Villers la Ville

Reisverhalen - België



inleiding


Het was niet zo makkelijk om in het kleine Villers-la-Ville te komen. We kwamen van Namen en hebben toen de trein naar Ottignies genomen.

 

Daarvandaan namen we de trein naar Villers-la-Ville. Hadden we het maar geweten, zo’n uitzicht op een ruïne van een abdij krijg je niet vaak en zeker niet gratis.

 

Aangekomen op het nietige stationnetje, wandelen we rustig terug door de brede straat die ons terugbrengt naar die ooit zo prachtige abdij. Tegenover het religieuze complex bestellen we bij Taverna du Molin, wat inderdaad een oude watermolen is, een pint.

 

Omdat het te laat is om de abdij van “Villers” nog te bezoeken wandelen we richting “Genappe” en vinden na enig zoeken een redelijke plek om onze tenten op te zetten. 


ruiine van een abdij


Na ontbijt en het oppakken van onze spullen wandelen we terug naar de voormalige cisterciënzerabdij die in 1146 opgericht zou zijn.

 

Na wat we kunnen zien van achter de muren vandaan vinden we bij nader inzien de entree (van 6 euro) iets teveel; ook al is het grootste abdij van het land.

 

We proberen via een listige omweg een goede overzichtsfoto te maken (zoals gisteren uit de trein) maar tevergeefs. Via de hoge heuvel klimmen we door het struikgewas, loeren over muren en wandelen om het hele complex heen zonder enig resultaat. 

 

Geschiedenis abdij:  

De abdij beleefde vooral in de 13e eeuw een bloeiperiode, toen de gemeenschap 100 monniken en 300 lekenbroeders telde.

 

Zij verwierf uitgestrekte landeigendommen (op het einde van de 13e eeuw in totaal 10.000 ha., verspreid van de huidige provincies Antwerpen tot Namen), stichtte op haar beurt de abdij van Grandpré (1231) en de St.-Bernardusabdij te Vremde (1236) alsmede een aantal begijnhoven en nonnenkloosters, waarvan de abten de geestelijke leiders werden.

 

Met de machtsovername door de Bourgondiërs begon stilaan het verval, toen de hertogen inspraak verkregen bij de aanstelling van de abten, hetgeen meer dan eens tot tweedracht leidde. Onder meer in 1544 werden ernstige verwoestingen aangericht door de plunderende Spaanse troepen. De monniken moesten de abdij verlaten en zochten hun toevlucht in verschillende stedelijke refugié huizen.

 

Oostenrijk neemt de abdij over

De 18e eeuw bracht, met de machtsovername door Oostenrijk, een laatste grote bloeiperiode, totdat (de laatste!) abt openlijk in conflict kwam tegen de religieuze hervormingspolitiek van keizer Jozef II. Toen Frankrijk, dat besloten had zijn naaste buren te laten delen in de voordelen van de Revolutie, onze gewesten binnenviel, koos de abt de zijde van de keizer.

 

Dat was het begin van het einde: op 11 december 1796 werden de kloosterlingen door Franse troepen verdreven.

 

De eigendommen werden openbaar verkocht, en het terrein van de abdij zelf kwam in handen van een handelaar in bouwmaterialen die de abdij sloopte en verkocht.  Wat er overbleef van de gebouwen werd verwaarloosd; de tijd en de elementen deden de rest.


>> Lees hier over de ruïne Abdij van Vauclair nabij Chemin des Dames



Daarvoor in de plaats wandelen we terug naar de lage muren van wat wij het fort zijn gaan noemen en wandelen nu op de “begane” grond rond het complex en proberen zoveel mogelijk mee te pikken.

 

De abdijkerk is nog steeds het meest indrukwekkende bouwwerk van het ruïneveld. Het is 94 m lang en de booggewelven zijn 23 m hoog.

 

Voorts zijn er imposante ruïnes van de refter en het gastenverblijf (beide uit de 13e eeuw), van het kloosterpand (14e–15e eeuw) en van het classicistische abtenpaleis (18e eeuw).

 

Ook kun je fundamenten zien van de brouwerij, keuken en warmmaak-kamer. Niet zo vreemd dat deze achtergrond nog veelvuldig wordt gebruikt voor stukken van “Shakespeare”.

 

Voordat we onze spullen weer oppakken drinken we nog een kop koffie bij de taverne aan de overzijde en beproeven wederom ons geluk door te gaan liften aan de andere zijde van de grote poort – richting Genappe



zie ook:




meer links:


Chemin des Dames

FRANKRIJK

De prachtige ruïne-abdij van "Vauclair" in de vallei van "Chemin des Dames in Frankrijk. 

Malmesbury (the Cotswolds)

ENGELAND

Ook een groteske ruïne van een klooster op de grens tussen Engeland en Wales.