Achtergrondinformatie - Filipijnen

"slag om leyte" (1944)



inleiding


In de zomer van 1944 kreeg de Amerikaanse generaal “MacArthur” groen licht voor de herovering van de Filipijnen. Vanwege de lichte tegenstand die (lucht)missies boven het gebied aantoonden werd de aanval naar Oktober van dat jaar verplaatst. Daarnaast werd afgestapt van het plan om eerst het meest zuidelijke eiland “Mindanao” aan te vallen.

 

“Leyte”, een van de grotere eilanden van de archipel heeft meerdere diepwater en zandstranden die goede mogelijkheden boden voor amfibie aanvallen en bevoorrading. De wegen boden soelaas voor tanks en de vlaktes van het eiland zijn uitermate geschikt om vliegvelden aan te leggen.

 

Vanuit “Leyte” zouden de Geallieerden alle eilanden van de Filipijnen kunnen bereiken – een strategisch pluspunt. Het eiland beschikte daarentegen ook over een bergketen met pieken hoger dan 1300 meter, valleien en vulkanisch gesteente geschikt voor defensieve stellingen.

 

Tenslotte zou de invasieperiode gepaard gaan met moessonregens. Er werd gerekend op steun van de bijna miljoen overwegend boeren en vissers die het eiland bewoonde aangezien zij de guerrilla’s al steunden. Uit Amerikaans onderzoek was gebleken dat de Japanners een 20.000 man bezettingsleger hadden gestationeerd op “Leyte”. 


de landingen


Na wat kleine eilandjes voor de kust te hebben veroverd werd het Amerikaanse 6e leger in de morgen op 20 Oktober aan wal gezet op de geprepareerde stranden ten zuiden van hoofdstad “Tacloban”. 

 

Veel tegenstand was er niet en een paar uur later zou “MacArthur” op “Rood strand” zijn wel bekende terugkom speech geven. Op de eerste dag werd een stevig bruggenhoofd gevestigd tussen Tacloban en Dulag en ook de vliegvelden van deze steden werden ingenomen.  De Japanse generaal “Makino” verantwoordelijk voor “Leyte” transfereerde z’n hoofdkwartier van “Tacloban” naar “Dagami” zo’n 25 kilometer verder inland.

 

Met bijna een half miljoen man onder z’n bevel besloot Generaal “Yamashita” het eiland “Leyte” als z’n meest belangrijke defensieve gebied te maken. Versterkingen werden aangevoerd vanuit het eiland “Mindanao” en een groot aantal vliegtuigen en schepen van de Japanse luchtvloot en marine werden ingezet om de Amerikanen terug in zee te drijven.

 

De eerste paar dagen na de landing werd het bruggenhoofd flink uitgebreid ondanks ongecoördineerde tegenaanvallen en na een week oprukken werd de noordkust van “Leyte” bereikt. Een belangrijke (haven)stad bleef in Japanse handen – “Ormoc” aan de westkust. Vijf dagen na de eerste landingen vielen de Japanners met groot geschut aan en dreigde de aanvoer van manschappen en voorraden te worden afgeknepen.

 

Grootscheepse luchtaanvallen van de Geallieerden zouden deze dreiging teniet doen door alle Japanse vliegvelden in de Filipijnen onder druk te houden. De Japanners grepen naar onorthodoxe tegenmaatregelen en de eerste “kamikaze” aanvallen op vooral transportschepen van de Amerikanen werden uitgevoerd tot grote ontsteltenis en verbazing. 



aanleiding tot de zeeslag rond "Leyte"


De Japanners hadden twee keuzes - als de Filipijnen verloren zouden gaan zou hun gigantische vloot terug moeten keren naar het noorden waar geen benzine was of naar Indonesië waar een gebrek was aan voorraden en manschappen.

 

Op 12 Oktober had de Amerikaanse admiraal “Nimitz” een aanval ingezet op het belangrijke “Formosa” (nu Taiwan) waarbij de Japanners plan “Sho-2” in werking zette. Dit resulteerde in een drie dagen lange stroom van luchtaanvallen op de Amerikaanse vliegdekschepen. Resultaat was een verlies van 600 Japanse vliegtuigen dat betekende dat de Japanse vloot bijna geen luchtdekking meer had. 

 

Het Japanse oorlogskabinet koos een definitieve (zee)slag bij “Leyte” om af te rekenen met de Amerikanen.  De Keizerlijke vloot werd in drie groepen verdeeld; de ene bestaande uit de vier overgebleven vliegdekschepen zou de Amerikaanse 3e vloot uit de wateren van “Leyte” lokken en als het aas werkte zouden de andere twee groepen alle transportschepen van de Geallieerden in de “golf van Leyte” vernietigen.

 

Het resulteerde in vier grote zeeslagen rond de Filipijnen. 


wereld's grootste zeeslag


In principe slaagde de opzet van het Japanse plan. De Japanse groep “Zuid” met z’n vliegdekschepen lokte “Halsey’s” grote vloot weg van “Leyte” omdat hij een mogelijkheid zag de laatste Japanse vliegdekschepen te vernietigen en de Amerikaanse marine de absolute heerschappij in de grote Oceaan te bezorgen.

 

Omdat hij dacht dat de Japanse groep “Midden” zich terugtrok na verschillende luchtaanvallen (dit was niet het geval, deze draaide en zou opeens bij het eiland “Samar” opduiken als grote verrassing) zetten de Amerikanen de achtervolging in en liet de landingsplaatsen in Leyte kwetsbaar achter. Amerikaanse luchtaanvallen zouden “groep” zuid nagenoeg vernietigen in de slag bij kaap “Engano”.

 

Opeens bereikte Halsey het bericht over een nieuw gevecht bij “Samar” en de naderende ramp. Hij brak het gevecht direct af en keerde terug naar het zuiden. De overgebleven Japanse schepen zouden in 1945 aan het anker tot zinken gebracht worden. De Japanse groep “Noord” kwam in een dodelijke val van de Amerikaanse 7de vloot terecht bij de “Slag in de straat van “Surigao” en moest na verschillende schepen te hebben verloren terugtrekken. 

 

Kurita’s groep “Midden” arriveerde bij “Samar” eiland en de enige aanwezige Amerikaanse strijdkrachten waren drie groepen escorte vliegkampschepen met hun begeleiding van destroyers. In de Slag om Samar probeerden de Japanse slagschepen en zware kruisers tevergeefs door deze bescherming heen te breken. Kurita verwarde de escorte vliegdekschepen met transportschepen en meende dat hij de hele Amerikaanse 3e vloot voor zich had (hij wist niet dat de val was gelukt en deze dus grotendeels afwezig waren).

 

Onophoudelijke luchtaanvallen, torpedoaanvallen, slecht weer en bluf deden Kurita uiteindelijk besluiten zich terug te trekken, hoewel hij een aantal Amerikaanse schepen reeds zwaar beschadigd had. Hij was de slag met vijf slagschepen begonnen, maar toen hij Japan bereikte, was alleen de Yamato nog gevechtswaardig. De Keizerlijke vloot was nagenoeg verslagen na de zeeslagen bij “Leyte” die zich alleen nog bezig hield met “kamikaze” aanvallen op de Amerikaanse vloot. 



de japanse tegenaanvallen


Door de Japanse versterkingen (zo’n 35.000 man) kwamen de Amerikanen behoorlijk in de problemen en ver achter op schema. In plaats van het eiland schoon te vegen kwamen zij in het bergachtige gebied van het Westen van “Leyte” in hardnekkige gevechten met de zeer gemotiveerde Japanners.

 

De slag om de “Yamashita” linie (of “Breakneck Ridge” zoals de Amerikanen het noemden) werd uitgevochten in grotten, loopgraven en hevige regenval afkomstig van een tyfoon die 8 November aan land was gegaan. Voorraden werden aangevuld door luchtdroppings, vrachtwagens, carabaos en duizenden Filipijnse dragers. 

 

Het zou weken duren voordat alle bergkammen en vliegvelden ingenomen zouden worden ondanks tegenaanvallen van de Japanners. Langzaam kropen de Amerikanen dichter naar “Ormoc”. Doordat de Amerikanen definitief het initiatief hadden op zee en in de lucht was het allemaal een kwestie van tijd. Op 10 December viel “Ormoc” ondanks landingen van extra Japanse verdedigers. 


de laatste tegenstand


Er werd wederom een Amerikaanse landing uitgevoerd bij de laatste haven bruikbaar voor de Japanners bij “Palompon”. Binnen vier uur was het stadje ingenomen.

 

Op 26 December zouden troepen vooruit gaan naar het eiland “Samar” en werd de rest van het noordwesten van “Leyte” van de laatste ongeorganiseerde verdedigers ontdaan. De kust werd twee dagen later bereikt. De Japanners zouden tot het eind van het jaar aanvallen blijven uitvoeren en sommige legden pas op 8 Mei 1945 hun wapens neer. 

 

De Japanse luchtvloot werd gehalveerd terwijl de Keizerlijke vloot geen strategisch wapen meer was. Een kwart miljoen Japanse soldaten was nog steeds op het belangrijkste eiland van de Filipijnen, Luzon, gestationeerd maar Generaal “Yamashita” zou alleen in staat zijn een defensieve strategie toe te passen.

 

De Japanners hadden de hoop na de val van “Leyte” om de Filipijnen te behouden in feite opgegeven en realiseerden zich dat de Amerikanen hun toevoer naar hun andere Aziatische veroveringen hadden afgesneden en in staat waren het moederland aan te vallen. 



zie ook: