Poperinge (Brandhoek)

Reisverhalen - België



inleiding


Direct herkennen we het immense totaal gerenoveerde gebouw in Ieper wat ooit de belangrijke lakenhal was en nu omgetoverd tot populair WWI museum en informatiecentrum.

 

Binnen winnen we de nodige informatie m.b.t. opties voor slapen vannacht en hoe naar Poperinge te komen.

 

Vanwege de regen besluiten we te wachten in de ruimte waar normaliter het café/ restaurant gevestigd is. Vandaag is het gesloten en we kunnen gebruik maken van de warme lucht die uit de verwarmingsgaten komt.

 

M’n tent veert als alsof hij opgeblazen wordt en is binnen 15 minuten kurkdroog.

 

Ook leg ik er stiekem wat andere spullen op. Helaas gaat het centrum om 18:00 dicht en we rennen met onze grote tassen de straat op om aan de overkant de bus te nemen richting Poperinge. 


schuilen in de kroeg


Op een kaartje hebben we een bos gezien waar we vannacht wel kunnen overnachten met onze tenten. Omdat we niet willen dat iemand weet dat wij daar zijn vragen we de buschauffeur of hij ons bij Vlamertinge eruit wilt laten omdat we daar wat oorlogsbegraafplaatsen willen bezoeken.

 

Helaas komt de regen ook nu nog met  bakken uit de hemel en wij besluiten wij bij de lokale bistro “de gouden brander” een pint te halen en te wachten tot het iets afneemt.

 

We bestellen een Jupiler en hopen op een wonder. Dat wonder komt er maar niet op de manier die wij in gedachten hebben. Op het journaal horen we dat het vannacht weleens gevaarlijk kan worden en er geld code “rood” – donder, bliksem en heel veel regen.

 

Hulp uit onverwachte hoek

Na een tweede pint komt er een lokale man vanaf de bar naar ons toelopen en verzoekt ons alsjeblieft met hem mee te gaan vanavond; we kunnen in z’n loods slapen en hij woont hier zo’n 4 kilometer vandaan. Wij gaan bijna direct op z’n voorstel in, kopen voor hem een biertje en een half uur later lig ik met alle bagage in de achterbak op weg naar Wim’s huis.

 

Onderweg zwaailichten en we zien een hele straat blank staan; de brandweer is bezig te hosen maar er is geen houden aan. Zandzakken worden gevuld en mensen worden geëvacueerd. Uit goten spuwt water als een fontein de straat in. We komen aan op een groot erf, half opgebroken met steen, puin en prut.

 

Er staat een gloednieuw huis op een terp en verderop een hele grote loods. Wim laat ons de wc’s zien onder het huis en daarna de loods. Hier kunnen wij onze tenten opzetten zegt hij zodat we in ieder geval veilig zijn. Hij ziet ons morgen wel weer en sluit de grote garagedeur.

 

Wij zetten onze tenten op; Pete achter een vorkheftruck en ik achter een lege bak zoals die achter een grote vrachtwagen hangt. Er ligt een harde laag klei op de grond en de tent opzetten is alleszins gemakkelijk. Op een stapel palets maken we een kop soep, eten ons brood en beginnen aan onze wijn.

 

Nog onwerkelijk kijken we om ons heen naar deze zelfs voor onze vreemde plek – er staan motoren, graafmachines en we horen de wind blazen rond de loods die op sommige plekken open is. 


>> Lees m'n blog over Wild Kamperen



opgesloten in dikkebus


In de ochtend komt Wim ons halen; hij heeft eieren met spek gemaakt. We komen onwennig binnen in een echt “mannenhuis” – m.a..w. je moet zoeken naar gezelligheid en meubels. 

 

Samen kijken we naar het journaal dat grote overstromingen in het gebied waar wij vannacht hebben geslapen laat zien. In Duitsland zijn zelfs 5 mensen overleden door het noodweer.

 

Jullie hebben geluk gehad zegt Wim en zegt dat hij ons helaas niet kan wegbrengen vandaag – wij zullen moeten lopen hiervandaan. Voordat we onze tenten oppakken en vertrekken krijgen we nog een kleine geschiedenisles m.b.t. de regio.

 

Explosie-gevaar

Hier tegenover lag een Duits vliegveld, de bunkers kun je nog zien en het front uit WWI lag hier maar een paar kilometer vandaan wijst hij. In de grond zit nog zoveel troep dat je beter maar niet kunt scheppen zegt hij. Een uur later zwaaien wij Wim gedag en gaan op stap. 

 

Ver komen we niet – een man op een fiets komt langs en vertelt ons dat wij niet verder kunnen. Alles is afgezet want het boerenweggetje verderop staat helemaal onder water. We keren om en verderop zien we weer een hele rij auto’s achter elkaar aankomen. Ook daar kunnen we niet langs. De postbode legt uit dat als wij naar Poperinge willen we zo’n 10 km moeten omlopen.

 

Een jongen van de Technische Dienst van Ieper brengt ons via Dikkebus naar een bushalte in Brandhoek. Daarvandaan liften we verder naar ons einddoel – Poperinge. 



het talbot huis in poperinge


We worden door ons jonge liftkoppel voor de deur van ons doel in Pops, zoals de Engelsen het noemden, uitgezet – het Talbot huis. Tijdens WWI maakt Poperinge (net als Veurne) deel uit van het kleine stukje onbezet België.

