Ieper en Zonnebeke

Bezienswaardigheden - België




de vredesstad


Ieper is de grootste stad de Westhoek en staat vooral bekend om z’n rol in de slagvelden van België in WWI. De Ieperse vestingen vormen een grote gordel rond de stadskern. Monumenten als de Engelse begraafplaats Tyne Cot die vlakbij ligt en de Menenpoort staan in ons geheugen gegrift.

 

De bijnaam van Ieper luidt de Kattenstad of sinds het bezoek van paus Johannes Paulus II, Vredesstad. Een ware geste daar de stad in de Grote oorlog totaal van de kaart werd geveegd in verschillende slagen tussen de loopgraafoorlog tussen de Geallieerden en de Duitsers.

 

Flanders Field

De stad ligt in het zuidwestelijke deel van België en was daarmee het enige wat niet door de Duitsers bezet was. Vier jaar lang lag de stad in de frontlinie – vandaag de dag is de rust wedergekeerd en zijn de heuvels en velden bezaaid met monumenten die aan de slagen in WWI doen herinneren.

 

Bekendste symbool van deze strijd in de stad zelf is zonder aarzelen het In Flanders Field museum. Specialiteiten van de stad zijn onder andere het Iepers Tapjesvlees, de Senateurtaart, het Ieperse Beschuit, de Kattenklauw, de Cockerulle Cake en Terrine van Hondshaai.


flanders fields


De binnenstad van Ieper:

De Grote Markt geeft de stad zijn middeleeuwse uitstraling en is omzoomd met oude huizen, of de reconstructies ervan na de vernieling in de Eerste Wereldoorlog.

 

De Lakenhalle is een door UNESCO beschermd monument en is waarschijnlijk het meest belangrijke gebouw van Ieper.

 

De bouw begon omstreeks 1260, en was gereed in 1304. Het lag toen naast de rivier de Ieper rivier die nu ondergronds is.

 

Totale verwoesting: 

Gedurende de veertiende eeuw was het het grootste gebouw in de westerse wereld. In de Eerste Wereldoorlog werd bijna heel het gebouw verwoest. Het voorgebouw is 125 meter lang, de belforttoren is 70 meter hoog. Op de eerste verdieping bevindt zich het In Flanders Fields Museum (zie museum - hieronder). Er aan vast zit het Renaissance gebouw van het stadhuis.

 

De Menenpoort is een stadspoort aan de oostzijde van de oude stad en een van de vier monumenten voor de vermisten in Belgisch Vlaanderen. De poort werd gebouwd als Brits oorlogsmonument, en draagt de namen van 54.896 vermiste soldaten. Elke dag om acht uur 's avonds wordt de Last Post er gespeeld door de leden van de Last Post Association, als herinnering aan de gesneuvelden in Ieper.

 

Deze herdenking is in 1928 begonnen, een jaar na de bouw van de poort en werd met uitzondering van WWII elk jaar geblazen. 

 

De Rijselpoort

De Sint-Maartenskerk was de kathedraal van het voormalige bisdom Ieper. Ook dit gebouw werd na de Eerste Wereldoorlog opnieuw opgebouwd, zij het toen met een opmerkelijk hogere torenspits dan voorheen. De huidige toren is 100 meter hoog.

 

De Rijselpoort is een stadspoort in het zuiden van de oude stad, op de weg naar Rijsel. De poort verbindt twee bewaarde delen van Ieperse vestingen. De Rijselpoort is de oudste nog bewaarde stadspoort.

 

Hoofdkwartieren en kerken

De Sint-Jacobskerk, oorspronkelijk romaans, werd in de 14de eeuw in gotische stijl omgebouwd. Ook deze kerk werd na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwd. 

 

De Sint-Niklaaskerk is een relatief moderne kerk in romano-byzantijnse stijl, met weinig dat herinnert aan een vroegere kerk. De parochie van de kerk werd in 1994 afgeschaft, en de kerk doet nu dienst als Stedelijk Onderwijsmuseum. Tenslotte is daar de  Lille poort wat oorspronkelijk de zuidelijke toegangspoort tot de stad Ieper was, en tevens de poort die leidde naar de weg naar Lille (Rijssel).

 

In de Eerste Wereldoorlog vestigden de Britten hier diverse hoofdkwartieren. Nabij de poort ligt Ramparts Cemetery.


>> Lees hier over het beleg van Verdun tijdens WW1



Zonnebeke:

De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Er ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot zeer invloedrijk en machtig.

 

Deze abdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht.

 

De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats.

 

In deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw.

 

Onze Lieve Vrouwekerk: 

Grootste bezienswaardigheden zijn “Onze-Lieve-Vrouwekerk” dat gebouwd werd na de vernielingen van het dorpscentrum en de vorige kerk in de Eerste Wereldoorlog.

 

Ze werd gebouwd tussen 1921 en 1924 en wordt beschouwd als de eerste moderne kerk in België. De kerk, de pastorie en zijn omgeving zijn beschermd. Daarnaast is het er het Kasteel van Zonnebeke wat in de 18de eeuw de vroegere abtswoning van de verdwenen Augustijnenabdij was.

