groepen mensen in die veel eerder zijn vertrokken dan wij om wat tijd goed te maken. We halen de kinderen in en binnen twee uur staan we voor de supermarkt om onze tas op te halen.

 

Deze ging om 19:00 dicht en het was dus wel even doorpezen.

 

We doen boodschappen, schenken onze waterzakken vol water bij een pomp en wandelen het dorp uit, de vallei in om hopelijk achter het golfterrein een slaapplaats te vinden.



tips & advies (2013)


In het dorpje zijn meerdere leuke terrassen om heerlijk binnen of op het terras achter het glas een drankje te doen of om te eten. Het is notabene een groots ski-dorp met vele (toeristische) faciliteiten.


Wildkampeerplek: “Alpenweide

 

Inhoud:

Aan de oostkant van dit ski dorpje zijn twee aan elkaar gekoppelde camperterreinen voor toeristen. Helemaal aan de andere kant leid een klein bospaadje naar een plateau vol bloemen en wat struiken en bomen. Hier kun je een prima plek vinden om een nacht wild te kamperen.

 

Het is even te dicht op het camperterrein (en mensen) om echt te genieten maar het is goed genoeg als je je tent tussen de bomen opstelt zodat niemand deze kan zien. Let wel even op de prachtige bloemen en laat natuurlijk geen troep achter.

 

Andere nadelen zijn dat je gezien wordt door de mensen die met hun camper op het terrein staan en mensen kunnen je vanaf de weg die naar de Italiaanse grens gaat zien. Water kun je halen bij een bron in het dorpje en het is ook mogelijk hier vandaan te liften naar of Italië of terug naar Briancon. Er zijn wel veel muggen.

 

Voordeel is het prachtige uitzicht over de bergen.


Het dorpje is niet echt groot en je kunt de meeste informatie krijgen van het informatiecentrum. Je kunt een kaart kopen van de regio en verschillende wandelroutes.

 

Indien je naar “Chaberton” wilt lopen (het fort) dien je route GR5 te volgen. Houdt zeker 4 uur aan om naar het fort op de berg te wandelen en 2 a 3 uur terug.


zie ook:





meer links:


Jugurtha's Table

TUNESIE

Een laatste "stronghold" tegen de Romeinen werd op een kale berg midden in Tunesië georganiseerd.