 

Weg van het krijgsrumoer van de Ieperse frontstreek, groeit de stad uit het zenuwcentrum van de Britse sector. Maar de stad is natuurlijk al veel ouder; er zijn vondsten gedaan die wijzen op bewoning niet later dan de 9e eeuw. 

 

De grote motor achter de bloeitijd voor Poperinge in de 13e eeuw was de lakenindustrie. Er werden talloze kerken gebouwd. Toen de lakenindustrie in de 16e eeuw begon te tanen vond men nieuwe inkomsten in de hopteelt. Maar de stad zal altijd verbonden zijn met WWI.

 

Overblijfselen van WW1

Het hele landschap rond de stad wordt bepaald door de grote oorlog. De Lijssenthoek Military Cemetery is de tweede grootste Britse begraafplaats van WWI met 10.800 zerken. Ze lag vlak bij een groot veldhospitaal.

 

Wij wandelen aan de zijkant van het gebouw het voormalige R&R gebouw in en worden geïnstrueerd m.b.t. het tablet wat wij meekrijgen.

 

Aalmoezeniers Talbot en Tubby Clayton openen in 1915 een clubhuis in Poperinge waar de Engelse soldaten zonder te letten op rang en stand een plaats hebben voor rust en ontspanning. Het huis ontleent zijn naam aan de gesneuvelde officier vlakbij Ieper Gilbert Talbot die zoon was van de Anglicaanse bisschop van Winchester. Talbot House bood tussen 1915 en 1918 aan meer dan een half miljoen mannen onderdak.

 

Gesloten deuren

In het voorjaar van 1918 noopte de Duitse opmars tot de volledige ontruiming van Poperinge. Ook Talbot House moest de deuren sluiten. 'Tubby' Clayton trok noordwaarts (Krombeke/Proven), waar hij de club in een weiland voortzette in vier houten hutten.

 

Eén ervan bleef bewaard. In 1929 bood de eigenaar het huis te koop aan. Met geld van Lord Wakefield of Hythe werd het voormalige 'heem' door Toc-H aangekocht en geschonken aan de speciaal hiertoe opgerichte vzw Talbot House. Daarom dat Poperinge verbroederd is met Hythe, stad in het Engelse graafschap Kent. Op 5 april 1931 was de tijd rijp voor een plechtige heropening.

 

Na anderhalf uur lopen wij met een grote glimlach op onze gezichten weer naar buiten. 


>> Lees over de slag aan de Somme tijdens WW1


de dood met de kogel


Via het centrale stadsplein Grote Markt van Poperinge lopen we naar het stadhuis zoekende naar onze tweede doel in de stad. Als je door een kleine poort aan de zijkant van het stadhuis een ruimte in loopt vind je daar twee cellen.

 

Deze hebben t.t.v. WWI gefungeerd als gevangenissen voor Engelse soldaten.

 

De een werd regelmatig gebruikt als dodencel voor deserteurs van het Britse garnizoen. Je kunt de graffiti aan de muur nog zien. Na de twee cellen bekeken te hebben nemen we nog een kijkje op het binnenplein van het inmiddels gerenoveerde gebouw; hier staat het monument met de executiepaal.

 

Er zouden in Groot-Poperinge in totaal 25 Britse en 2 Canadese soldaten terechtgesteld zijn.

 

Aangezien de treinen nog steeds staken in België en de bus nog lang niet komt besluiten we wederom te gaan liften. Op naar onze volgende bestemming; Veurne



Tips & advies (2016)


  • Naam           : Talbot house

Adres           : Gasthuisstraat 43

Prijs              : 8 euro

Tijd                : 10:00 – 17:30 (maandag gesloten)

Website         : www.talbothouse.be

 

Inhoud (evt):

Als eerste wordt je geacht een 20 minuten durende film te kijken op de 1e verdieping alvorens je echte tour te beginnen in het Talbot huis. Je krijgt o.a. een deel van een concert te zien van de “happy Hoppers” toen de Britten hier voor R&R waren. Daarna kun je d.m.v. een tablet het museum bekijken met veel informatie.

 

Door de tuin zie je dan voor het eerst (van de achterkant) het Talbot huis. Het Talbot House is in dezelfde toestand als het jaar 1917 en werd in 1929 gekocht door Lord Wakefield of Hythe. Hij schonk het aan de Talbot House Association. Sinds 1973 is het Talbot House een beschermd gebouw. De sfeer is nog exact hoe het toen was en vaak krijg je gratis koffie en gebak aangeboden en kun je plaatsnemen op een van de banken of stoelen.

 

Hostelkamers

Boven zijn de kamers (waar je nu kunt slapen) en op zolder een kapel. De tuin is prachtig en in het tuinhuis wordt vaak een tijdelijke expositie georganiseerd. Toen wij er waren was dit “Belgen maken bommen” over Belgische emigranten die in Engeland bommen maakten voor de oorlog. 

 

Je kunt ook slapen in het “Talbot” huis – voor 40 heb je een kamertje in het laagseizoen. Je betaalt 7 euro meer in het hoogseizoen. Een double kost 72 euro. Ontbijt is ook mogelijk voor 5 euro. 



zie ook:




meer links:


Beaumont-Hamel (Somme)

FRANKRIJK

Bij de Somme liggen talloze begraafplaatsen, voormalige frontlinies en musea uit WW1. 

Amiens

FRANKRIJK

De stad Amiens speelde een cruciale rol t.t.v. WW1 naast het feit dat het een mooie stad is.