ACHTERGROND INFORMATIE - China

"tweede chinese-japanse oorlog" (1937 - 1945)


inleiding


Japan was sinds haar openstelling tot de wereld in de 19e eeuw een sterk geïndustrialiseerd land geworden, geregeerd door het leger en een keizer die als godheid werd beschouwd.

 

Het land kampte echter met het feit dat het een groot bevolkingsoverschot had en weinig ruwe grondstoffen voor haar industrie. Daarom waren de Japanners zichzelf steeds meer gaan richten op het imperialisme, de verovering van nieuw grondgebied in Azië.

 

Tsaristisch Rusland en Japan hadden in die tijd hun stempel al flink gedrukt op Chinees Mantsjoerije. In de 1e Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895) werden Formosa (Taiwan) en Korea van China afgenomen en bij Japan geannexeerd. In 1905 won Japan de oorlog met Rusland en kreeg Japan controle over “Kanto” – het Russische pachtgedeelte van Mantsjoerije.

 

Om toezicht te houden over de Zuid-Mantsjoerije Spoorweg (die door Japan werd gerund) en andere commerciële belangen in Mantsjoerije richtte Japan in 1906 het “Kanto”-garnizoen op. Naast avonturiers trokken Japanse boeren, gewetenloze kooplieden en andere sociaal ongewensten naar het “nieuwe” Japan.  

 

In 1911 barstte in China een Revolutie uit door ontevredenheid over de corruptie en onmacht van de “Qing dynastie” o.l.v. van wat de laatste keizer van het land zou worden. De Chinese provincies riepen allemaal hun onafhankelijkheid uit. China werd een republiek en krijgsheren gingen over verschillende regio’s regeren en keizer “Pu Yi” werd afgezet. De nationale regering bleef bestaan maar had slechts nominaal gezag.  

 

Uitbreiding van Japan

Na WW1 zou Japan z’n rijk verder uitbreiden met vooral oud Duitse koloniën in Azië – desalniettemin bleef de aanwezigheid van vele Westerse koloniserende machten in de regio voor Japan een doorn in het oog. In 1925 werd Chiang Kai-shek, leider van de nationalistische partij Kwomintang, president van de Republiek China.

 

Provincies, waaronder Mantsjoerije kregen weer hoop in een sterke Chinese eenwording. Japanse militairen en kolonisten vreesden dat Japan zich zou moeten terugtrekken uit deze nieuwe regio en begonnen druk uit te oefenen op de Japanse regering. Begin jaren 30 begonnen de Japanse voorbereidingen van een militaire overname onder een groeiende invloed van ultranationalistische, expansionistische militairen in het moederland.

 

Japan begon industrieel steeds sterker te worden zeker omdat de Westerse machten flink verzwakt waren door WWI en de economische crisis; Japans invloed bereikte steeds meer Aziatische landen en het breidde z’n leger flink uit.


van mantjsoerije naar mantsjoekwo


Om het Japanse “Kanto”-leger een excuus te geven om het Chinese Garnizoen aan te vallen kreeg deze de schuld van de aanslag op de Japanse spoorlijn in Mantsjoerije in Juli 1931 – het zogenaamde “Mantsjoerije incident”. Zonder toestemming van de centrale militaire autoriteiten in Tokio werden drie divisies van het Japanse Keizerlijke Leger van Korea naar Mantsjoerije gezonden om het Kanto-leger te steunen.

 

Door meerdere incidenten uit te lokken werden excuses gegeven en aangezien Chinees president “Chiang Kai Shek” het veel te druk met binnenlandse aangelegenheden gaf hij de Chinese soldaten opdracht geen verzet te bieden.

 

Hij gokte erop dat Japan zich zou moeten terugtrekken onder internationale druk zoals de Volkenbond. In Japan volgde een kabinetswisseling die veel positiever stond tegenover de machtsuitbreiding en ook het volk begon onder de indruk te geraken. In Maart 1932 was de bezetting van Mantsjoerije een feit. De internationale grootmachten hadden het te druk met andere problemen en lieten het voor wat het was.

 

Op 18 Februari werd de Japanse vazalstaat “Mantsjoekwo” opgericht. Om het een onafhankelijke staat te doen lijken werd de laatste keizer van China, “Pu Yi”, door eenheden van het “Kanto”-leger uit Beijing bevrijd en aangesteld als nieuwe keizer. Vanwege bemoeienis van de Volkenbond stapte Japan eruit en lapte daarna ook de regels van Versailles aan z’n laars. Het nieuwe land werd zwaar gemoderniseerd door nieuwe industrie en een groot leger.

 

Het zou de thuisbasis worden voor de latere overname van China door Japan.



japan valt aan


Op 7 juli 1937 werden bij de Marco Polobrug over de rivier de “Joengting”, nabij de stad “Wanping”, Japanse troepen beschoten door een Chinees detachement. De Japanners eisten hun vermeende krijgsgevangene terug, excuses en toegang tot de stad die de Chinezen weigerden.

 

Japan stuurde troepen om de stad met geweld in te nemen maar werden teruggedreven waarop de Japanners vijf divisies zouden sturen.

 

Dit zou de aanleiding vormen tot de tweede Chinees-Japanse oorlog. Kort daarop werd hoofdstad Peking veroverd. Ook in Shanghai barste de strijd los; Chinees bevelhebber “Chiang Kai-shek” viel aldaar het Japanse garnizoen aan dat al snel versterkingen kreeg.

 

De Chinese troepen moesten zich terugtrekken uit de belangrijke havenstad. De nood vroeg om drastische maatregelen; de communisten en nationalisten moesten onder druk een wapenstilstand sluiten voor de duur van de oorlog.

 

Het Japanse leger trok ondertussen naar Nanking, waarbij ieder dorp dat op de weg naar Nanking lag volgens het zogenaamde “drie-in-één” beleid (plunder, vermoord en verbrand alles) van het keizerlijke Japanse leger verwoest werd. Op 13 december 1937 viel de hoofdstad Nanking. De doorgeslagen Japanse soldaten verkrachtten vrouwen van alle leeftijden, weerloze burgers en Chinese krijgsgevangenen werden op brute wijze vermoord, en alles werd geplunderd en afgebrand.

 

De Chinezen moesten tegen de Japanse overmacht buigen en verplaatsen hun hoofdstad naar het verder in land gelegen “Chongging”. De Japanners maakten Nanking toen tot hoofdstad van Japans China. Ook de expres veroorzaakte overstroming van de “gele rivier” kon de Japanners niet verhinderen om in Oktober 1938 Wuhan te veroveren. De bezette Chinese gebieden werden door de Japanse legerleiding met hulp van collaborerende Chinezen voorzien van marionettenregeringen.


de Japanse aanval stokt


Op 7 juli 1937 werden bij de Marco Polobrug over de rivier de “Joengting”, nabij de stad “Wanping”, Japanse troepen beschoten door een Chinees detachement. De Japanners eisten hun vermeende krijgsgevangene terug, excuses en toegang tot de stad die de Chinezen weigerden. Japan stuurde troepen om de stad met geweld in te nemen maar werden teruggedreven waarop de Japanners vijf divisies zouden sturen.

 

Dit zou de aanleiding vormen tot de tweede Chinees-Japanse oorlog. Kort daarop werd hoofdstad Peking veroverd. Ook in Shanghai barste de strijd los; Chinees bevelhebber “Chiang Kai-shek” viel aldaar het Japanse garnizoen aan dat al snel versterkingen kreeg. De Chinese troepen moesten zich terugtrekken uit de belangrijke havenstad. De nood vroeg om drastische maatregelen; de communisten en nationalisten moesten onder druk een wapenstilstand sluiten voor de duur van de oorlog.

 

Het Japanse leger trok ondertussen naar Nanking, waarbij ieder dorp dat op de weg naar Nanking lag volgens het zogenaamde “drie-in-één” beleid (plunder, vermoord en verbrand alles) van het keizerlijke Japanse leger verwoest werd. Op 13 december 1937 viel de hoofdstad Nanking. De doorgeslagen Japanse soldaten verkrachtten vrouwen van alle leeftijden, weerloze burgers en Chinese krijgsgevangenen werden op brute wijze vermoord, en alles werd geplunderd en afgebrand.

 

De Chinezen moesten tegen de Japanse overmacht buigen en verplaatsen hun hoofdstad naar het verder in land gelegen “Chongging”. De Japanners maakten Nanking toen tot hoofdstad van Japans China. Ook de expres veroorzaakte overstroming van de “gele rivier” kon de Japanners niet verhinderen om in Oktober 1938 Wuhan te veroveren. De bezette Chinese gebieden werden door de Japanse legerleiding met hulp van collaborerende Chinezen voorzien van marionettenregeringen.



geallieerde steun


De steun van Amerikaanse kant bestond uit leningen en wapenleveranties in het kader van een “Lend-Lease Act”-overeenkomst, maar kwam echter uitsluitend ten goede aan de regering in Chongqing; de communisten kregen geen hulp.

 

De USSR weigerde transport van oorlogsmateriaal over zijn gebied, zodat de enige bevoorradingsroutes naar China over de ijzige en moeilijk begaanbare passen van de Himalaya liepen.

 

Japan en de USSR hadden een niet-aanvalsverdrag getekend waardoor Russische troepen ingezet konden worden in de strijd tegen nazi-Duitsland en waren zeer welkom tijdens de slag om Moskou eind 1941.

 

Ook ontstond de Birma weg om hulp bij de Chinese troepen te krijgen ne toen deze door de Japanners geblokkeerd werd, werd een luchtbrug vanuit “vrij” India opgezet. In 1943 werd tijdens een conferentie van de grote drie (Stalin, Churchill en Roosevelt) besloten dat na de oorlog Japan o.a. Mantsjoerije en Formosa (Taiwan) aan China zou moeten teruggeven.

 

Korea zou onafhankelijk worden. De strijd was inmiddels uitgemond in een patstelling waar de communisten de nationalisten lieten vechten (om er zelf sterker van te worden) en de Japanners ook niet meer zo hoefden. De frontlinie zou nagenoeg niet meer veranderen tot de overgave in 1945. Japan zou het grootste deel van Noordoost- en oost China naast grote delen van de oostkust in handen houden.

 

De Birmaweg:  

De Birmaweg is een weg die Birma (Lashio) verbindt met China (Kunming) die tijdens WW2 gebruikt om goederen en soldaten van Brits Birma (nu Myanmar) naar China te brengen om aldaar gebruikt te worden voor de strijd tegen de Japanners.

 

De weg is ongeveer 1.130 kilometer lang en loopt door een ruw berglandschap. Het gedeelten van Kunming tot aan de Birmaanse grens werd aangelegd door 200.000 Chinese arbeiders in het begin van de oorlog in 1937. Een jaar later was deze voltooid. De voorraden werden in Rangoon aangevoerd en werden per spoor naar Lashio gebracht, waar de weg door Birma begon.

 

Nadat de Japanners Birma in 1942 onder de voet liepen begonnen de Geallieerden voorraden in te vliegen over het oostelijke uiteinde van het Himalayagebergte en onder het bevel van Generaal “Stillwell” legde men de “Ledo”-weg aan om Assam in India met de Birmaweg te verbinden.

 


de Russische aanval


Terwijl de frontlinie in China vastlag en de strijd in Birma nog steeds gaande was veroverden de Amerikanen in de Pacifische strijd eiland na eiland en doorbrak de verdedigende Japanse ring rond het hoofdeiland. 

 

Roosevelt had Stalin al talloze malen verzocht Japan ook aan te vallen in Mantsjoerije maar Stalin had z’n troepen hard nodig in Europa en wilde geen tweede front vormen.

 

Daarnaast had de USSR al genoeg “gedaan” in deze oorlog. Midden 1945 werd de strijd tegen nazi-Duitsland beslecht, was Amerikaans president inmiddels vervangen en kreeg de strijd in het oosten alle aandacht. Stalin zag z’n kans schoon om ook in het oosten z’n invloed te vergroten en begon z’n troepen en-masse naar oost-Rusland te verplaatsen.

 

Japan zocht een manier om zich uit de toch al verloren oorlog te wurmen terwijl de V.S. niet meer zo nodig Rusland als pottenkijker nodig had tegen de strijd in Japan. Zij hadden inmiddels een bom gemaakt die hopelijk snel een einde aan de oorlog zou kunnen maken. Op 6 Augustus 1945 gooide de V.S. de eerste atoombom om Hiroshima.

 

Op 8 augustus 1945 verklaarde de Sovjet-Unie Japan de oorlog en direct rukten de geharde Russische veteranen snel op en omsingelden het verraste bezettingsleger van Mantsjoerije. Een dag later viel de tweede atoombom, maar nu op Nagasaki. Japan had een excuus voor z’n onvoorwaardelijke overgave zonder gezichtsverlies te lijden en hierop zond de Japanse keizer “Hirohito” een radioboodschap uit waarin hij het volk meldde dat Japan zich zou overgeven.

 

De Russen hadden haast om zoveel mogelijk grondgebied te veroveren voordat Japan zich daadwerkelijk zou overgeven. Marionettenkeizer “Pu Yi” werd 18 Augustus gearresteerd toen Russische parachutisten “Moekden” bezetten. De Russen rukten op tot bij Peking en tot in Korea, en speelden daarbij buitgemaakte wapenvoorraden door aan de communisten. Op 2 september 1945 werd het overgavedocument getekend en was de capitulatie van Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog en dus ook van de tweede Chinees-Japanse oorlog een feit.


nasleep


De Chinese verliezen tijdens deze 2e Chinees-Japanse oorlog waren enorm geweest. Het totale aantal militaire en civiele dodelijke slachtoffers bedroeg meer dan 15 miljoen. Korea werd onafhankelijk en zowel Formosa en Mantsjoerije werden teruggegeven aan China, alhoewel Russische troepen tot in de jaren 50 in Mantsjoerije zouden blijven.

 

Maar helaas ging de oorlog gewoon door – de wapenstilstand tussen de nationalisten en de communisten werd opgeheven en de strijd continueerde waar deze een aantal jaar geleden was gestopt. De Chinese burgeroorlog ging verder en zou nog duizenden slachtoffers eisen.



film


Se, jie (Lust, caution) - (2007; 7,5)

China tijdens de Tweede Wereldoorlog. De bevolking wordt hevig onderdrukt door de Japanse bezetter en uit wanhoop beraamt een groep Chinese studenten een aanslag.

 

Met deze aanslag wil men het hoofd van de Chinese inlichtingendienst ombrengen.



zie ook: