Reisverhalen - Ethiopië

buyit ras (simien np)



inleiding


Ontbijten doe ik samen met John, mijn Duitse metgezel, en daarna begint het feest; John komt erachter dat niet al z’n spullen in z’n tas passen en dat hij een tas moet huren. Met deze grotere tas past het nog niet goed en er moet een drager worden geregeld die heel toevallig al op de stoep van het hostel zit.

 

Dan moet er brood gekocht worden en verse groenten zoals knoflook, uien, kool, aardappelen en wortel.

 

En dan, dan pas gaan we op stap, onze trip naar de Simiens bergen in het gelijknamige nationale park – eerst wilden we beginnen verderop in het park maar ze blijken een belachelijk hoog bedrag te willen voor een jeep die richting op. Door het dorp lopen we, over de markt, kopen nog wat water en aan de andere kant van het zeer stoffige dorp, waar we wat voetbaltafels buiten zien staan slaan we af de heuvel af.

 

Daar begint de hike pas echt en hebben we een prachtig beeld op de vallei die er redelijk groen uitziet.


"tukuls"


Ook zien we wat rieten hutjes afgezet met doornen om hun vee binnen te houden. Groepen koeien, geiten, schapen en vele kinderen die ons toeroepen. De ronde hutjes heten tukuls en zijn meestal rond en er zitten geen ramen en zelfs geen schoorsteen in.

 

De rook gaat door het riet heen en voorkomt dat er insecten inkomen. Soms wordt zo’n hut in tweeën gedeeld; een gedeelte voor het vee en de ander voor mensen. Zo wordt het beschermd en zorgt het zelfs voor extra warmte.  

 

Over wat stenen heen huppen we over de beek en ik voel nu al de hoogte, de hitte en de zwaarte van mijn tas die vooral zo zwaar is vanwege het eten wat ik erbij heb gekregen. We praten wat met onze scout “Naughty” die stoer met een Klashnikov rondloopt, onze kok Jaju en onze drager “Ghazze” die op zijn kapotte plastic slippers loopt.

 

Natuurlijk hopen we vandaag de Ethiopische wolf te zien maar de kans is klein – hij is schuchter en zelfs onze Afrikaanse vrienden hebben dit beest nog nooit in het echt gezien. 

 

Er schijnen er ook nog maar 600 van te zijn en deze leven alleen in de hooglanden van Ethiopië. Meestal leven ze in een groepje van zo’n 10 tot 15 wolven als een hechte familie die voor elkaar zorgt.

 

Alleen als ze gaan jagen doen ze dit liever individueel. De trip is heet en heel stoffig; soms moeten we aan de kant voor een groep ezels of paarden en we worden constant geroepen door kinderen die als herder de geiten bij elkaar houden “hello mister, plastic of pen of money”.

 

Het is veel zwaarder dan verwacht en na drie heuvels in de vallei komen we aan bij een berg die we op moeten. Kapot, zonder lucht, helemaal stoffig komen we boven en we besluiten vandaag niet meer naar Sankaber te lopen maar te blijven in Buyit Ras. 

 

We zien het kamp al liggen maar het is nog een behoorlijk stuk wandelen door de tweede vallei totdat we een groot open droog veld/gras oplopen waar een lemen hut opstaat. Het geheel is omringd door een houten hek en achter het huis staat een stal en een stenen gebouwtje wat een stinkend gat in de grond bevat die dienst doet als wc. We drinken een kop thee bij Tamara die zo’n beetje de manager is van het huis en we zien ook dat we makkelijk in het huis hadden kunnen slapen aangezien ze twee aparte kamers hebben met bedden. Ook kun je hier thee, koffie, bier en frisdrank kopen.



de Ethiopische baviaan


Toen we aankwamen zagen we de grote groep bavianen al op de berg zitten maar nadat we onze thee hebben opgedronken zijn ze weg en we besluiten ze te volgen. Aan de andere kant van de heuvel maken we kennis met deze 200 tellende groep.

 

Een middelmatige grote groep heb ik mij laten vertellen – er bestond een groep van welgeteld 800 apen.

 

De mannetjes zijn een soort van rollebollen of onverzorgde haarballen met heel veel pluizig haar en het schijnt dat ze zo’n 7 tot 12 vrouwtjes hebben. Ze migreren niet meer zoveel en eten het gras op wat ze loskrabben uit de droge grond.

 

Ook vlooien ze elkaar en af en toe is er een vechtpartij gaande. Mijn ervaring met bavianen was niet zo positief maar hier zijn ze bang voor je en blijven op een afstandje terwijl je gewoon door de groep kunt lopen. 

 

Misschien komt het omdat het eigenlijk helemaal geen bavianen zijn. Het zijn dan ook een andere soort; “gelata” en ze zijn vegetarisch.

 

Deze apen hebben een zeer bijzondere sociale band met elkaar; de vrouwen kiezen de baas terwijl de jonge mannetjes in groepjes rondhangen op zoek naar een vrouwtje.

 

De oudere mannetjes zorgen voor de jongere zoals een opa voor z’n kleinkind. De huid op de borst wordt gezien als de sociale status van een mannetje; hier zit z’n voortplantingshuid - hieraan kun je zien hoeveel vrouwtjes hij heeft en z’n seksuele ambitie en ervaring.

 

We spenderen veel tijd met de apen en lopen dan terug naar het huis waar we dineren – soep en daarna spaghetti.   

 

’s Avonds zetten we onze tent op en er wordt buiten een kampvuur gemaakt om ons te verwarmen want het is behoorlijk koud geworden. We babbelen nog wat na over de apen en de niet geziene Ethiopische wolf. Onze gids zegt dat er nog zo’n 40 a 50.000 bavianen zoals deze zijn in Ethiopië. Tegenwoordig wordt de aap overal voor aangerekend als de politie geen “echte” dader kan vinden.

 

Hij zou naast dat hij de gewassen vertrapt ook verantwoordelijk zijn voor menige diefstal, omkoperij, verkrachtingen en zelfs moord. Na een paar uur houden we het voor gezien en ik ga mijn tent in.



zie ook: