Datong

Datong:

Er zijn in de stad Datong zelf weinig tot geen belangrijke publiekstrekkers. Toch zijn er een aantal bezienswaardigheden die de moeite waard kunnen zijn.

Zo is er binnen de stadsmuren in het centrum het tweeledige Huayan complex wat deels klooster, deels museum is.

Niet ver ligt kun je het “negen drakenscherm” aanschouwen, een van China’s oudste. In het zuiden van het centrumcomplex ligt het Shanhua kloostercomplex.

Grotten van Yungang:

De Grotten van Yungang zijn een verzameling lage grotten op 16 kilometer ten westen van Datong. In deze eerste Boeddhistische tempelgrotten in China bevinden zich ruim 50.000 uitgesneden beelden en standbeelden van boeddha's en bodhisattva’s.

Daarnaast zijn er beelden van hemelse wezens zoals feeën en muzikanten, die het geluk van de Verlichte uitbeelden en meer aardse figuren, die in de legende rond het leven van Boeddha Gautama een rol spelen.

De iconen zijn gebaseerd op een mix van nieuwe ideeën en jeugdige artistieke stijlen veelal afkomstig uit India, Perzië en zelfs Griekenland. Deze beeldjes variëren van 4 centimeter tot 7 meter hoog en de meeste zijn ongeveer 1000 jaar oud. De grotten zijn in honingraatvorm uitgehouwen in de zuidwand van het Wuzhoe Shangebergte.

Het complex strekt zich uit over een lengte van bijna een kilometer in de vallei van de rivier de Shri li. Het oudste gedeelte kwam tot stand tussen 460 en 525 onder de Noordelijke Wei-dynastie. Het werk aan de grotten ging zo’n 60 jaar door en de meeste grotten werden voorzien van een houten voortempel waarvan er helaas geen bewaard is gebleven.

Het complex telt 252 grotten waarvan er nu 21 geopend zijn voor het publiek. Op de weg in en rond Datong en de grotten kun je nog een aantal “baken- of wachttorens” zien die de weg van China naar Mongolië door de nabijgelegen pas bewaakte. 

Ooit hing het lager maar door het stijgende water werd het complex verhoogd.  

De meeste historische elementen dateren uit de perioden van de Tang- en Ming-dynastieën en het Hangende Klooster dateert uit de periode van de Noordelijke Wei-dynastie (386-534). Het is gebouwd tegen de heilige berg “Heng” aan en bestaat uit een labyrint van kleine doorgangen en hangende houtconstructies van bamboe en hout.

Uniek aan deze plek is dat drie traditionele religies er worden gecombineerd: het boeddhisme, het taoïsme, en het confucianisme.

Tegen het einde van de Oostelijke Han-dynastie (rond 220) werd de stad geplunderd.

De stad vormde van 398 tot 494 de hoofdstad van het noordelijke Koninkrijk Wei. In de nadagen van dit rijk werden tussen 460 en 494 de Grotten van Yungang aangelegd. In 1048 werd de naam veranderd naar Datong ("grote eenheid").

Aan het einde van de Ming-dynastie (1649) werd de stad opnieuw geplunderd en verwoest, maar in 1652 werd ze herbouwd.