Achtergrond informatie - Egypte

"suez-crisis" (1956)


Kolonel Nassar had zichzelf begin jaren 50 van de vorige eeuw als president van Egypte uitgeroepen en voerde een politiek van Arabisch-nationalistische en anti-imperialistische. De Koude Oorlog was op z’n hoogtepunt toen de Sovjet Unie Nassar begon te bevoorraden met wapens.

 

De V.S. en het V.K. waren al helemaal niet blij met militair dictator Nassar en zette deze onder druk om vooral voor het Westen te kiezen. Zij stopte met de financiering van de Aswandam waarop het Sueze kanaal nationaliseerde dat in bezit was van een Frans-Britse maatschappij.

 

Ook blokkeerde hij de scheepvaart van Israël door het kanaal en blokkeerde de Golf van Akaba. Deze blokkade leidde tot de gijzeling van het Griekse schip Pannegia, wat als casus belli kan worden gezien voor het uitbreken van de oorlog. Op 13 oktober 1956 maande Israel de blokkade op te heffen volgens getekende verdragen. De V.S. leken in beginsel de positie van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk te steunen, maar zwoeren elke vorm van geweld af en wilden een diplomatieke oplossing.

 

Het zou uitdraaien op wat bekend zou komen te staan als de Suezoorlog  of – crisis. De Egyptenaren spreken liever over de tweede Arabische – Israëlische Oorlog.



het begin


Nadat ingrijpen van de VN uitbleef, besloot Israël zelf een eind te maken aan de belemmering van het scheepvaartverkeer.

 

Israël viel op 29 oktober 1956 de Egyptische Sinaïwoestijn en de door Egypte bestuurde Gazastrook binnen. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Israël hadden bij de Protocollen van Sèvres in het geheim afgesproken dat het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk een ultimatum zouden stellen aan Egypte voor teruggave van het Suezkanaal, waarna beide landen zich terug moesten trekken tot tien mijl van het kanaal.

 

Hierbij zou Israël dus het grootste deel van de Egyptische Sinaïwoestijn bezet houden. Zoals geanticipeerd ging Egypte niet akkoord met de eis, maar Israël zou zich wel 10 mijl terugtrekken volgens de afspraak. Op dat moment werd door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog verklaard aan Egypte.

 

Pogingen om een eind te maken aan de strijd mislukten doordat de Fransen en Britten binnen de Veiligheidsraad gebruikmaakten van hun veto om zo de oorlogvoering te kunnen voortzetten.

 

Het eigenaardige was in dit geval het veto van de Verenigde Staten tegen zowel Israël als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, drie belangrijke bondgenoten. Dit zorgde ervoor dat de VS samen met de Sovjet-Unie tegenover Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kwamen te staan op diplomatiek vlak, een unieke gebeurtenis. De leider van de Sovjet-Unie, Chroestsjov, stelde zelfs voor om samen met de VS Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aan te vallen als zij zich niet terugtrokken. Zo ver wilden de Verenigde Staten echter niet gaan. 

 

Vanaf 31 oktober werd Egypte, met name Port Said, gebombardeerd vanaf vijf vliegdekschepen en luchthavens op Cyprus en Malta. Nasser liet de veertig aanwezige schepen in het kanaal zinken, waardoor het geblokkeerd was. Op 5 november hadden de Europese aanvallers een aantal punten van het kanaal in handen, en Israël de zuidpunt van de Sinaï, Sharm el Sheikh. Militair gezien was de opzet dus geslaagd voor de aanvallers.


de crisis ten einde


In ongeveer dezelfde periode speelde de Russische inval in Hongarije. De VS verweten de Russen zonder recht een land binnen te vallen en konden zodoende, op het wereldtoneel, dan ook anderzijds niet de Brits-Franse inval in Egypte goedkeuren. Dus dwong president Eisenhower de landen tot een staakt-het-vuren.

 

Hierbij werd het Verenigd Koninkrijk ook onder druk gezet, door een Amerikaanse dreiging de koers van het Britse pond sterling te laten dalen door deze munt op grote schaal te verkopen. Inmiddels had Rusland de zijde van Egypte gekozen en eiste ook een staakt-het-vuren. Bovendien vonden de grotere landen in het Britse Rijk, namelijk Canada en Australië, dat het Commonwealth niet gebruikt mocht worden voor puur Britse belangen.

 

Een staakt-het-vuren werd bereikt op 5 november, waarna zowel de Britse als Franse troepen een buffer vormden tussen Egypte enerzijds en Israël, dat grote stukken van Egypte bezet hield, anderzijds. Ruim twee weken later 21 november trokken de westerse machten hun troepen terug. 

 

De Canadese minister van Buitenlandse Zaken Lester B. Pearson kwam met het voorstel de machten te scheiden met troepen van de Verenigde Naties als buffer. Dit was de eerste keer dat de VN als vredeshandhaver optrad. Later kreeg Pearson de Nobelprijs voor de Vrede voor deze rol. De Franse en Britse 'buffertroepen' werden vervangen door de United Nations Emergency Force (UNEF). De troepen die zich rondom het kanaal bevonden werden als eerste vervangen.

 

Hierna trok Israël zich, gedeeltelijk, terug uit de Sinaï, waarna ook daar troepen van de UNEF observatieposten inrichtten. De UNEF bevond zich overigens alleen op Egyptisch grondgebied, aangezien Israël de aanwezigheid van deze macht op zijn grondgebied afwees. De vrije doorvaart voor alle schepen leek gegarandeerd te zijn, maar met de instabiele situatie, ondanks de aanwezigheid van de UNEF, was de voedingsbodem gelegd voor een nieuw conflict.



indirecte gevolgen


Het falen, en het uitlekken van de geheime opzet leidden tot een deuk in het imago van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in de Arabische wereld. 

 

Hoewel de operatie militair een succes was, was deze diplomatiek gezien een nederlaag voor Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk: hun status als grootmacht werd ernstig geschaad doordat zij ogenschijnlijk niet zonder hulp van Israël konden opereren, en bovendien werden zij door de gehele Verenigde Naties, inclusief de VS, veroordeeld.

 

Naast een verandering in de relaties met de VS, leden de Brits-Franse relaties er ook onder, want midden in de gevechten waren de Britten begonnen met terugtrekken, zonder hun Franse bondgenoten te waarschuwen. Nasser werd de grote held van het seculiere panarabisme.

 

De relatie tussen de voormalige kolonisators en de landen van het Midden-Oosten raakte ernstig bekoeld. Hierdoor werd nog eens bevestigd dat de rol van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk als grootmachten op het wereldtoneel was uitgespeeld en de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de dienst uitmaakten. De Britse minister-president Anthony Eden moest aftreden. In maart 1957 werden de troepen volledig teruggetrokken. 

 

De Sovjet-Unie had, door Egypte te steunen, een bondgenoot gekregen in het Midden-Oosten. De hele regio raakte daardoor betrokken in de Koude oorlog. Dit bondgenootschap zou standhouden tot juli 1972, toen de Egyptische president “Anwar Sadat” plotseling met de Sovjet-Unie brak en alle militaire adviseurs van dat land uitwees.


zie ook: