Santa Lucia

Reisverhalen - Cuba



inleiding


De belangrijkste badplaats van de provincie Camaguey is Playa Santa Lucia of Playa zoals de lokale mensen het noemen. Het is een 20 km lang breed zandstrand waar talloze hotels en ressorts naast gebouwd zijn.

 

Hoofdactiviteiten is zeilen, zwemmen, duiken, zonnebaden en snorkelen. Een brede saaie weg is de scheidslijn tussen de bebouwing enerzijds en zoutvlaktes aan de andere zijde. Enkele winkeltjes en restaurantjes zijn er maar van een gezellig dorp is totaal geen sprake.

 

Er is wel een woonwijk met wat lokale winkeltjes en wat kleine privé restaurantjes (paladares) maar je moet het alleen hebben van je hotel en het prachtige strand waar talloze palmbomen op groeien. Voordeel van dit strand is dat het redelijk goed bereikbaar is met openbaar vervoer (o.a. vanaf Camaguey) en dat er een goed budget hotel is.


op weg naar het paradijs


Ik heb vannacht in m’n “seks” kamertje geslapen in een casa particulare in Camaguey stad en het plan is vandaag naar het strand te gaan in Playa Santa Lucia.

 

Ik sta inmiddels op de plek waar een truck zou moeten passeren die kant op maar na een uur wachten en verschillende chauffeurs gevraagd te hebben is het allemaal onzeker. Een aantal lokale toeristen is al in een “dure’ taxi gestapt en ik sjok nog wat rond, vragend en rondkijkend.

 

Een uur later heb ik geluk en ik stap de achterkant van de truck in om plaats te nemen op de houten bankjes. Ik val bijna in slaap in de truck – het is heet en ik heb natuurlijk kort geslapen. Als we dichter bij “Playa” komen probeer ik mijzelf te oriënteren want het moet een 20 km lange baai zijn en ik heb geen zin om in de hitte straks met die grote tas naar een casa te gaan zoeken.

 

Gisteren heb ik bij het kantoortje van de “campismo” vernomen dat ik, als buitenlander, niet bij de “campismo” mag gaan slapen maar dat er wel degelijk casa’s zijn waar ik als buitenlandse toerist wel mag slapen, wat dan weer wordt tegengesproken in m’n reisgids. Wat ik zie vanuit de truck is een lange strook met grote hotels (of resorts) aan de ene kant en aan de andere kant zoutvlaktes met wat groen.

 

Echt gezellig ziet het er allemaal niet uit en ik hoop maar dat ik een goede keus heb gemaakt om vandaag hiernaartoe te gaan. Het wordt denk ik m’n enige strandervaring in Cuba.



casa of hotel


De truck is nagenoeg leeg als ik m’n buurman vraag of we nog naar het centrum toegaan en er een terminal is. Op beide vragen antwoord hij “si” en ik hoop maar dat hij gelijk gaat krijgen. We stoppen inderdaad maar van een terminal is geen sprake.

 

Het is een stukje weg waar je kunt keren met daarachter een woonwijk. Er is een fastfoodrestaurant “Rapido” wat ik ook ben tegengekomen in m’n reisgids en ik besluit direct de woonwijk in te lopen om te vragen naar een casa.

 

Ik wordt naar een huis gestuurd maar ik zie van veraf al dat deze alleen voor Cubanen is. Boven klop ik aan en ik begrijp dat de controle hier hevig is en de man durft het niet aan wat ik mijzelf kan voorstellen.

 

Hij stuurt mij naar het budgethotel en met knikkende knieën ga ik die kant op, al kijkend naar het bos wat verderop begint (wellicht slaap ik vannacht wel daar in m’n tentje). Ik vraag of er nog plek is en die vraag wordt (natuurlijk) met ja beantwoord – dan de prijzen en ik haal opgelucht adem als ik 19 CUC hoor.

 

En dit is dan ook nog inclusief ontbijt. Ik zeg meteen ja en vul de papieren in. Dat valt mij hartstikke mee, wat de vrouw dan weer angstig vind.


gratis en gratis


Achter mijn hotel is een smal zandpaadje wat leid naar het strand Onder een palmboom zit een kokosnootverkoper en een meisje. De man wijst op het meisje en zegt dat ze erg mooi is. Ik beaam het maar ik lieg dat vandaag m’n geld op is. Aan de linkerzijde is het strand afgesloten door een hek wat leidt naar een lange houten pier.

 

Hier kun je kano’s, boten en zo te zien ook surfplanken huren. Dus ik word verplicht naar de rechterkant te lopen waar verderop wat toeristen onder een, zo te zien nieuwe strooien hutjes, liggen te zonnen. Omdat het niet helemaal is wat ik zoek wandel ik verder langs het azuurblauwe water en het prachtige witte zand waar wel in de branding overal blaadjes liggen jammer genoeg.

 

Na nog wat groepjes nieuwe plekken voor toeristen te hebben gepasseerd kom ik op een breder stuk strand waar ook een houten barak is gebouwd die voldoet als bar. Ik wandel het terras op om te vragen aan een meisje (zoals zo vele mensen uit Canada) hoeveel een ligbed per dag kost. Ze antwoord dat ze een pakket heeft gekocht en dat alles inclusief is. Op het bord achter lees ik allerlei cocktails maar geen prijzen. Aan de bar vraag ik aan de vrouw achter de balie hoeveel een “Santa Lucia special” kost en ze begint al te schenken.

 

Ze antwoord dat alles inclusief is en vraagt of ik hier ook verblijf. Ik antwoord eerlijk nee en zie nu dat alle mensen hier met oranje bandjes omlopen. Ik bedank de vrouw voor de gratis cocktail en ga op het terras zitten zippend aan m’n heerlijke glas. Dan probeer ik ook straks maar een gratis ligbed te krijgen en na het opdrinken van m’n glas kies ik een bed uit een beetje aan de rand van dit schijnbare privé-strandje.

 

Natuurlijk kies ik er eentje uit die stuk is maar ik ben allang blij dat ik er eentje heb en sleep hem onder een palmboom zonder kokosnoten.



eten in de huiskamer


Als een paar uur later de wind komt opzetten en het fris wordt besluit ik terug te lopen. Bij de poort zit een vrouw die zegt dat ik even in de woonwijk moet gaan vragen en ik tref dezelfde vrouw die mij vanmorgen een casa heeft gewezen.

 

Zij neemt mij mee verder de wijk in en wijst op een balkon op een hoog waar een bordje hangt “Paladares Sari”.

 

Ik kom binnen in een huiskamer waar twee gedekte tafels staan. De vrouw stelt zich voor als “Sari” en de man des huizes is druk in de weer met z’n administratie. De hond heeft de beste plaats van het huis en ligt in een grote leren zitstoel in de hoek van de kamer.

 

Op het balkonnetje staan voor de rest twee schommelstoelen waar ook nog een vrouw op zit. Er is geen menu (had ik ook niet verwacht) maar je kunt wel kiezen.

 

“Lomo”, “bistec” of “kip” met rijst en bonen, salade, soep en als je wat drinken wilt moet je extra betalen. Ik kies het veilige kip en binnen 5 minuten staat er een Creools menu op tafel te dampen. Het is prima te eten en de mensen vinden het fantastisch dat ik als Westerse toerist bij hun in huis kom eten, want ik denk niet dat hier veel toeristen durven te komen. Na het betalen van de rekening (in moneda National) loop ik verderop nog een lokaal winkeltje in waar ik een fles cola (voor mijn rum) wil halen.

 

Er wordt gevraagd of ik niet een vriendinnetje zoek; die zoek ik wel zeg ik heel stoer maar ik heb geen geld. De vrouwen vinden het prachtig en er wordt hard gelachen en druk overlegd – dit hebben ze nog niet meegemaakt blijkt.


het etiketje (dag 2)


Op het brede strand met palmbomen waar ik gisteren ook heb gelegen zijn gelukkig nog wat ligbedden vrij maar het begint snel druk te worden. Ik bemachtig er eentje en sleep deze naar de hoek van het strand. Ik heb vanochtend een stukje etiket van de colafles om m’n pols gebonden zodat het lijkt alsof ik een bandje om heb.

 

Ik hoop daarmee bewakers die van een afstand de wacht houden hierdoor niet naar mij toe zullen komen. Even lig ik in de zon maar schuif m’n bed zo dat ik eigenlijk alleen in de schaduw van de palmbomen kom te liggen want aan een verbrand lichaam als backpacker heb je alleen maar ellende. Het valt op hoe weinig verkopers hier rondlopen – eentje met wat cowboyhoeden maar voor de rest alleen wat dames van plezier, bicitaxi’s en mensen die een toertje op een boot of paard willen aanbieden.

 

Helaas geen dames met fruit of ander eten, want daar had ik nu wel trek in gehad. Wat dat betreft kunnen ze nog veel leren van andere landen. Het is al middag als ik besluit wat eten te halen bij “El Rapido”.  Worst hebben ze hier niet en die gore magnetron hamburgers hier kan ik niet echt aan. Dan toch maar een pizza. Ik raak aan de praat met de man achter de balie en hij verteld dat hij twee jaar in Angola en Congo heeft gewoond.

 

Uit z’n verhaal maak ik op dat hij daar gevochten heeft met de rebellen. Niet echt een verhaal wat je uit je duim zuigt. M’n pizza is klaar en ik wurm mijzelf weer in zo’n plastic stoeltje wat vastzit aan het plastic tafeltje. Als je niet oplet ga je met hele systeem op z’n kant. Ik moet toegeven – de pizza is beter dan ik had verwacht en was ook eigenlijk wel nodig na vandaag.


het moeizame vertrek


Het is nog vroeg in de morgen als ik bij de busstop aankom. Er staat al een bus maar deze gaat niet naar m’n bestemming gelukkig – want hij zit stampvol. Maar daarentegen staat er nog wel een grote groep mensen te wachten die blijkbaar allemaal naar Camaguey willen. Ik hoop dat ik niet twee uur hoef te staan in de bus straks. 

 

Het is stil totdat zo’n tiental bussen passeren en ik als enige elke keer verheugd opkijk. Allen rijden door en er rijdt zelfs een oude gelede NZH bus voorbij met nog steeds z’n bestemming en nummer op de display: Utrecht 772. De bus zou om 8:00 komen maar zoals vaker hier wordt het al snel kwart voor negen als de bus eraan komt na een kleine regenbui.

 

De bus stopt en de chauffeur loopt direct naar de deur om deze te blokkeren. Hij brabbelt wat in het Spaans en het woord “extranjero” trekt mijn aandacht. Mensen naast me kijken naar mij op en kijken teleurgesteld.

 

Ze leggen uit dat ik als buitenlander deze bus niet in mag. Ik geloof het bijna niet ook al heb ik soortgelijke verhalen in m’n reisgids gelezen. Het is niet te geloven maar ik blijf als enige achter op dit nu dode stuk terrein; ik probeer het nog een keer maar de chauffeur is onverbiddelijk.

 

Het kioskje is inmiddels open gegaan en ik vraag of er nog andere mogelijkheden zijn om weg te komen uit dit gat. Ze vertelt dat vandaag niets meer komt en morgen ook niet want het is zondag. Dus ik moet wachten tot maandag 5:30 of een (dure) taxi nemen. En ik ben er zeker van dat deze mij op kosten gaat jagen.  

 

Een goedkope taxirit

Ik besluit naar het einde van Santa Lucia te lopen in de hoop dat ik een lift kan krijgen o.i.d. Ik ben hartstikke verbrand en voel mijn tas op m’n schouders als ik verder wandel langs de brede weg waar wat taxi’s passeren. Al steek ik een aantal keer m’n duim op ik ga er niet vanuit dat ik hier vandaag nog wegkom. Maar ik heb een tent in m’n rugzak en wellicht heb ik later meer geluk.

 

Na een kilometer of wat gelopen te hebben stopt een oude klassieke Amerikaanse Ford naast me met de vraag waar ik heen wil. Als ik m’n beoogde bestemming zeg mag ik instappen maar ik wil eerst even over de prijs babbelen.

 

Gelukkig weet ik wat het oudere stel in Camaguey werd gevraagd voor een taxi naar “Playa” toe en maak eerst een grapje over dat ik gratis mee wil en later dat ik 20 CP wil betalen. Ik geef goed aan dat ik niet alleen mee wil en loop een aantal keren weg bij de taxi om terug te keren en 50 CP voor te stellen (het juiste bedrag volgens mij). De chauffeur begint te lachen en weet voldoende.

 

De andere man probeert nog wat druk te zetten maar ik geef aan dat ik anders gewoon nog een dagje hier blijf. Ik mag plaatsnemen op de plek tussen de man en de chauffeur in en de auto wordt gekeerd om op zoek te gaan naar andere mensen. De beste plek en de mooiste auto in Cuba volgens mij – op naar Camaguey.



lees ook:




meer links:


Corn Islands

NICARAGUA

Voor de kust van Nicaragua liggen deze bounty-eilanden met prachtige zandstranden, zee en zon. 

Jericoacara

BRAZILIE

Een dorpje met zandpaden, talloze kroegjes, eetcafés en heerlijke hangouts vlakbij het zandstrand.