PRAKTISCHE INFORMATIE - België

* Bijgewerkt t/m 2016 - wijzigingen voorbehouden. 


  • Paspoort en visa
  • Ambassades
  • Geldzaken
  • Gezondheid
  • Vaccinaties
  • Kosten
  • Veiligheid
  • Taal
  • Tijdzone
  • Elektriciteit
  • Feestdagen

 


paspoort en visa


Iedereen heeft een geldig paspoort nodig bij binnenkomst in België – een geldig Europees identiteitskaart volstaat ook. 

 

Nederlanders hebben geen visum nodig voor België. 


ambassades


  • De Nederlandse ambassade in Belgie: Kortenberglaan 4-10, Brussel, Tel.nr. (+32) 2 679 1711, e-mail: bru@minbuza.nl
  • De Belgische ambassade in Nederland: Johan van Oldenbarneveltlaan 11, Den Haag, Tel.nr. 070-312 3456.

 


geldzaken


Munteenheid

  • Euro (EUR)

Bankpas

  • Bankpassen worden vrijwel overal geaccepteerd.
  • Gebruik van een bankpas is meestal gratis. Er geldt een limiet per dag.

Creditcard

  • Creditcards worden bij vrijwel alle hotels, restaurants, winkels en bemande tankstations geaccepteerd.
  • Geld opnemen met een creditcard is meestal niet gratis. De kosten verschillen per bank en per creditcard. Als uw bank of creditcardmaatschappij een vast bedrag per verrichting rekent, is frequent gebruik van uw creditcard bij kleine bedragen af te raden.

Geldautomaten

 


gezondheid


Geen bijzonderheden.


vaccinaties


Geen vaccinaties verplicht. 


veiligheid


Geen bijzonderheden. 


taal


België heeft drie officiële talen: ongeveer zestig procent van de bevolking spreekt Nederlands, vooral in Vlaanderen, veertig procent spreekt Frans, vooral in Wallonië, en minder dan een procent spreekt Duits, in de Oostkantons. De culturele en linguïstische diversiteit van het land heeft door een opeenvolging van staatshervormingen geleid tot een complex politiek systeem, waarbij in principe de grondgebonden bevoegdheden – zoals economie, werkgelegenheid en openbare werken – liggen bij de Gewesten (het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse), en de persoonsgebonden materies – zoals onderwijs, cultuur en welzijn – bij de Gemeenschappen (de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige), met een overkoepelende federale overheid voor het hele grondgebied, bevoegd voor onder meer defensie, justitie en de sociale zekerheid.

 

Het Nederlands is in het Vlaams Gewest de bestuurstaal en staat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op gelijke voet met het Frans. De hoofdstad Brussel is dus officieel tweetalig, maar in werkelijkheid meertalig. De grote meerderheid van de Brusselaars kiest in zijn contacten met de overheid voor het Frans. Het Frans is de officiële taal in Wallonië en Duits is de taal van de overheid in de Duitstalige gemeenschap, de oostelijke grensgemeenten met Duitsland in de provincie Luik.

 

De taalgrens in België komt ruwweg overeen met de Via Belgica, de Romeinse heirbaan tussen Keulen en Bavay, die sinds de 4de eeuw als culturele grens fungeerde, en loopt ruwweg ten zuiden van Brussel. De verfransing van Brussel, dat iets ten noorden van deze taalgrens ligt, is vooral het gevolg van grote inwijking na de industrialisering vanaf de 19de eeuw. Daarbij komt de eeuwenlange rol van Brussel als bestuurscentrum, met een Franstalige bovenlaag. Dat resulteerde in de verfransing van de oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalige stad. In de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw was het bestuur van België (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig Franstalig, de toplaag kende nauwelijks of geen Nederlands. De eerste taalwetten, die bepaalde rechten voor Nederlandstaligen garandeerden, werden aangenomen in 1873. Hiermee waren de landstalen nog niet gelijkwaardig. Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië. Een eerste belangrijk keerpunt was de Eerste Wereldoorlog, waar de Vlaamse frontsoldaten met Franstalige officieren rechten opeisten onder de leuze "Hier ons bloed, wanneer ons recht?". Ook de na deze oorlog opgetrokken IJzertoren met het opschrift AVV-VVK (Alles voor Vlaanderen - Vlaanderen voor Kristus) drukt een Vlaamse bewustwording uit. Dit gelijkwaardig stellen gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans in Wallonië. In 1963 werd de taalgrens wettelijk vastgelegd. Dit bepaalde dat het Frans of het Nederlands de bestuurstaal werd van gemeenten en provincies. Enkele gemeenten langs de taalgrens veranderden daarom van provincie en kregen soms ook faciliteiten voor Franstalige, Nederlandstalige of Duitstalige inwoners. Momenteel is de toestand nog steeds dat leerlingen in Vlaanderen verplicht worden om Frans te leren vanaf het vijfde studiejaar, waar dat Franstalige leerlingen een vrije keuze hebben in het kiezen van een tweede taal. Zij kiezen in meerderheid het Engels te leren voor het Nederlands. Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet pleitte in 2011 om het Engels de tweede taal te maken in Vlaanderen, maar zijn voorstel stuitte op heel wat kritiek, vooral vanuit Franstalige hoek. In de taalnota van de minister staat dat vanaf het schooljaar 2013-2014 het Frans en het Engels twee gelijkwaardige talen als "tweede taal" behandeld zullen worden in Vlaanderen.

 

Daarnaast worden er in België sterk van elkaar verschillende dialecten en streektalen gesproken. In Vlaanderen spreekt men verschillende taalvormen die als variëteiten van de Nederlandse taal worden beschouwd, zoals het West-Vlaams, Oost-Vlaams, Brabants, Limburgs en Kempens, inclusief typische stadstalen zoals het Gents, Antwerps, Brugs of Leuvens. Enkele van deze dialecten worden volgens sommige instanties ook als aparte taal gezien, zoals het Limburgs en West-Vlaams. Dialecten hebben in Vlaanderen echter geen officiële status.


tijdzone


De tijdzone in België is gelijk aan die van Nederland. Het tijdsverschil met het GMT is +1 (zomertijd +2).


electriciteit


De netspanning is 220 volt. Stopcontacten hebben net als in Nederland twee gaten. 


feestdagen


  • 1 Januari                  - Nieuwjaarsdag
  • 6 Januari                  - Driekoningen
  • 13 Januari                - Verloren maandag
  • 2 Februari                 - Gedichtendag
  • 14 Februari              - Valentijnsdag
  • 19 Maart                   - Vaderdag
  • 20 en 21 April           - Pasen
  • 1 Mei                        - Dag van de Arbeid
  • 11 Mei                       - Moederdag
  • 29 Mei                       - Hemelvaartsdag
  • 8 en 9 Juni               - Pinksteren
  • 11 Juli                       - Ramadan
  • 29 t/m 31 Juli            - Suikerfeest (“Id-al-Fitr”)
  • 4 t/m 7 Oktober         - Offerfeest (“Eid-al-Adha”)
  • 1 November             - Allerheiligen
  • 11 November           - Wapenstilstandsdag
  • 6 December             - St. Nicolaas
  • 24 December           - Kerstavond
  • 25 December           - Kerstmis
  • 31 December           - Oudejaarsavond

 


zie ook: