Srebrenica en Potocari

Reisverhalen - BiH



de grens over


Het is zaterdagmiddag en het is bewolkt als ik bij de brug van Ljubovija eruit wordt gelaten en mensen wijzen op een huisje wat net voor een ijzeren boogbrug staat. 

 

Dat moet de grens zijn tussen Servië en Bosnie-Herzegovina. Ik herinner mij de woorden van de man in de bus die wat Duits sprak; let er maar niet op hoor, ze zijn flink aan het bouwen aan een nieuwe brug.

 

Ik kan het bijna niet geloven – is dit echt een grens tussen landen in Europa? Ik volg een lokale man die mij wenkt naar het raampje van een klein huisje waar een man in zit. Het blijkt de douane te zijn en ik laat hem m’n paspoort zien.

 

Een ouderwetse oversteek

Een minuut later wandelen we gezamenlijk de prachtige ijzeren brug over tussen de auto’s door naar de ander kant van de “Drina’ rivier. Hier staat een dezelfde huisje en hier krijg ik een stempel in m’n paspoort – welkom in Bosnië-Herzegovina.

 

Het geheel heeft nog geen vijf minuten geduurd en terwijl ik m’n paspoort nog sta te bekijken op de stempel heeft m’n tijdelijke reisgenoot al een lift geregeld naar het 3 km verder gelegen Bratunac. We stappen in en ik gooi m’n tas op de achterbank.

 

De man wijst me even later vanaf het centrum het busstation en we nemen afscheid. Geld wisselen zit er niet meer in want zowel de lokale bank als het wisselkantoor zijn al gesloten. Achter het loket van een gebouw wat ze in Nederland allang tegen de grond hadden gesmeten koop ik een buskaartje in Servische dinar naar Srebrenica wat nog zo’n 10 kilometer verderop ligt.

 

In de wachtruimte die vunzig en muffig ruikt wacht ik een haf uur als er een grote moderne bus komt voorrijden – de oude vrouw wenkt mij dat dit m’n bus is. 


aankomst in srebrenica


De weg leidt mij door de smalle “Guber” vallei met aan beide zijden kleine huisjes en veel groen tegen de heuvel aan. Vee zie je bijna niet, alleen wat akkerbouw.

 

Als we een paard en wagen passeren valt mijn oog op de begraafplaats van Pocari, de reden waarom ik hier ben. Een paar kilometer verder stoppen we bij een aftands busstation – mijn hostel is op steenworp afstand gelegen.

 

In de tuin praat ik bij met de jonge hosteleigenaar en z’n moeder die vertellen dat het dorp in het Servo-Kroatisch zoveel als 'zilveren plaats' betekent vanwege het feit dat in deze vallei “zilver” werd gevonden alsmede andere grondstoffen.

 

De eerste stappen in het dorp

Omdat ik trek begin te krijgen wandel ik door het lintdorp tot het centrum wat er mistroostig bijligt – de straten zijn allen opgebroken voor een flinke opknapbeurt en ik zie een gemixt dorp met veel te moderne nieuwbouw afgewisseld met communistische appartementenblokken en vooroorlogse bouw waar de kogelgaten nog inzitten. Ik vind een klein lokaal restaurantje wat eerder lijkt op een aquarium met veel te grote ramen.

 

Een deel van het eetcafé wordt gebruikt voor opslag en aan de andere kant zijn drie tafels gedekt voor eters. Ik schuif de asbak en de afstandsbedieningen opzij en raak al snel in gesprek met m’n buren wat twee Denen blijken te zijn. Veel keus is er niet maar het eten smaakt prima.

 

In het donker wandel ik terug naar mijn hostel en vraag mij af hoe het hier 22 jaar is geleden toen Dutchbat hier de scepter zwaaide in dit toen nog overwegende moslimdorp. 


>> Lees hier de achtergronden van Srebrenica



doods


De zon schijnt fel als ik de volgende morgen langs het oude vervallen busstation loop, het basketbalveld, brandweerstation en de gerenoveerde huisjes die lijken op kinderkampwoningen. Armoedig om de gehele straat opgebroken te zien terwijl de graafmachines er werkeloos bij te zien staan. 

 

Ik heb begrepen dat het heel lang heeft geduurd voordat de herstelwerkzaamheden hier begonnen vanwege het feit dat de meeste bewoners eerst terug moesten komen. Srebrenica zou deel gaan uitmaken van de Servische Republiek en er zouden alleen wat bejaarde moslims terugkomen; de rest zou uit Servische vluchtelingen en oud-bewoners bestaan.

 

Jonge moslims durfden het niet in de Republiek te gaan wonen of wilde niet leven met de confrontatie met de slachting van 1995. Het ontbrak de Servische Republiek aan gelden en men was bang dat veel oud-moslim-bewoners dan ook terug zouden komen. 

 

De berg op 

Het is zondag en het dorp is geheel uitgestorven; de grote supermoderne supermarkt is open maar de rest van de winkels zijn gesloten. Iets verderop zie ik het eveneens veel te moderne rode motel en z’n restaurant open zijn op de derde verdieping maar daar pas ik voor. Ik eindig in het centrale parkje met een armzalig broodje.

 

Ik besluit het gehele Srebrenica uit te lopen en wandel tot de derde moskee. Hier loop ik een steil asfalt pad op die, volgens het bord, te gaan naar een kasteel. Ik loop tot een verwaarloosde en verwoeste (of nooit gebouwde) villa die een perfect uitzicht bied op de stad.

 

Ik heb een zicht op de nieuwe in 2002 gebouwde moskee gedoneerd uit Maleisië en de nieuwe Orthodoxe kerk – de mix van oude huizen en nieuwe. Bij het uitzichtpunt zit een man op een bankje te turen naar beneden en wijst naar boven. Ik wandel wat oude vervallen betonnen treden op en vind, volgens een goed Balkan traditie, wat lege bier- en andere alcoholische flessen en pakjes sigaretten.

 

Ik wil niet weten (of eigenlijk wel) wat zich hier heeft afgespeeld. Ik wandel terug via de moskee en ook hier spot ik een aantal gebouwen en huizen met kogelgaten.

 

Ik denk dat dit over zeer weinig tijd totaal weggepoetst is.


Korte geschiedenis van Srebrenica: 

Srebrenica heeft altijd op een scheidslijn tussen oost en west gelegen.

 

Toen het Romeinse Rijk uiteenviel kwam de grens tussen het Byzantijnse Rijk en het rijk van Rome door de rivier de Drina te liggen, op tien kilometer afstand van Srebrenica.

 

De rivier kon uitsluitend via een pont worden overgestoken, doordat geen enkele heerser een brug wilde bouwen die door de vele grensconflicten onvermijdelijk zou worden verwoest.

 

Deze pont (in het Servo-Kroatisch een 'skela') is er de oorzaak van dat een van de rivierdorpen die deel uitmaken van de gemeente Srebrenica de naam 'Skelani' kreeg. Het christendom heeft zich in de regio van Srebrenica nooit stevig gevestigd. De Rooms-Katholieke Kerk en de oosters-orthodoxe kerken bevochten elkaar in dit gebied hevig, en het gevolg was dat de bevolking zich aansloot bij ketterse sekten.

 

Ottomaanse periode

In 1440 vielen de Osmanen binnen en was Srebrenica een van de eerste veroveringen. De bewoners van Srebrenica verzetten zich lang tegen de osmanen. Twee eeuwen later had het grootste deel van de bevolking van de stad zich bekeerd tot de islam. In de heuvels die de stad omringen bestonden echter veel dorpjes waarvan de inwoners orthodoxe christenen waren.

 

Dit was een gevolg van het feit dat Srebrenica vaak getroffen werd door epidemieën. De Osmanen stonden dan de orthodoxe boeren uit de omringende gebieden toe om zich in de heuvels rond Srebrenica te vestigen, om het braak liggende land te bewerken. Zo kon het gebeuren dat de stad Srebrenica vooral door moslims maar de heuvels daaromheen vooral door christenen bewoond werden.

 

WW2: 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte Bosnië en Herzegovina deel uit van de Onafhankelijke Staat Kroatië, een Duitse satellietstaat onder heerschappij van Tomislav II. Onder de Kroatische overheersing werden de moslims beschouwd als Kroaten met een ander geloof, maar voor het Servische deel van de bevolking van Srebrenica was geen plaats. Serviërs werden verdreven, getransporteerd naar Duitsland of gedood.

 

Veel Serviërs vluchtten naar de bergen, waar in de regio Srebrenica de eerste Servische verzetsgroep werd gevormd: de 'Četniks'. In 1941 slaagden zij er in Srebrenica te veroveren, tot schrik van de moslims in de regio. Toen kort erna ook Servische eenheden van buiten de regio verschenen was het islamitische deel van de bevolking haar leven niet meer zeker. In de satellietstaat Kroatië werden de grote steden door Duitse troepen bewaakt, maar kleinere stadjes zoals Srebrenica werden overgelaten aan de plaatselijke bevolking.

 

Dit leidde tot een totale anarchie. In de winter van 1942-1943 verschenen de partizanen van Tito in het gebied. Al snel ontstond er een warboel van verschillende oorlogen door elkaar: partizanen tegen Duitsers, Kroaten tegen Serviërs en Serviërs tegen partizanen. Uiteindelijk kregen de partizanen de overhand. Op 11 maart 1945 vielen zij Srebrenica binnen om er niet meer te vertrekken. Deze dag werd voortaan gevierd als bevrijdingsdag.

 

Socialistisch Joegoslavië

Na de Tweede Wereldoorlog duurde het tot in de jaren vijftig voordat Srebrenica hersteld was en weer kon opbloeien. De industrie van mineralen en hout groeide flink. Veel houten meubels die in Joegoslavië werden verkocht waren afkomstig uit Srebrenica. Ondanks het socialistische motto van eenheid en broederschap berustte in Srebenica de macht nog steeds bij enkele families: de 'rode adel'.

 

Zonder toestemming van deze rode adel kreeg in Srebrenica niemand een baan, vergunning of eigen zaak. Doordat de families in de regio bleven en hun rijkdommen er ook kwistig uitgaven, waren er maar weinig bewoners van de streek die daar veel moeite mee hadden. Na de dood van Tito in mei 1980 raakte Joegoslavië in een economische malaise. Srebrenica werd daardoor ernstig getroffen, doordat het stadje leefde van de nationaal georiënteerde industrie.

 

De fabrieken draaiden met verlies en werden afhankelijk van staatssteun, die na verloop van tijd uitbleef. Joegoslavië kreeg te kampen met een enorme inflatie. Als de arbeiders in Srebrenica hun loon uitbetaald kregen resulteerde dat in een bestorming van “Mevrouw Srebrenica” (het plaatselijke warenhuis) omdat iedereen zijn geld zo snel mogelijk wilde uitgeven.

 

Een week of een dag later zou het door de gierende inflatie veel minder waard zijn. De grootste zorg van de rode adel in deze periode was de afnemende wildstand, waardoor hun jachtpartijen vaak uitliepen op een fiasco.

 

De massa-executies:

Toen in Bosnië en Herzegovina de spanningen tussen de bevolkingsgroepen opliepen, lag Srebrenica traditiegetrouw weer op de grens tussen bevolkingsgroepen. Serviërs en moslims kwamen tegenover elkaar te staan en al snel bezat elk dorp een eigen gewapende burgerwacht. Moslims vreesden dat ze zouden worden ingelijfd in een Groot-Servië, maar nadat de internationale gemeenschap Bosnië en Herzegovina als zelfstandige staat erkende was die vrees voorbij. Toen waren het de Serviërs die vreesden voor hun leven.

 

Veel bewoners verlieten de streek, zowel moslims als Serviërs waren bang voor escalatie van het geweld. In 1993 werd Srebrenica door Servische eenheden dusdanig bedreigd dat de stad door de Verenigde tot het eerste "veilig gebied" in het Bosnische conflict. Moslims uit de regio zochten hier vervolgens een veilig heenkomen, hetgeen leidde tot sterke overbevolking en een tekort aan voedsel en medische zorg. In 1995 herbergde Srebrenica tien keer zo veel inwoners als aan het begin van het conflict, en het stadje was hier niet op berekend.

 

Voor het gerecht

Hoewel alle bewoners hun wapens hadden moeten inleveren, hadden enkelen onder leiding van Naser Orić hun wapens toch behouden. Zij deden gewelddadige uitvallen naar het omringende Servische gebied. Deze uitvallen werden door de hongerige bevolking toegejuicht vanwege het voedsel dat daardoor het stadje in werd gebracht.

 

De uitvallen gingen echter gepaard met zodanig geweld dat ze door de internationale gemeenschap worden beschouwd als oorlogsmisdaden. Naser Orić stond daarom terecht voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.

 

Op 11 juli 1995 forceerden Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladić met tanks de toegang tot de stad en deporteerden en vermoordden ca. 8000 moslimmannen en -jongens. Het waren Nederlandse troepen van Dutchbat die op dat moment de enclave op papier hadden moeten beschermen.


>> Lees hier over de Bosnische oorlog



potocari


Ik probeer te liften maar eindig uiteindelijk in een gezamenlijke taxi naar de gedenk begraafplaats in Potocari. Ik stap uit en wandel direct het grote indrukwekkende begraafplaats op met talloze witte paaltjes die ingedeeld zijn in secties. 

 

Er staat een groene Islamitische koepel, een overdekt gedeelte met wat kleden en een grote witte cirkel met een ring met de duizenden slachtoffers. Ik wandel een stuk de begraafplaats over maar voel mij toch enigszins bezwaard om hier te lopen.

 

Dutchbat basis

Opmerkelijk is het feit dat de oude VN basis, het hoofdkwartier van Dutchbat, hier tegenover lag en grotendeels nog intact is. Ik wandel het complex af en steek de weg over om door een opening van het hek te lopen en richting de gigantische grote loods te gaan die dienst deed als magazijn.

 

Het waterreservoir, de loodsen, de entree, de kantoren, alles staat er nog dan wel in erbarmelijke staat.

 

Iets verder kan ik de loods inlopen en daar is een soort van gedenkruimte ingeruimd. Het is gewoonweg een lege loods-ruimte met wat machinerie erin en met foto’s inclusief kleine informatiepanels aan de muur. Het is een grote ruimte en de meeste foto’s en info gaan over de identificatie van de doden en over spullen van de slachtoffers.

 

Het laatste gedeelte gaat over de verdachten van de Bosnische oorlog. Verderop kom ik op de muren Nederlandse grafitti tegen vreemd aandoen omdat ik de enige ben die deze teksten kunnen lezen. 

 

Verderop in de kantoren kun je ook gewoonweg naar binnen lopen – ook hier weer Nederlandse graffiti naar het café en de kantoren toe. Ik wandel het complex af waar de entree, die bestaat uit twee rechthoekige stukken beton, waar de woorden “VN” en “Duchtbat’ met plastic zijn afgedekt. 


slachtoffers


Als ik het terrein weer afloop wandel ik terug naar de entree van de begraafplaats en probeer terug te liften. Een half uur later stopt een auto met twee jonge mannen erin.

 

Ik stap achterin en ik lieg dat ik uit België kom. Ik voel mij bezwaard maar ook opgelucht als de jongen naast de bestuurder vertelt dat hij de graven van z’n vader en z’n drie broers heeft bezocht die hier tijdens de massa-executies zijn omgebracht.

 

Ik slik en twijfel wat te zeggen als ze vragen wat ik vind en vond van de toestand die zich hier heeft afgespeeld. In het centrum laten de jongens mij eruit en ik ben toch ietwat blij als ik weer op straat loop. 


>> Lees hier alles over het Joegoslavië tribunaal



srebrenica - tips & advies (2015)


Het kleine armzalige busstation bevind zich naast het hostel (zie onder) aan de noordzijde van het stadje. Er gaan o.a. drie bussen naar Tuzla (05:45/ 10:00/ 15:55), een aantal bussen naar Zvornik en zeker een per dag naar Belgrado. Je kunt een taxi nemen (shared voor 3M naar Potocari). 

 

Srebrenica – Sarajevo: er gaan zeker 3 bussen per dag naar Sarajevo waarvan eentje (die van 16:30) naar het centrale station in de hoofdstad. De andere twee gaan naar het kleinere (zuid)station van de stad. Deze vertrekken om 06:10 en om 14:30.

 

Kosten varieren van 19 KM tot 22 KM. Ze doen er ongeveer 4 uur over. 


Er zijn een aantal plekken waar je kunt eten in het nietige Srebrenica; er is een “burec” plek waar je binnen kunt zitten en/of op het buitenterras achter. Er is tevens een groot motel inclusief restaurant maar ik heb alleen gegeten in het lokale “Bato” restaurant.

 

Geen groots menu maar wel een familiaire lokale sfeer. Een drankje doen kun je o.a. in het “Lipa cafe” (tegenover het centrale pleintje) waar de lokale Serviër “Miele” de scepter zwaait. Heerlijk als je mensen wilt kijken. 


  • Naam : Hostel Srebrenica

Adres : Maršila Tita (Mlinište) 80

Prijs : 13 euro (slaapzaal) 

Tel.nr. : +387(0)65/610-321

Website : http://hostelsrebrenica.com/

 

Inhoud: 

Vlakbij ligt het gloednieuwe en enige hostel van Srebrenica. Een familiehostel gerund door een energieke Milos die perfect Engels spreekt. Z’n lieve moeder verzorgt de dagelijkse beslommeringen en de kat en hond Mido vergezellen je voor de rest. Er zijn zo’n 4 slaapzalen aanwezig op de 1e etage waar de familie op de begane grond woont.

 

Het hostel ligt op een steenworp van het busstation en is zeer goed aangegeven. De boel is superschoon en m’n slaapzaal had een eigen wc/douche die iets heter had mogen zijn. Het is wel een beetje gehorig in de kamers als mensen op de gang lopen maar voor de rest zijn de kamers prima.

 

Er is WIFI en er is buiten een gezamenlijke tuin waar Milos plannen mee heeft om een overkapping te maken met een originele BBQ en kleine buitenkeuken (momenteel geen publieke ruimte binnen). 



zie ook:




meer links:


Oradour sur Glane

FRANKRIJK

Tijdens WW2 werden alle bewoners van dit Franse dorp door de nazi's meegenomen c.q. vermoord. 

Vukovar

KROATIE

De Kroatische stad ligt op de grens met Servië en werd tijdens de oorlog in puin geschoten door de Serven.