 

Deze werd vernield tijdens de  en is in 1924 volledig nieuw gebouwd op het kasteeldomein. Het huisvest nu het Memorial Museum Passchendaele 1917.


>> Lees hier over m'n ervaring aan de Somme 



geschiedenis


Oude vermeldingen van Ieper gaan terug tot de 11de eeuw als Iprensis en Ipera. De naam zou afkomstig zijn van de het riviertje de Ieperlee, vroeger Ieper genoemd. De handel nam toe en de stad ontwikkelde zich verder. 

 

De stad werd nu van het omliggende land afgescheiden door stadsversterkingen en rond 1170 werden door Filips van de Elzas stadsrechten toegekend. Ieper kende nu een bloeiperiode en speelde als derde stad van Vlaanderen een belangrijke rol als stad van het graafschap Vlaanderen.

 

De Lakenindustrie: 

De lakenindustrie kende rond 1250 een belangrijke opbloei in de stad. In de loop van de 13de eeuw werd de Sint-Maartenskerk uitgebreid en werd de Lakenhalle van Ieper met zijn belfort gebouwd, net als het Vleeshuis en verschillende patriciërshuizen.

 

In 1566 werd de stad getroffen door de Beeldenstorm en in 1575 door de Geuzen. Onder Filips II werden de stadsversterkingen verbeterd, onder meer met ravelijnen in het noordoosten, waarbij de Onze-Lieve-Vrouw ten Brielenkerk en de Sint-Janskerk werden afgebroken.

 

In de 17de en 18de eeuw fungeerde Ieper meestal als grensstad. Ieper was in handen van de Spanjaarden tot het op 25 maart 1678 werd veroverd door de Franse troepen van Lodewijk XIV. Bij de Vrede van Nijmegen kwam het in Frans bezit. Vauban voorzag Ieper van nieuwe verdedigingswerken.

 

Barrière-steden: 

In 1697 kwam Ieper bij de Vrede van Rijswijk weer in Spaanse handen. Na de Spaanse Successieoorlog ging de stad in 1713 over Oostenrijkse handen, net als de rest van de Zuidelijke Nederlanden. De stad werd daarbij een van de barrière steden, waarin de Nederlandse Republiek troepen mocht legeren. Dit duurde tot de Oostenrijkse Successieoorlog, waarin de barrière tegen de Fransen niet erg effectief bleek; het Barrièreverdrag werd in 1748 opgezegd.

 

In 1782 besloot de Oostenrijkse keizer Jozef II de vestingen af te breken, zodat de Fransen tijdens de Eerste Coalitieoorlog in 1794 Ieper gemakkelijk konden innemen. In de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) werden de vestingen weer wat uitgebouwd, als verdediging aan de grens met Frankrijk. Na de Belgische afscheiding verloor de vesting halverwege de 19de eeuw zijn belang. In het noorden werden de vestingen afgebroken en kon de stad zich uitbreiden.


WWI

Tijdens de volledige duur van de Eerste Wereldoorlog was de stad aan drie zijden omringd door Duitse troepen, door de Britse verdedigers werd deze boog in het front de Ypres Salient genoemd. De Duitsers slaagden er niet in de stad te veroveren.

 

De Duitse cavalerie had - nog voor de gevechten begonnen rond Ieper - de stad kunnen binnendringen en doortrekken; deze veldtocht duurde maar enkele dagen. Ondanks een aantal groots opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven kostten bleef Ieper uit handen van de Duitsers.

 

De slagen om Ieper: 

Op 21 oktober 1914 begon de Eerste Slag om Ieper. Drie aanvallen werden geprobeerd maar tevergeefs. Op 22 november 1914 besloot het Duitse Oppercommando het offensief te staken.

 

De Tweede Slag om Ieper begon op 14 april 1915 rond Hill 60. Deze slag staat vooral bekend omdat er voor het eerst chloorgas werd gebruikt nabij Ieper. De Duitsers maakten gebruik van gifgas op 22 april 1915. Later is door de Duitsers ook mosterdgas gebruikt. Op 31 juli 1917 begon de Derde Slag om Ieper. De Britse veldmaarschalk Douglas Haig wilde de Duitsers de genadestoot toebrengen.

 

De slag zelf werd gestreden op 10 november 1917. Men noemt de slag ook wel de Slag om Passendale, naar het dorpje nabij Zonnebeke. Dit dorp werd geheel verwoest. Op 18 maart 1918 werd de Vierde en laatste Slag om Ieper gestreden. Na deze laatste slag was de stad Ieper geheel verwoest. Op 28 september 1918 verlieten de Duitsers Langemark.

 

Einde van de oorlog: 

Ruim zes weken later, op 11 november 1918 om elf uur in de ochtend was de oorlog officieel afgelopen. Na de oorlog gingen, vooral bij de Britten, stemmen op om de stad niet weer op te bouwen maar zo te laten liggen, als macaber gedenkteken. Toch werd de stad weer teruggebracht in de vooroorlogse staat, grotendeels met Duits geld, onderdeel van de afgedwongen Wiedergutmachung. Voor velen, en met name de Britten, is Ieper het middelpunt van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog.

 

Op 6 september 1944 werd Ieper bevrijd door het 10e regiment Jagers te paard, tankregiment uit de 1e Pantserdivisie (Polen) van generaal Maczek die vanuit Poperinge de stad binnenvielen.


>> Lees hier de gehele GESCHIEDENIS van België. 



tips & advies (2006)


Het treinstation van Ieper ligt iets ten westen op loopafstand van het centrum van de stad. Daarnaast ligt het busstation.

 

Ieper – Zonnebeke: bus 94 vertrekt vanaf Ieper richting Zonnebeke en begraafplaats Tyne Cot. Deze gaat ongeveer 2x per uur op doordeweekse dagen; in het weekend ongeveer 1x per anderhalf a 2 uur.

 

Ieper – Brussel – Waterloo: er gaan treinen van Ieper naar Brussel maar je zult moeten overstappen in Kortrijk (30 minuten). De treinreis duurt zo’n 1,5 uur a 2 uur. Je stapt uit bij station “Bruxelles-Midi”. Daarvandaan kun je met bus “W” (TEC)(Ave Fonsny) elk half uur de bus nemen richting Waterloo dorp of de slagvelden.


Naam             : In Flanders Field

Adres            : Grote Markt 34

Tijd                : 05 722 85 84

Website         : www.inflandersfield.be

 

Inhoud:

In 1998 opende op de eerste verdieping van de Lakenhallen in het centrum dit fantastische museum over WWI. Het museum is vooral geïnd op de verschrikkingen van oorlog in het algemeen en de “Grote” oorlog in het bijzonder.

 

Het gaat over ervaringen van allerlei mensen in de oorlog – van een zuster tot een soldaat en van een kind tot een vluchteling. Mis het niet om een beeld te krijgen wat deze oorlog betekende en nog betekend.


Bij de “Rijsselpoort” zit een heerlijk rustig authentiek cafeetje waar je een pint kunt bestellen in een stenen mok.


Wildkampeerplek : “Polygoonbos

 

Inhoud:

Het Polygoonbos (ook Doelbos of Den Doel) is een van de oudste bossen van Vlaanderen. Het bos ligt 1,6 km ten zuiden van het dorpscentrum van Zonnebeke.

 

Tot in de middeleeuwen was heel de regio in het westen van West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk een dicht, dunbevolkt bosgebied. Na de Franse Revolutie werden vele kerkelijke goederen in beslag genomen en vele voormalige abdijbezittingen kwamen na verkoop in particuliere handen. Enkel de bossen en minder vruchtbare heidegebieden bleven eigendom van de Franse bezetter. Eerst gebruikten de Hollanders, later de Belgen het als militair oefenterrein.

 

Er stond geen boom meer overeind: 

Het bos werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Het bos had een strategische ligging op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug en lag aan het front van de Ieperboog. Bij de Eerste Slag om Ieper werden eind oktober 1914 alle Duitsers door het Britse leger uit het bos verdreven.

 

Op 3 mei 1915 gaven de Britten het bos weer uit handen tijdens de Tweede Slag om Ieper. Pas in september 1917 tijdens de Derde Slag om Ieper heroverden Australische troepen het bos weer in de slag om het Polygonebos.

 

Tijdens het Duitse lente-offensief in 1918 werd het bos weer uit handen gegeven, maar op 28 september 1918 werd het definitief veroverd door de 9e Schotse Divisie. In het bos zijn nog sporen van de oorlog te vinden, zoals resten van bunkers. In het bos liggen twee Britse militaire begraafplaatsen. Na de oorlog werd de munitie geruimd, werden de verbrande bomen gerooid en verschillende militaire restanten gesloopt. In de jaren 20 werd het gebied herbebost. Ook in de Tweede Wereldoorlog fungeerde het als militair oefenterrein en opnieuw moest men na de oorlog herbebossen.

 

TIP:

Je kunt ook kamperen bij het “Jeugdstation” te Ieper. Deze jeugdinstelling (kosten zijn ongeveer 5 euro) ligt zo’n 1 km ten zuidoosten van het centrum. De camping ligt aan de andere zijde van de “Kasteelgracht”.



film


"Beneath Hill 60" - (2010; 7,0)

Tijdens WW1 worden rondom Ieper talloze tunnels gegraven om deze te laten exploderen om zo een doorbraak te forceren.

 

In deze film wordt een Australische tunnel-compagnie klaargemaakt om de strategische heuvel 60 waar de Duitsers zitten op te blazen. 



zie ook:




meer links:


Kobarid

SLOVENIE

Deels na geconstrueerde stellingen en bunkers nabij Kobarid afkomstig uit WW1 (Italianen vs Oostenrijkers).

Chemin des Dames

FRANKRIJK

De hofdames-weg (CdD) is een verhoging die een grote rol in zowel WW1 als WW2 heeft gespeeld.