Achtergrondinformatie - Ecuador

"het kolonisten-mysterie" op de "galapagos"



de eerste vaste bewoners


De eerste vaste bewonder van de eilandengroep was de Ier Patrick Watkins die zich in 1807 vestigde op eiland “Floreana” en leefde van het verbouwen van groente die hier voor o.a. rum ruilde met de passerende boten. Hij zou twee jaar op het eiland bivakkeren, vaker dronken dan niet, en legende gaat dat hij toen een boot stal en met vijf slaven naar het vasteland voer waar hij in Guayaquil aanmeerde.

 

Het eerste mysterie was daar want de Ier is veilig aangekomen maar niemand weet wat er met de vijf metgezellen is gebeurd. Nadat kolonist “Watkins” was vertrokken werd het eilandje gebruikt door de Ecuadoriaanse regering als ballingsoord voor misdadigers. 

 

In 1837 kwam een nieuwe groep kolonisten naar “Floreana”; het waren soldaten die een mislukte coup hadden gepleegd jegens de regering op het vasteland. Later dat jaar kwamen nog ‘ns 80 mensen naar het eiland en namen o.a. ezels, geiten, varkens en ander vee mee om te overleven. Ook zouden zij veel bos kappen om het (akker)land klaar te maken voor de verbouw van gewassen.

 

Overlevingsmodus

Zij leefden vooral van de verkoop van schildpadden, de olie van diezelfde beesten aan walvisjagers en aan het vasteland. Vijftien jaar later was de vestiging op het eiland officieel mislukt! 

 

De volgende grote poging tot kolonisatie was in 1857 wanneer drie heren een oliebedrijf begonnen op “Floreana”. Toen dit mislukte ging een ieder z’n eigen weg; de ene begon een bedrijf gespecialiseerd in suikerriet, koffie en schildpadolie waar gevangenen aan het werk gezet werden.

 

De “arbeiders” zouden de directeur jaren later executeren. De ander ging verder in de schildpadolie en werd tijdens een opstand vermoord. Eind 19de eeuw werd er door andere kolonisten wat aan mijnbouw gedaan en werd er handel gedreven in schildpadvlees en –olie.

 

In 1925 probeerde een groep Noren een walvisstation op te zetten op de eilanden “Floreana” en “San Christobal” wat nu ook gekoloniseerd werd. Toen dit op nieuws uitliep verhuisden zij naar “Santa Cruz” eiland om daar schildpadden en kreeft te verkopen. 


de duitse kolonisten


Vanaf het jaar 1929 Duitse kolonisten arriveerden op het eiland “Floreana”; eerst kwam de excentrieke tandarts “Dr. Friedrich Ritter” met z’n minnares.

 

Deze had al z’n tanden laten trekken voordat hij naar de Galapagos vertrok, bang dat hij aan kiespijn zou lijden bij z’n verblijf. Hij vond het bouwen van een degelijk huis niet nodig en beulde z’n “gestolen” minnares af met huishoudelijk werk.

 

Ze leefden voornamelijk van “giften” van passerende boten. Drie jaar kwam het uit Keulen afkomstige jonge stel de “Wittmers” naar het eiland. Hij was een legerofficier en had gevochten in WWI – waarschijnlijk kwamen ze hier om een rustig bestaan te leven en vooral het “ongemak” van de oorlog te vergeten.

 

Iemand die niet zo “anoniem” wilde blijven was de volgende “bezoeker” – de flamboyante barones “Boise Bosquet de Wagner”. Zij nam niet minder dan twee Duitse en een Ecuadoriaanse minnaar mee naar het eiland en noemde zichzelf de “pirateres van de Galapagos eilanden”. Op dat moment woonden er 9 mensen op het eiland en ondanks hun zelfde nationale achtergrond boterde het niet tussen de Duitsers en er waren irritaties alom. 

 

De plotse verdwijning

In 1934 verdween de barones op onverklaarbare wijze; ene “Lawrence” wist te vertellen dat zij en een van haar Duitse minnaars het eiland hadden verlaten op een “vreemd” jacht. Er zou nooit meer iemand van hun iets meer vernemen.

 

Niemand heeft ooit een boot zien vertrekken en niemand heeft iets over een vermeende bootreis gehoord, terwijl de barones niet iemand was die een verhaal “onbenut” liet. “Lawrence” wilde heel graag heel snel terug naar het vasteland; hij huurde een boot en een kapitein om hem en een donkere jongen die hem zou vergezellen hen daar te brengen.

 

Maanden lang werd er niets van hen vernomen toen op een gegeven moment bekend werd dat de kapitein en “Lawrence” dood waren gevonden op een onbewoond eiland zo’n 150 kilometer verderop. Van de boot en de donkere jongen is nooit iets vernomen. 

 

Niet veel later kwam “Dr Ritter” door voedselvergiftiging om het leven. De man was van huis uit vegetariër maar zou omkomen door het eten van een “vervuild” stukje kip. Buurman “Dore” zou verschillende verklaringen afleggen, allemaal verschillende. Ondertussen was de andere Duitse minnaar van de barones door een onverklaard bootongeluk ook om het leven gekomen. De lokale regering deed z’n uiterste best om de voorvallen te onderzoeken maar liep al heel snel vast. 

 

Tenslotte werd er nog een andere Duitse kolonist gemummificeerd teruggevonden op eiland “Marchena”. De “Wittmers” waren de enige overgebleven kolonisten en het onderzoek werd al snel gestaakt. 


de laatste nieuwkomers


Na de eerste Duitse kolonisten volgden nog andere die samen met de Noren een bestaan van visserij en akkerbouw oppakten. In 1944 werd er een op eiland “Isabela” nog een gevangenis met 94 criminelen geopend.

 

Veertien jaar later zou een opstand de gevangenis doen sluiten. De “wall of tears” is het enige overblijfsel van dit verleden. 

 

In 2000 zou de laatste originele kolonist (Margaret Wittmer) overlijden op 95 jarige leeftijd. Ondanks het feit dat er verschillende artikelen en boeken zijn geschreven (waaronder door Wittmer zelf) over de mysterieuze verdwijningen, blijft de waarheid waarschijnlijk voor altijd in nevelen gehuld. 



film


"Master & Commander" - (2003; 7,4)

In Napolitaanse tijden woedt er een strijd tussen Engeland en Frankrijk - ook op zee.

 

Het schip wordt zwaar gehavend achtergelaten na een aanval op de Galapagos eilanden. Toch besluit hij zich er niet bij neer te leggen, ook al kan dit de ondergang van het schip betekenen.



zie ook: