Shigatse (Tibet)

Tashilhunpo klooster:

Het Tashilhunpo klooster werd in 1447 gebouwd in Shigatse en is een van de 6 grote “Gelug” instituties. Het klooster bevindt zich op een heuvel in de stad en de naam betekent in het Tibetaans "alle geluk en voorspoed zijn hier verzameld".

Het klooster is de traditionele zetel van de pänchen lama, de tweede tulku linie binnen de gelugschool van het Tibetaans boeddhisme. Het is een belangrijke bestemming voor pelgrims in Tibet.

Het klooster werd oorspronkelijk gebouwd door Gendün Drub, de eerste dalai lama en gefinancierd door de lokale adel. Later is het klooster door Lobsang Chökyi Gyaltsen, de 4e pänchen lama, sterk uitgebreid. Sindsdien is het de zetel voor de pänchen lamas geworden. Gyancain Norbu die volgens de Chinese overheid de 11e pänchen lama is, woont hier. Ooit woonden hier zo’n 6000 monniken – nu nog maar 600.

Naast het gigantisch grote beeld van Boeddha (bijna 27 meter hoog) in de tempel van “Maitreya” is de tempel ook befaamd vanwege z’n grote Hal die de tombe van de vierde Panchen Lama behoudt. Deze zou zo’n 85kg goud en een veelvoud aan juwelen bevatten.

Het klooster is te bereiken via drie steile trappen. De linker trap is voor het binnengaan van de tempel, de middelste trap voor de pänchen lama en dalai lama en de rechter trap is voor het verlaten van de tempel. Tashilhunpo staat sinds 1961 op de lijst van culturele erfgoederen in de Tibetaanse Autonome Regio. 

Andere bezienswaardigheden:

• Het Shigatse fort (ten noorden van de oude stad).

Tot medio 17e eeuw was Shigatse de zetel van de koningen van Tsang die van hieruit langere tijd over grote delen van Tibet waaronder Lhasa heersten.

Toen de gelugorde in de eerste helft van de 17e eeuw met hulp van de Mongolen uit Amdo die heerschappij wist te verkleinen, werd de vijfde dalai lama om 1642 de heerser van Tibet. De dalai lama liet vervolgens het Potala bouwen, waarbij de Samdrubtse uit Shigatse als voorbeeld zou zijn geweest. In pracht en omvang overklast het Potala deze echter duidelijk.

In 1788 en 1791 werden de stad en het klooster door uit Nepal rondtrekkende gurkha's aangevallen en geplunderd. Deze twee invasies waren reden voor de Chinees keizer Qianlong om militair in te grijpen en controlemechanismen over Tibet uit te breiden.

In 1950 werd Samgrubtse verwoest. Tussen 2005 en 2007 werd de vesting met gelden uit Shanghai gereconstrueerd. Voor de wederopbouw dienden oude foto's als grondslag, hoewel de muren van de huidige versie zijn gebouwd van cement of beton, die van buiten slechts zijn opgesierd met natuursteen.